Archives augustus 2020

Het Verloren Muiltje

Zo af en toe vinden we een verloren muiltje op het strand zoals afgelopen week. Muiltjes lijken op pantoffeltjes (‘muiltjes’), door de witte plaat die de opening van de schelp voor het grootste deel afdekt, kijk maar eens! Achter deze plaat beschermt het muiltje zicht tegen vijanden zoals krabben en zeesterren. 

Mannetjes worden vrouwtjes
Muiltjes zijn zeeslakken, die hun leven beginnen als mannetje en langzaam veranderen naar vrouwtje. Ze worden vaak gevonden in gebogen kettingen van maximaal 12 dieren.
De bovenste (kleinere) schelpen zijn mannelijk, de onderste (grotere) zijn vrouwelijk en daartussen zitten overgangsvormen. Jonge mannetjes kruipen op het huis van het vrouwtje, dat vervolgens wordt bevrucht.

Tussen maart en oktober leggen de vrouwtjes 200 tot 400 eieren in hun schelp. De eieren blijven ongeveer 4 weken in de schelp totdat ze uitkomen. Dan drijven ze gedurende 14 dagen als plankton in het water. Tijdens deze fase blijft de schelp zich ontwikkelen. Zodra de schelp te zwaar wordt zinkt hij naar de bodem en ontwikkeld zich daar tot een volwassen muiltje en gaat op zoek naar soortgenoten om aan te sluiten op een ketting soortgenoten.

Sinds eind 19e eeuw komen deze zeeslakken voor in de Noordzee. Ze zijn met de oesters uit Noord-Amerika meegekomen, die in die tijd in onze Noordzee werden uitgezet om te kweken.

Herken de schelp:
– Grootte: ± 5 cm breed en 2 cm hoog 
– Binnenzijde lijkt op pantoffeltje (witte plaat in opening)
– Kleur: buitenkant: geelbruin, binnenkant: wit met paarse vlekjes. 
– Aan 1 zijde zie je 2 heel kleine windingen van het ‘slakkenhuis’. 

Muiltjes leven vastgehecht aan een stevige ondergrond zoals stenen en schelpen, in zeewater tot ongeveer 10 meter diepte. Ze leven van plankton dat ze uit het zeewater filteren. 

En ja… zo af en toe raakt er één verloren…


Met de brandweer op de vloedlijn

Afgelopen 3 ochtenden waren we als stichting te gast in de Maxima kazerne op de Maasvlakte.

Op uitnodiging van een van de officieren, nadat hij met zijn ploeg een zeehondje had bevrijd uit een net.

Als eerste hulpverlener bij zeezoogdieren komen we elkaar wel vaker tegen tijdens een inzet, na een melding. Vorig jaar hebben ze ons nog geholpen toen we in een penibele situatie zaten met een gewond dier.

Met zijn drieën hebben we een informatieve presentatie gegeven van 2 uur. Vondsten langs de vloedlijn, PowerPoint over zeezoogdieren en strandingen, haaien, roggen en natuurlijk een presentatie van de “avonturenaanhanger”.

Enthousiaste en leuke toehoorders (in uniform) en een prima accommodatie.

Gezamenlijke Brandweer op de Maasvlakte: “Dank voor jullie aandacht en goede zorgen”.


Cold case

Deze winter, bij het bestuderen van de Drieteenstrandloper kwam ik hem tegen: de stille getuige van een wrede moordpartij. Het restant van een leeggezogen schelp, een Nonnetje. Met het boorgat duidelijk zichtbaar. Achteloos achtergelaten op de zeebodem, meegenomen door de stroming en nu dan aangespoeld op de vloedlijn. De dader schijnt gezocht te moeten worden in de kringen van de Tepelhoorn, een slak die zich hecht aan schelpen. Met zijn tong met raspjes boort hij langzaam maar vastberaden een gaatje in de schelp. Na een paar dagen is het zover: een mooi ronde opening waardoor met een injectie het diertje wordt verlamd en langzaam wordt opgezogen.

