Archives november 2021

Roodkeelduiker

Roodkeelduiker, overwinteraar, te zien aan de kust. Met een paar duizend exemplaren geen zeldzaamheid maar toch leuk om af te vinken op je lijstje. Mooie forse vogel die we helaas alleen in zijn ingetogen winterkleed kunnen zien, paren en broeden in zijn mooie pakje doet hij noordelijker.

Goed waar te nemen, maar meestal op zo’n afstand dat je niet echt een goede opname kunt maken. Je moet teveel uitvergroten.

Begin november tijdens een weekje met veel wind troffen we hem aan bij de blokkendam op de Maasvlakte, direct achter de branding. We waren zojuist een zeehonden kadaver aan het bergen en helaas dan sjouw je niet een telelens mee. Daarnaast was het grauw en regenachtig weer. Daags erna terug gegaan en de omgeving verkend of en waar we hem zouden kunnen treffen. Zelfde plek, zelfde afstand, vermoedelijk zelfde duiker maar wederom slechte lichtomstandigheden. Maar er waren opklaringen voorspeld, lang leven buienradar! Een half uur later was het zover, de regen was inmiddels gestopt en de lucht brak. In de luwte van een duin de ideale plek gezocht, de zee afgetuurd en kijken waar hij zich bevond. Het licht werd sterker en het contrast nam toe, de afstand ideaal. De duiker kwam boven, maar verder in zee om met een volgende duik onbereikbaar te worden en te verdwijnen. En dan maar wachten op betere tijden die niet kwamen…..

Een week later deze collega Roodkeelduiker voor de kust van Schouwen aangetroffen. Het oude liedje, te ver weg voor een lekkere prent. Maar je moet wat: dus toch maar plaatsen. Met de hoop en het stellige bijgeloof dat we op korte termijn de ideale opname maken en dan moeten zeggen: hadden we daar maar op gewacht.


Grondelen

Grondelende Zwarte Ruiters in de Spuiboezem bij Kerkwerve op Schouwen. Een paar weken terug schreven we al over deze mysterieuze vogels. Je verwacht ze niet direct, er overwinteren hier maar een zeer beperkt aantal. Wanneer je dan grondelende vogels ziet en deze niet herkend aan het achterlijf moet je even schakelen. Maar een paar met de kop boven water, ze moeten tenslotte ook een keer ademen, helpen je op weg. Met name de snavel maakt het duidelijk.

Grondelen kennen we vooral van eenden maar ook ruiters gebruiken deze techniek. Het woordenboek geeft als betekenis: “het met de kop en borst onder water zoeken naar voedsel op de bodem of beneden de waterspiegel”. Deze ondiepe plas is er ideaal hiervoor. Het door de wind onrustige water kleurt groen van de begroeiing 30 centimeter onder het oppervlak.


Poetsbeurt

Belangrijk deel van de dag van een vogel wordt gevuld met het onderhoud van het verenkleed. Elke veer draagt bij aan een soepele vlucht en die is weer bepalend voor het verkrijgen van voedsel of tijdig ontwijken van een aanvaller. Kortom, het lijf en met name de vleugels moeten in topconditie blijven. Door de constructie van het verenpak is dit echter ook vatbaar voor parasieten en vuil, waarvan het meest fatale olie is. Maar dat is een oud verhaal en komt gelukkig steeds minder voor. Laten we ook eens een positieve ontwikkeling noemen. Vogels nemen een stofbad of waterbad om parasieten uit het verenpak te halen, gevolgd door een poetsbeurt met de snavel tegen het hardnekkige ongedierte en om de veren weer in de plooi te strijken. Het opschudden of droogwapperen is ook onderdeel van dit ritueel. Hieronder een aantal plaatjes van wat je zoal kan tegenkomen. De Zilvermeeuw op de hoofdfoto was het water uit zijn verenkleed aan het schudden getuige de rondslingerende druppeltjes.


O, die Drieteentjes….

Officieel Drieteenstrandloper. Maar “drieteentje” zoals in de vogelspreektaal wordt gehanteerd geeft beter het sfeerbeeld van dit vogeltje weer. Als je het over vogels met een gun factor hebt kom je snel bij deze soort terecht. Er zijn er natuurlijk meer zoals de Staartmeesjes, Papegaaiduikers of Huismussen. Alle hebben een vriendelijke uitstraling, aaibaarheidsfactor en een sterk groeps gedrag gemeen. Nu kan je hier de nodige kanttekeningen bij zetten, het gaat eenvoudig weg om overleven en voortplanten en eten of gegeten worden. Maar toch uitstraling doet ook veel voor de genieter van de natuur. Terug naar de kust. Dit jaargetijde leent zich uitstekend om lekker van de drieteentjes te genieten. In grote groepen vlakbij de branding te vinden, hun habitat. Een normaal denkend mens zou zo’n 20 meter boven de hoogwaterlijn gaan rusten, je weet maar nooit. Deze beestjes scheppen er een genoegen in te bivakkeren op die plekjes waar ze altijd in de gevarenzone zitten om een nat pak te halen. Onverstoorbaar, bijna in de branding. Wordt het te erg dan schuiven ze 1 meter op. Gezellig bij elkaar op de “buut vrij” plaats tot dat de zee de spelregels aanpast. Nu overal langs de kust te zien.


Schuilen….

