All posts by Ad 't Hart

Cold case

Deze winter, bij het bestuderen van de Drieteenstrandloper kwam ik hem tegen: de stille getuige van een wrede moordpartij. Het restant van een leeggezogen schelp, een Nonnetje. Met het boorgat duidelijk zichtbaar. Achteloos achtergelaten op de zeebodem, meegenomen door de stroming en nu dan aangespoeld op de vloedlijn. De dader schijnt gezocht te moeten worden in de kringen van de Tepelhoorn, een slak die zich hecht aan schelpen. Met zijn tong met raspjes boort hij langzaam maar vastberaden een gaatje in de schelp. Na een paar dagen is het zover: een mooi ronde opening waardoor met een injectie het diertje wordt verlamd en langzaam wordt opgezogen.

Niemand op het strand die zich bekommert over het onrechtmatig nemen van een schelpenleven, geen onderzoeksteam dat zich werpt op deze onopgeloste moord. Wel een cold case maar geen actie. Wie was de dader? Moest eraan denken toen ik afgelopen week deze restanten van tepelhoorns tegenkwam. Inmiddels zelf niet meer van deze tijd, maar het zou kunnen: Maasvlakte, zelfde strand, 300 meter uit elkaar. Het zou kunnen………….

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Roodborst-pa/ma/ta-puit

Dit voorjaar op mijn vroege ochtendwandeling met hond Joep kwam ik hem bijna dagelijks tegen: de Roodborsttapuit. Op de grens van de slikken van Voorne en het oude Autostrand, ter hoogte waar vroeger paviljoen Zeemeeuw het toevluchtsoord was voor de vermoeide wandelaar. Daar waar de primaire duintjes langzaam begroeid raken met de duindoorn en zo de ideale habitat vormen voor de Roodborsttapuit, open schaars begroeid landschap met struiken om te nestelen. Een mooi en zichtbaar vogeltje. Tapuitenkopje, oranje borst bij het mannetje. De naam laat zich raden. Algemene broedvogel in Noordwest-Europa en zeker ook hier in het duingebied. October zijn ze wel zo’n beetje vertrokken, in de winter hier op een enkeling na niet waar te nemen. Het actieve seizoen van territorium verdedigen zit er nu op en zijn zichtbaarheid is beperkt geworden, maar onlangs kwam ik hem weer eens tegen vergezeld van het vrouwtje. Leuk zo samen op de prent, alleen dat trekt de telelens weer net niet met de beperkte scherptediepte. Daarom, om beide recht te doen maar twee prentjes hier van Pa en Ma Puit. Heb nog even overwogen om galant met Ma Puit dit stukje te openen, maar om aan de hand van een bruin vogeltje de naam roodborsttapuit te verklaren gaat ook niet werken.


Gaap……

Met de Otterschelp (zie nieuws van 31 juli) is deze Strandgaper wel zo’n beetje de grootste schelp die je hier op het strand aan kunt treffen, zo’n 10-13 cm. Oppervlakkig gezien lijken ze op elkaar, maar er zijn toch een aantal kenmerken die voor een duidelijk onderscheid zorgen. Alleen al de textuur, neem ze in de hand en voel het verschil. De Strandgaper voelt robuuster en minder glad aan. Je vindt ze vaak met een mooi verweerd en gezandstraald oppervlak. De kleur is afwijkend van de Otterschelp die vaak donkere banden heeft. Maar echt onderscheidend zijn de de niet symmetrische kleppen bij de gaper, waaraan hij ook zijn naam heeft te danken. De kleppen sluiten niet geheel en lijken te gapen. De opening biedt ruimte om de sifon, een “slangetje” van tientallen centimeters, naar buiten te brengen waarmee de diep ingegraven gaper zijn voedsel uit het water haalt en zijn afvalstoffen kwijtraakt. Mocht je nog twijfelen kijk dan naar de hoe de schelpen aan elkaar vast zitten of hebben gezeten. De linkerklep heeft een uitsteeksel (chondrofoor) die past in de uitholling van de rechterschelp en tezamen met wat spiertjes voor de verbinding zorgt. Bij de Otterschelp ontbreekt dit uitsteeksel.