Niemand op het strand die zich bekommert over het onrechtmatig nemen van een schelpenleven, geen onderzoeksteam dat zich werpt op deze onopgeloste moord. Wel een cold case maar geen actie. Wie was de dader? Moest eraan denken toen ik afgelopen week deze restanten van tepelhoorns tegenkwam. Inmiddels zelf niet meer van deze tijd, maar het zou kunnen: Maasvlakte, zelfde strand, 300 meter uit elkaar. Het zou kunnen………….

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Roodborst-pa/ma/ta-puit

Dit voorjaar op mijn vroege ochtendwandeling met hond Joep kwam ik hem bijna dagelijks tegen: de Roodborsttapuit. Op de grens van de slikken van Voorne en het oude Autostrand, ter hoogte waar vroeger paviljoen Zeemeeuw het toevluchtsoord was voor de vermoeide wandelaar. Daar waar de primaire duintjes langzaam begroeid raken met de duindoorn en zo de ideale habitat vormen voor de Roodborsttapuit, open schaars begroeid landschap met struiken om te nestelen. Een mooi en zichtbaar vogeltje. Tapuitenkopje, oranje borst bij het mannetje. De naam laat zich raden. Algemene broedvogel in Noordwest-Europa en zeker ook hier in het duingebied. October zijn ze wel zo’n beetje vertrokken, in de winter hier op een enkeling na niet waar te nemen. Het actieve seizoen van territorium verdedigen zit er nu op en zijn zichtbaarheid is beperkt geworden, maar onlangs kwam ik hem weer eens tegen vergezeld van het vrouwtje. Leuk zo samen op de prent, alleen dat trekt de telelens weer net niet met de beperkte scherptediepte. Daarom, om beide recht te doen maar twee prentjes hier van Pa en Ma Puit. Heb nog even overwogen om galant met Ma Puit dit stukje te openen, maar om aan de hand van een bruin vogeltje de naam roodborsttapuit te verklaren gaat ook niet werken.


Snaaiende haaien en bloggende roggen

Laatste maal een pop up in Bruinisse, op de kade van de jachthaven. Wisselend bewolkt en kans op een bui. Zou er nog wel voldoende belangstelling zijn, met dit onstuimige weer?

Onze lange tafel bleek echter nauwelijks voldoende. Een aantal mensen stond ons al op te wachten en sommigen waren aangenaam verrast en verbaasd over onze nieuwe avonturenaanhanger.

Het werd weer een leuke workshop die werd verzorgd door Marjolein van de Natuurklas. Hier werken we af en toe mee samen en dat blijkt elke keer weer een prima combinatie.

Na een kennismaking met de haaien en roggen in onze Noordzee, volgde al snel het determineren van de eerder gevonden eikapsels.

Tenslotte hebben we alle kennis van de afgelopen weken kunnen testen in een leuk spel.

Zeker voor herhaling vatbaar!


Gaap……

Met de Otterschelp (zie nieuws van 31 juli) is deze Strandgaper wel zo’n beetje de grootste schelp die je hier op het strand aan kunt treffen, zo’n 10-13 cm. Oppervlakkig gezien lijken ze op elkaar, maar er zijn toch een aantal kenmerken die voor een duidelijk onderscheid zorgen. Alleen al de textuur, neem ze in de hand en voel het verschil. De Strandgaper voelt robuuster en minder glad aan. Je vindt ze vaak met een mooi verweerd en gezandstraald oppervlak. De kleur is afwijkend van de Otterschelp die vaak donkere banden heeft. Maar echt onderscheidend zijn de de niet symmetrische kleppen bij de gaper, waaraan hij ook zijn naam heeft te danken. De kleppen sluiten niet geheel en lijken te gapen. De opening biedt ruimte om de sifon, een “slangetje” van tientallen centimeters, naar buiten te brengen waarmee de diep ingegraven gaper zijn voedsel uit het water haalt en zijn afvalstoffen kwijtraakt. Mocht je nog twijfelen kijk dan naar de hoe de schelpen aan elkaar vast zitten of hebben gezeten. De linkerklep heeft een uitsteeksel (chondrofoor) die past in de uitholling van de rechterschelp en tezamen met wat spiertjes voor de verbinding zorgt. Bij de Otterschelp ontbreekt dit uitsteeksel.

