Archives augustus 2022

Een bekende grijsaard op de vloedlijn.

Deze grijze lobbes is inmiddels een bekende onder de zeehondenwachters.

De al bejaarde kegerob is ooit verstrikt geweest en heeft daardoor een litteken rondom de nek.

Daarbij heeft het strand vaak zijn voorkeur om een tijdje bij te komen van het jagen op zijn maaltje vis.

Hij heeft inmiddels een naam: Bulder en is makkelijk te herkennen door het litteken en een opvallend hoge rug.

Dit imposante dier van 2,5 meter is inmiddels al vaak gemeld omdat men bij een stranding denkt dat hij iets om de nek heeft.

De laatste weken verbleef Bulder op het strand van Noordwijk, op Walcheren en later op Schouwen.

Afgelopen zaterdag zijn we gaan kijken op het strand van de Maasvlakte na een melding van de reddingsbrigade.

Ook hier betrof het onze bekende grijsaard.

Gisteren ochtend werd er weer een grote zeehond gemeld op het strand van Ouddorp.

Na contact met de melder zijn we direct gaan kijken.

In de buurt van de vuurtoren lag Bulder bij de waterlijn, lekker te slapen.

Bij benadering bleek hij nog zeer alert en een licht gegrom maakte duidelijk dat hij niet gestoord wenste te worden.

Groot gelijk!

Omdat het ons grootste roofdier is en ze lelijk kunnen uithalen bij benadering hebben we besloten om zijn tijdelijke territorium ruim af te bakenen en een waarschuwing op het zand achter te laten.

Deze verf is absoluut milieu vriendelijk en wordt gebruikt in de bosbouw.

Bij een latere controle bleek Bulder inmiddels weer in zee.

Ben benieuwd waar hij de komende dagen zal opduiken.


Foetus kegelrob

Deze hele kleine kegelrob werd gevonden door vrijwilligers van de Strandbroeders.

Een foetus in ontwikkeling, nog in het vruchtvlies, maar wel al bijna volmaakt.

We schatten het zeehondje op 3,5maanden oud het had nog 5 maanden moeten groeien in de buik van de moeder.

Waarom het is afgestoten, zullen we waarschijnlijk nooit weten.

Feit is dat het ongeschonden op de vloedlijn lag en na de melding door ons is opgehaald om het te kunnen prepareren.

We beseffen dat het zien van een dergelijk kwetsbaar jong dier emoties kan oproepen.

Toch is het tegelijk een klein wondertje wat we ook graag willen delen.

Het hele diertje is te zien in ons museum en tijdens een Pop up met onze avonturenaanhanger.


De Stalkaars, de Kuifvlinderrups en veel stront

Normaal gesproken sluiten onze stukjes aan bij de actualiteit. Dagvers lukt niet altijd maar het streven is binnen een paar dagen van opname naar lezer.

Onlangs zijn er een aantal op de plank blijven liggen die we U toch nog willen meegeven voordat de nazomer de overhand neemt.

Vandaag een berichtje over een zeldzame rups die we in juni, juli aantroffen: de Kuifvlinderrups. In Nederland alleen te vinden in de duinen en op de Veluwe waar hij zich tegoed doet aan het blad van zijn waardplant, de Toorts.

Er zijn verschillende Toortsen. In de duinen van Voorne treffen vnl de Zwarte toorts, Stalkaars en Koningskaars aan en vermoedelijk gaat het hier om de Stalkaars. Gekenmerkt door viltige, harige bladeren die zonder steel ontspruiten aan de stengel. Door hun harige bekleding en aanhechting geleiden ze het regenwater naar de wortel waardoor de plant op droge, zanderige ondergrond het goed weet te doen.

Op deze Stalkaars zat een rups van de Kuifvlinder zich vol te vreten aan de vezelrijke bladeren. Met als gevolg een productie aan uitwerpselen. Een lopende band van blad naar poep. Door de genoemde eigenschappen van het blad bleven alle keutels in de oksel liggen.

Normaal verraadt de rups zijn aanwezigheid door de uitwerpselen onder de plant. Je zoekt de waardplant en kijkt of er aan de voet uitwerpselen liggen. Trucje ging hier niet op, maar de grote gaten in de bladeren trokken voldoende de aandacht.

Nu de rups. Voorfase van de Kuifvlinder die als zeldzaam bekend staat. Mooie rups die echter alweer onder de grond zit. Na het voorjaar en begin zomer is de cyclus van eitje naar rups voltooid en graaft de rups zich in in het zand om daar te verpoppen en volgend jaar als vlinder weer op zoek te gaan naar zijn waardplant om eieren te leggen. Enthousiast zoeken heeft dus nu geen zin meer.

Kuifvlinderrups op de stengel van zijn waardplant, de Stalkaars

Drieteenstrandloper tussen de mosdiertjes

Op het verkeerde been gezet door deze Drieteenstrandloper. Stel je voor, je loopt bij de afgezette broedgebieden op het strand te kijken naar de strandbroeders Bontbekplevier en Dwergstern. Een inspectierondje dat je de laatste maanden meerdere keren per week hebt gemaakt. Bijna op de meter nauwkeurig weet je wat je kan verwachten, uit eigen waarnemingen en tussentijdse berichten van mede vogelwachters.