Zowel Otterschelp en Strandgaper zijn zeer algemeen in de Delta. De eerste is recentelijk opgerukt vanuit zuidelijker streken. De gaper is hier al eeuwen en mogelijk meegekomen met de Vikingen op terugreis uit Noord-Amerika. Voor de rest is er weinig spannends te vertellen. Gaap………


Rupsje nooitgenoeg

Vanmiddag op de slikken van Voorne liep ik Inge Moree tegen het lijf, natuurliefhebber en bekende van het IVN, die mij enthousiast vertelde dat ze zojuist een aantal Wolfsmelkpijlstaartrupsen had aangetroffen. Landelijk zeer zeldzaam en in deze regio vnl te vinden op Goeree, op de Kwade Hoek. Hier had ik ze nog nooit aangetroffen. Op een struikje zaten er drie, twee volgroeid met de rode streep op de rug en een donker patroon en een derde exemplaar nog in de groene fase. Reden genoeg om thuis mijn camera met macrolens te halen. Het struikje gemarkeerd met een plastic fles (zwerfafval heeft ook zijn voordelen) zodat het makkelijk terug te vinden was en bijgaande plaatjes geschoten. De rupsen vreten de plant met stengel en al. Het schijnt dat in sommige landen de rups is uitgezet om de wolfsmelkplant eronder te houden. En eten kan hij! Onder de stengel die gesloopt werd lagen diverse uitwerpselen, het is tenslotte vezelrijk voedsel. Nog even wachten en dan verdwijnen ze onder het zand om te verpoppen en volgend jaar als vlinder verder te gaan.


Rietgors

In ons berichtje van begin augustus bespraken we de bewoner van het rietlandschap en struweel op het gors: de Rietzanger. Luidruchtig en makkelijk zichtbaar bovenin een rietstengel , vooral in de maanden mei en juni. Een veel voorkomend vogeltje in dit landschap met vergelijkbaar gedrag is voor mij de Rietgors. 1 kleur: bruin, in contrast met het zwart, wit en grijs. Saai als je het leest, fraai als je hem ziet. Het mannetje althans. Het vrouwtje is zoals in de vogelwereld wel gebruikelijk is, veel ingetogener qua kleur. Moet ook wel als je veel op het nest zit en niet wilt opvallen. Met zo’n 60.000 broedparen en 40.000 overwinteraars is de Rietgors geen zeldzaamheid en hoewel zijn naam doet vermoeden dat zijn biotoop het gors is, is dat een niet juiste veronderstelling. Ook op drogere delen van Nederland voelt deze vogel zich thuis. Veel mensen zien hem niet, of houden hem voor een mus. Jammer, ze missen een fraai vogeltje, met name in het volle zonlicht.


Schatten van het strand

Een gewone schelp, de Venusschelp. Algemeen langs de kust, leeft diep in zee, ingegraven in het zand. Met name met oostenwind kan je hem veel op het strand aantreffen. Blijkbaar wordt dan de bodem weer eens opgeschut, komen ze “vrij” en spoelen aan. Op dit moment wordt er voor de kust van de Maasvlakte zand opgezogen en is de turbulentie maximaal. Er zijn dan nu ook veel doubletten van de Venusschelp te vinden. En als je er dan thuis drie op een rij op de tafel te drogen zet vallen de vorm en het mooie patroon op. Gewoon en toch bijzonder.