Windkracht 7 beukt op de kust. Een stevige zuidwester die het niet aantrekkelijk maakt om er eens lekker op uit te vliegen. Alhoewel deze Drieteenstrandlopers er geen moeite mee hebben. Maar deze groep zat lekker ineengedoken bij de branding uit te rusten. Doortrekkers of overwinteraars. Nu is de tijd dat je beide kunt zien, in grote aantallen langs de kust. Maar tegen de zwartgrijze oeververdediging zijn ze makkelijk te missen zoals uit onderstaande opname blijkt.


Bruinvissen spotten

Momenteel zitten er veel bruinvissen voor onze kust.

Mede op ons aanraden is Joyce Oorschot, gewapend met haar fototoestel naar de Oude Stuifdijk (achter de brandweerkazerne) afgereisd om daar haar geluk te beproeven.

Op deze locatie, op de Maasvlakte worden de bruinvissen vaak gezien en is de kans groot dat je, met enig geduld de rug van deze kleine walvis kunt ontdekken.

Joyce heeft geduldig haar geluk afgedwongen en kon voor het eerst in haar leven een foto maken van een zich verplaatsende bruinvis.

Ondanks dat ze zich doorgaans maar even laten zien is de donkere rug en de kleine rugvin van de bruinvis op haar foto duidelijk te zien.

Gefeliciteerd met deze waarneming, Joyce en dank voor het aanleveren van de foto.


Alien langs de vloedlijn

Als een alien dook hij op van achter de basaltblokken: een Wulp. Een solitair exemplaar dat ik niet op deze plaats had verwacht. Je ziet ze vaak in grote getale bij elkaar, maar dit eigenzinnige exemplaar verkoos eenzaamheid boven de groep. Dacht zich zo blijkbaar meer voedselkans toe. Tegen de achtergrond van de zee valt de enorm lange snavel op, verder geaccentueerd door de kleine kop en grote lijf met het scherp getekende patroon. Even omschakelen als je met telelens in de aanslag klaar zit om een paarse strandloper te schieten.


Haai aangespoeld op Maasvlakte

Judith en Arjen, twee vrijwilligers achter onze stichting, lopen veelvuldig te struinen langs de vloedlijn waar altijd wel wat bijzonders te vinden is. Zo ook onlangs toen ze een grote rode boei tegen kwamen op het strand van de Maasvlakte. Loodzwaar, door een kleine lek in de afsluiting waren er zand en zeewater ingesijpeld. De boei rolt al enige tijd in de branding en kan geen “afnemer” vinden vanwege zijn gewicht. Maar fungeert hierdoor als markant punt waar iedere wandelaar naar toegezogen wordt. De attractie is dan toch om even te proberen hem te verplaatsen.

Terwijl Judith zich verbaasde over de omvang en het gewicht van de boei, inspecteerde Arjen het strand en riep enthousiast: een haai! En daar lag hij of zij, in de luwte van de boei. Prachtig van kleur, rood met stippen, nog vers, heldere ogen. Nog maar zojuist overleden. Een hondshaai. Algemeen in de Noordzee maar je vindt ze niet vaak aan de kust. Soms dood aangespoeld of levend ingesloten in een strandplas. Kunnen tot 80 centimeter lang worden en ca 3 kg zwaar. Zo zie je maar hoe verrassend een strandwandeling kan zijn, je ziet een boei en vindt een haai. (foto’s Judith Barendregt)


Schreeuw om aandacht…..

Op het asfalt bij de zeewering landde voor mijn auto deze meeuw. Nauwkeuriger gezegd een kokmeeuw in winterkleed. Niet van plan om op te stijgen, uitdagend keek hij me aan. Het leek erop dat hij contact wilde, een smeekbede om gefotografeerd te worden en hopend op een plaats op onze website. Er zat niets anders op dan het raam open te draaien, achteruit te rijden en deze vriend te fotograferen. Het lukte ternauwernood hem compleet in beeld te krijgen, normaal gesproken zitten de beesten altijd te ver weg en verlang je naar minder afstand, nu was het andersom. Opvallend voor een winterkleed zijn de felle kleuren van de snavel en de poten. Verder het kenmerkende “koptelefoontje” als restant van de chocolade bruine kap die het zomerkleed siert. Ter vergelijk hieronder de kokmeeuw tijdens het broedseizoen. Zelfde vogel, totaal ander jasje.


Mysterieuze Zwarte Ruiter

Ja, dit zijn Zwarte Ruiters! Vogels die we vnl als doortrekkers kennen. En als we een beetje geluk hebben zijn ze in het voorjaar hier te zien in het vrijwel zwarte prachtkleed, even een paar weken rustend en foeragerend om daarna aangesterkt door te vliegen naar de broedgebieden in Finland en noordwest Rusland. De vrouwtjes komen als eerste alweer terug en laten het verzorgen van het opgroeiend kroost over aan de mannetjes. Een verdeling van energie: mannetjes behoeven geen eieren te leggen en hebben nog reserves over. Zij volgen met de jongen later in het seizoen om via Nederland weer naar het zuiden te trekken voor de overwintering.

Een beperkt aantal overwintert in Nederland, zo’n 200 exemplaren vnl in de Delta. Laat ik nu net vandaag een 20 tal aantreffen in de Spuiboezem bij Kerkwerve op Schouwen. In winterkleed en dan slaat de naam als een tang op een varken, geen zwart meer te bekennen. Maar het aardige is wel dat deze prent alle kenmerken laat zien die de vogelboekjes bij het winterkleed oplepelen: lange knaloranje poten, lange zwarte snavel met aan de onderkant een oranje navelbasis, de witte wenkbrauwstreep, het witte onderlijf en het bruingrijze bovendek. Je kunt hem verwarren met de iets kleinere Tureluur, maar na het lezen van dit stukje niet meer.