In je hoofd heb je de mogelijkheden beperkt tot Dwergstern, Bontbekplevier, Visdief, Grote stern en wat meeuwensoorten. Het overige heb je uit het werkgeheugen gehaald omdat de ervaring leert dat je die soorten niet daar waarneemt.

Ineens kom je dan bij de waterlijn tussen de aangespoelde overblijfselen van talloze mosdiertjes een vogeltje tegen en je kan niet thuis brengen. Je denkt aan alles behalve het juiste.

Het beestje liet zich gemakkelijk fotograferen met de telelens en die opname bood later thuis uitkomst.

Op een afbeelding van de lopende vogel waren het aantal tenen per poot te zien: drie stuks, met een duidelijk ontbrekende achterteen. Drieteenstrandloper dus.

Gelukkig staat in vrijwel elke goede vogelgids vermeld dat de het zomerkleed van de Drieteen nogal kan variƫren. Daarnaast hoort hij in deze periode in Groenland of op IJsland te bivakkeren. Slechts een klein aantal blijft hier zomers hangen. Excuses genoeg voor een black out maar toch mooi op het verkeerde been gezet.


Juveniele Kokmeeuw in de lucht

Je staat op het strand te kijken naar een groep Grote sterns in de hoop een goede opname te kunnen maken. Fraaie vogel, maar door zijn snelheid en wendbaarheid niet makkelijk vast te leggen.

Een aantal vliegen je tegemoet en dan maar hopen dat de autofocus het bijhoudt. Raak, maar terugkijkend op het scherm van de camera (moeilijk te zien in de volle zon) blijkt het om een atypisch geval te gaan. Geen wit met zwart. Thuis maar eens bestuderen.

Tussen de sterns bleken een paar jonge Kokmeeuwen te zitten en 1 exemplaar was zo aardig geweest om recht op mij af te vliegen. Juveniele Kokmeeuwen hebben een fraai kleed dat geen voorspelling doet over de volwassen veertooi. Laat ik nu toevallig die zelfde dag er eentje hebben vastgelegd aan de rand van de zee. Oordeel zelf, wel de vorm maar niet de kleur en tekening zoals men zich van een jonge Kokmeeuw voorstelt.


Stevige kerel

Hoe groot kan een Gewone zeehond worden? Volgens de boekjes de mannetjes maximaal 190 cm en 170 kg. De vrouwtjes blijven steken op 170 cm en 130 kg.

In ons bericht van afgelopen donderdag lieten we een groepje Gewone zeehonden zien. Vermoedelijk een stier met zijn harem. Het verlaten stuk strand bood geen referentie voor een inschatting van de lengte van de dieren. Maar het verschil zou kunnen passen bij de genoemde afmetingen.

Laten we er van uitgaan dat we hier een volwassen man en vrouw afgebeeld zien. Dan dringt de gedachte zich op dat het mannetje de 170 kg ruim overschrijdt. Blijft allemaal een beetje gokken, maar obesitas komt hier wel om de hoek kijken.


Jonge koekoek

Fraaie opname van deze jonge Koekoek gemaakt door onze trouwe volger (en natuurbeschermer/ vogelwachter) Arie Kraak. Bij toeval landde dit jonge dier voor de vogelhut waarin hij met zijn kamera in de aanslag zat.

Duidelijk nog een jong exemplaar aan de witte veerranden te zien. De opname is een week of twee geleden gemaakt in de periode dat de oudere Koekoeken alweer aan de trek begonnen zijn. De jongen van dit jaar vertrekken pas in september. Zonder enig voorbeeld van hun biologische ouders weten ze de weg naar Afrika te vinden. Volgend jaar keren ze terug om zich voort te planten waarna ze de opvoeding van het kroost volledig over laten aan de Kleine karekiet. Kunnen ze zelf in juli alweer naar warmere oorden.


Radio Rijnmond op bezoek

As. maandagmorgen komt Eric Lemmers naar Rockanje voor een kennismaking met de vloedlijn op het strand van Rockanje.

Samen gaan we op zoek naar gewone en opmerkelijke aanspoelsels langs de waterlijn.

Vanaf 10 uur kunt u ons tegenkomen, speurend langs de vloedlijn.

Rond 12 uur gaan we korren en hopen op deze manier nog wat visjes, krabben, garnalen en kwallen te kunnen determineren.


Ergens op de Zeeuwse stranden….

Hartje zomer, midden op een zonovergoten stranddag, weten deze Gewone zeehonden nog een plekje te vinden om rustig op te warmen en te slapen. Ergens in de Zeeuwse Delta zo aangetroffen, we zullen de plaats niet nauwkeuriger aanduiden. Iedereen heeft tenslotte recht op zijn privacy.

Een kenmerk om snel een Gewone van een Grijze zeehond te onderscheiden is de kleur. De kleurvariƫteit van de Gewone is groter en beperkt zich niet tot grijs of zwart.