Prijswinnende foto Grote groene sabelsprinkhaan

Deze week viel onze collega Ad van den Berge in de prijzen. Met zijn foto van de Grote groene sabelsprinkhaan won hij de fotowedstrijd die deze zomer uitgeschreven was door IVN Voorne Putten Rozenburg (https://www.ivn.nl/afdeling/voorne-putten-rozenburg) . De sprinkhaan, vergezeld door een aantal maatjes, belemmerde hem het grasmaaien dusdanig dat er geen andere keuze was dan te stoppen en er maar een foto van te maken: met succes!


Tantrasex op een Zeebies

Op de schorren bloeit nu Zeebies, ook wel Heen genaamd. De zilte omgeving is een plek waar deze bies het goed doet. Struinend over de schorre van de Kwade Hoek stuitte ik op deze bloeiende bies waarop twee Sint-jansvlinders waren neergestreken. Wikipedia omschrijft deze vlinder als een dagactieve nachtvlinder. Voor een buitenstaander een niet zo logische benaming, maar een groot aantal nachtvlinders, er komen in Nederland ca 900 soorten voor, zijn ook overdag actief. Zo ook deze twee. Dagactief met in dit geval de paring. Nu spatten er hier niet de vonken vanaf, maar goed ook want gezien de lange duur van de activiteit (het kan uren in beslag nemen) zou dit wel erg veel energie kosten en slijtage geven. De natuur heeft het bij de vlinder als rustige en langdurende handeling geprogrammeerd. Het mannetje klemt met zijn achterlijf en vleugels het vrouwtje vast en laat niet los alvorens de transactie is afgerond. Zelfs indien gestoord blijven de twee in de vlucht aan elkaar gebonden. Het schijnt dat de klemmen van het mannetje per vlindersoort uniek zijn zodat geen vergissing mogelijk is. Het was een ideaal moment om te fotograferen: in 1 opname mannetje en vrouwtje Sint-Jansvlinder en de bloem van de Zeebies. Nog even overwogen om de vlinders te storen en het koppeltje in de vlucht te fotograferen. Is echter tegen de code en zeg nu zelf: zou U het appreciƫren als een paparazzo U zou opjagen onder dergelijke omstandigheden?


Wolfsmelkpijlstaartrups

Er zijn van die waarnemingen in de natuur die niet gaan vervelen. Iedere keer dat je buiten struint hoop je erop. Menigeen zal dit herkennen. Een mooie roofvogel, zeehond of ree: tref je ze op je pad dan sta je stil om ze te volgen. Het hoeft niet altijd groot, zoog- of roofdier te zijn, ook onder het kleine is heel veel dat blijft boeien.

Tot dergelijke waarnemingen behoort zeker het spotten van de Wolfsmelkpijlstaartrups. Zeldzaam en wonderschoon, vorig jaar zomer besteedden we er al aandacht aan. Het is er nu weer de tijd voor. We kunnen het danook niet laten onze lezers erop te attenderen. In de duinen van de Kwade Hoek kan je ze zeker aantreffen. Zaterdagmorgen was het raak met deze twee jonge exemplaren. De onderste foto van vorig jaar laat een groot exemplaar zien met een volwassen kleurschakering. Eenmaal volgroeid graven de rupsen zich in en verpoppen onder het zand om volgend jaar als vlinder te voorschijn te komen. Die dan weer zijn eitjes legt op de waardplant Zeewolfsmelk. Maar de naam deed dit al vermoeden.


Duinstekel

Of anders gezegd Blauwe zeedistel. Een plaatselijk algemene plant aan onze kust die toch nog niet zo makkelijk te vinden is. In Zeeland zelfs zeldzaam vanwaar we met de Zeeuwse benaming ” Duinstekel” openen. Maar hier op Voorne en Goeree kan je hem aantreffen. Vaak direct achter het eerste primaire duin, beschut tegen overstroming door het zeewater, op het kale zand en in de volle zilte wind. Met de kleuren van de kust: uitgebeten-grijsgroene blad met daarop een zacht-lavendelblauwe bloem. Juli / augustus is de bloeitijd. Kom je hem tegen, kijk goed en je dag kan niet meer stuk.