All posts by Ad 't Hart

De vleugel

Van vitale onderdelen heeft de mens er meestal twee. Oren, ogen, handen, armen, benen. Het komt nogal eens voor dat er eentje het begeeft, door slijtage of een ongeval. Met enige aanpassing kan er daarna nog redelijk gefunctioneerd worden. Maar kan een vogel een vleugel missen? Behalve bij loopvogels is dit ondenkbaar. Het vermogen tot wendbaar vliegen is een absolute voorwaarde om te kunnen jagen en zo voldoende voedsel te krijgen. De combinatie van een goed functionerende linker- en rechtervleugel is essentieel. Een defect aan de een kan niet worden gecompenseerd. Twee precisie instrumenten waaraan de vleugels van een modern vliegtuig niet kunnen tippen. Een niet functionerende vleugel leidt tot een versnelde dood, door honger of door verwording tot makkelijke prooi.

Complex instrument met veel onderdelen: kleine dekveren, middelste dekveren, grote dekveren, duimvleugel, buitenste handpen, handdekveren, handpennen, armpennen en elleboogpennen. Voor de geïnteresseerden: ieder goed vogelboek besteedt hier in zijn inleiding uitgebreid aandacht aan. Maar bij de aanblik van onderstaande Grote stern is het al direct duidelijk dat het om meer gaat dan een paar veren.


Dit is nu koloniebroeden

Sterns zijn koloniebroeders . In Nederland broeden ca 15.000 paren verspreid over zo’n 10 locaties. In de Delta, waar zich een derde van de aantallen bevinden, gaat het om het Haringvliet, Grevelingen en de Ooster- en Westerschelde. Het grootste deel verblijft op de Waddendeilanden ( info Sovon). Bovenstaande opname is gemaakt aan de oostkant van Texel, natuurgebied Wagejot, waar een paar duizend paren hun nest hebben.

Deze kolonie ligt vlak langs de weg. De vogels wanen zich veilig op het eilandje waar de kolonie zich bevindt. Ze laten zich makkelijk benaderen en fotograferen. Dicht op elkaar, alsof het een populair strand bij 30 graden is. De opname laat een stukje zien van 10 vierkante meter met 50 nesten. Vaak gemengd met een kolonie kok- of zwartkopmeeuwen als extra bescherming tegen roofdieren zoals vossen of roofvogels.

Zaten begin juni de jongen nog op het nest in hun donsvacht, begin juli waren ze al in staat om met de ouderen mee te vliegen en ver van de broedplaats naar voedsel te zoeken, nu in hun bruine juveniele kleed. In september moeten ze klaar zijn voor hun toch naar de westkust van Afrika om daar te overwinteren.


De strijd om de beste plek.

Ja, die mooiste paal. De rechter paal stond het verst in zee en was de “place to be”. Althans zo leek het in het uurtje dat ik de sterns zat te volgen. Was het omdat deze het dichtst bij potentieel voedsel zat? Er werd echter niet in de directe omgeving van de paal gejaagd. Gaf het de meeste afstand tot de wandelaars en hun honden? Of was het het beste uitzicht? Ik denk een combinatie van de laatste twee. Meermalen werd een aanval op de uiterste palen ondernomen, waarbij het leek alsof rechter stern een uitstraling had van onaantastbaarheid. Nummer twee moest het ontgelden en werd verjaagd door een indringer die op zijn beurt zich maar ternauwernood kon handhaven door zijn medeaanvaller af te slaan. Groepsgedrag met een pikorde, niets menselijks is de stern vreemd!


Gezellig op een rijtje

Grote sterns zijn koloniedieren. Ze broeden in kolonies en zijn vaak daarna ook in groepen waar te nemen. Met het daarbij behorende sociale gedrag. Op een vroege strandwandeling eind juni kwam ik dit groepje tegen. Uitrustend van het voedselzoeken, in hun geval visjes uit de zee opduiken. Altijd een boeiend gezicht, jagende sterns. Sterns zijn hierin zeer bedreven, hoewel niet elke duik raak is. Een energieverslindend proces dat afgewisseld moet worden met rust en daar lenen deze palen zich dan uitstekend voor. Vier op een rij maar (en dat is de handicap van de te sterke telelens die op mijn kamera zat) het ging om 37 bezette palen van een rij van ca 50. Deze waren op volgorde ingenomen, waarbij de paal het verst in het water de hoogste status had. De laatste op het strand waren nog vrij. Let op de zwarte snavel met gele punt, het onderscheid met de andere hier broedende sternen zoals visdief, dwergstern en noordse stern. Verder het kenmerkende zwarte hoofd met de kuif die al vanaf juni weer de witte vlekken begint te vertonen van het winterkleed zoals bij de tweede en de derde vogel. De eerste en de laatste hebben hier nog geen last van. Deze groep Grote sterns heeft vermoedelijk het broedgebied op de Grevelingen of het Haringvliet verlaten en schooiert nu met de jongen rond op de Maasvlakte, dicht bij het voedsel. Zie het maar als de buurtbewoners die elkaar weer ontmoeten op de camping aan de kust of bij de boer. Sociaal volkje dus.



Ze kunnen niet langer wachten….