Zowel Otterschelp en Strandgaper zijn zeer algemeen in de Delta. De eerste is recentelijk opgerukt vanuit zuidelijker streken. De gaper is hier al eeuwen en mogelijk meegekomen met de Vikingen op terugreis uit Noord-Amerika. Voor de rest is er weinig spannends te vertellen. Gaap………


RTV Rijnmond te gast.

Afgelopen dinsdag ochtend hebben we de regen getrotseerd en zijn we samen met Eric Lemmers (RTV Rijnmond) naar het strand van Rockanje gereden.

De nieuwe “avonturenaanhanger” uitproberen, met een live radio verslag van Eric erbij!

Het weer knapte gedurende de ochtend snel op en al spoedig kwamen de eerste strandgangers een kijkje nemen.

Men kon nu een stiekeme blik werpen in de onderste regionen van de avonturen strandrover…..

Een leuke ochtend met afwisselende interviews en zeer geïnteresseerde strandbezoekers.


Rupsje nooitgenoeg

Vanmiddag op de slikken van Voorne liep ik Inge Moree tegen het lijf, natuurliefhebber en bekende van het IVN, die mij enthousiast vertelde dat ze zojuist een aantal Wolfsmelkpijlstaartrupsen had aangetroffen. Landelijk zeer zeldzaam en in deze regio vnl te vinden op Goeree, op de Kwade Hoek. Hier had ik ze nog nooit aangetroffen. Op een struikje zaten er drie, twee volgroeid met de rode streep op de rug en een donker patroon en een derde exemplaar nog in de groene fase. Reden genoeg om thuis mijn camera met macrolens te halen. Het struikje gemarkeerd met een plastic fles (zwerfafval heeft ook zijn voordelen) zodat het makkelijk terug te vinden was en bijgaande plaatjes geschoten. De rupsen vreten de plant met stengel en al. Het schijnt dat in sommige landen de rups is uitgezet om de wolfsmelkplant eronder te houden. En eten kan hij! Onder de stengel die gesloopt werd lagen diverse uitwerpselen, het is tenslotte vezelrijk voedsel. Nog even wachten en dan verdwijnen ze onder het zand om te verpoppen en volgend jaar als vlinder verder te gaan.


Rietgors

In ons berichtje van begin augustus bespraken we de bewoner van het rietlandschap en struweel op het gors: de Rietzanger. Luidruchtig en makkelijk zichtbaar bovenin een rietstengel , vooral in de maanden mei en juni. Een veel voorkomend vogeltje in dit landschap met vergelijkbaar gedrag is voor mij de Rietgors. 1 kleur: bruin, in contrast met het zwart, wit en grijs. Saai als je het leest, fraai als je hem ziet. Het mannetje althans. Het vrouwtje is zoals in de vogelwereld wel gebruikelijk is, veel ingetogener qua kleur. Moet ook wel als je veel op het nest zit en niet wilt opvallen. Met zo’n 60.000 broedparen en 40.000 overwinteraars is de Rietgors geen zeldzaamheid en hoewel zijn naam doet vermoeden dat zijn biotoop het gors is, is dat een niet juiste veronderstelling. Ook op drogere delen van Nederland voelt deze vogel zich thuis. Veel mensen zien hem niet, of houden hem voor een mus. Jammer, ze missen een fraai vogeltje, met name in het volle zonlicht.


Schatten van het strand

Een gewone schelp, de Venusschelp. Algemeen langs de kust, leeft diep in zee, ingegraven in het zand. Met name met oostenwind kan je hem veel op het strand aantreffen. Blijkbaar wordt dan de bodem weer eens opgeschut, komen ze “vrij” en spoelen aan. Op dit moment wordt er voor de kust van de Maasvlakte zand opgezogen en is de turbulentie maximaal. Er zijn dan nu ook veel doubletten van de Venusschelp te vinden. En als je er dan thuis drie op een rij op de tafel te drogen zet vallen de vorm en het mooie patroon op. Gewoon en toch bijzonder.