Direct achter het strand en de blonde duinen beginnen begroeiing en plantenweelde de overhand te krijgen. Een plant die nu op talloze plaatsen in onze duinen voorkomt is Wilde peen. En als je Wilde peen ziet is de kans groot dat je ook het Rood soldaatje in grote getale waarneemt. Ze snoepen van de nectar van met name schermbloemigen waartoe de Wilde peen behoort. Toen ik de Dagpauwvlinder uit mijn vorige berichtje zat te fotograferen viel mijn blik op deze rode soldaatjes, ook wel rode weekschildkevers genoemd. Naast nectar slurpen staat deze kever erom bekend dat hij zeer frequent paart, op de bloem gezeten. Het stelletje dat hier gefotografeerd is kon echter niet wachten tot de klim naar de top volledig was voltooid. Met een doodsverachting waar zelfs de meest roekeloze bergbeklimmer voor terug zou deinzen gaven ze zich over aan het liefdesspel. Mocht dit U op ideeën brengen: de stichting Strand in Zicht wijst iedere aansprakelijkheid af.


Vind een Vlinder

Strand en vlinders, een minder waarschijnlijke combinatie. Toch kun je ze er zien, zelfs boven het water. Meegevoerd door de wind op hun trektocht, soms wel van Afrika of Zuid-Europa naar Noord-Europa, zoals de distelvlinder die we deze maanden op de zeedistel kunnen aantreffen. Maar ook meer honkvaste zoals deze dagpauwoog kunnen we bij onze stranden aantreffen. Onze meest algemene vlinder en een van de mooiste is zeker te zien in de bloemrijke gebieden die direct aan het strand grenzen zoals het struweel van de Voornse Slikken of het laarzenpad dat naar de Kwade Hoek leidt. De dagpauwoog valt op door zijn zeer fraaie kleurschakering. Op een bijna impressionistische manier is de tekening op de vleugels aangebracht. Waar in de natuur kleuren meestal duidelijk gescheiden lijken te zijn vloeien ze hier in elkaar over. Fraai! We plaatsen graag een foto ervan op onze site, ook om U te attenderen op de tuinvindertelling die de Vlinderstichting organiseert van 4-26 juli. Zeker de moeite waard om hun site eens te bezoeken en hiervan kennis te nemen. Spelenderwijs leert u de mooiste vlinders kennen die in deze maanden rondvliegen! En waarom is deze vlinder zo algemeen en wijdverbreid? De waardplant van de rups is de brandnetel, die wereldwijd zeer ruim en algemeen aanwezig is. Goed gekozen!


Grote stern, mijn heilige graal

Zwervend over het strand kwam ik hem tegen. Ontspannend zittend op een paal, niet onder de indruk van mijn nadering: de Grote stern. Ik had hem al weken op de korrel, maar steeds lukte het niet hem tot op een acceptabele afstand te benaderen. Nu dan wel, op de laatste van een palenrij , zo’n 30 meter in zee. Om een goede opname te maken bijna tot mijn middel in het water gelopen en afgedrukt. Met zo’n 15.000 broedparen in Nederland waarvan zo’n 6000 in de Delta niet schaars, maar voor mij wel bijzonder. Mijn heilige graal van het zomerseizoen, de fraaiste stern. De tijd dat zeldzaamheid het criterium was heb ik achter me gelaten. De meeste strandbezoekers denken dat het een meeuw is. Formaat kokmeeuw, wat slanker en lager op de poten. Ze zullen er verder geen acht op slaan. Daar gaan we met de komende berichten verandering in brengen door meer over deze schoonheid te vertellen. Wordt vervolgd.


Kleine mantelmeeuw, laatste maal

Sneller dan verwacht kom ik aan het einde van het volgen van het broedseizoen van deze vogel. Mijn verwachting was dat in augustus de jongen vliegvlug zouden zijn. Maar het is sneller gegaan dan gedacht. Eind april, begin mei waren de eerste jongen zichtbaar in de nesten en nu is al een deel in het volledige juveniele kleed, geen dons meer op het lijf. Op de terugweg van mijn bezoekje aan de kolonie zat langs de rand van de berm dit exemplaar dat in plaats van weg te lopen, verkoos weg te vliegen. Een wat onbeholpen maar succesvolle start, een korte vlucht en een verre van fraaie landing die deed denken aan een scène uit een tekenfilm, volgden. Maar toch, voor mij het eerste jong uit de kolonie dat vloog en daarmee het einde markeerde van mijn zoektocht. Ik zal er nog wel eens komen, ze blijven tot eind augustus voor het voedsel nog afhankelijk van pa en ma. Maar de eerste episode in hun leven is afgesloten, van nu af aan gaan ze doen waarvoor ze vogel zijn: vliegen.


Harde jeugd

Op de zeewering van de meest zuidwestelijke punt van het voormalig werkeiland Neeltje Jans in de Oosterschelde liep ik bij toeval deze twee kuikens van de zilvermeeuw tegen het lijf. Pal in de sterke zeewind lagen ze te wachten op voedsel. Ze deden me denken aan de pasgeborenen in het oude Sparta die direct na hun geboorte een nacht op een richel boven de zee werden gelegd bij wijze van natuurlijke selectie, alleen de fysiek sterken overleefden en werden opgenomen in de maatschappij.

Een aantal zilvermeeuwen had de zeewering verkozen als broedplaats boven het beschermde natuurgebiedje 30 meter verderop. Blijkbaar was het daar te druk. In mijn ogen restte nu een minder comfortabele en kwetsbaarder plaats om te nestelen. Een week later trof ik nog maar een enkel jong aan. Mislukte nesten, leeggeroofd of toch nog overgestoken naar het meer beschutte gebiedje verderop? De paar overlevenden van deze Spartaanse jeugd hadden de eerste en misschien zwaarste test in hun leven doorstaan. Nu nog even de resterende 25 jaar afwerken.


Het tongetje van de kluut

De kluut met zijn mooie snavel. Een gespecialiseerd instrument, geëvolueerd om effectief in ondiep water de bovenlaag van de bodem te zeven en zo insecten, larven en kreeftjes te vangen. Geen enkele andere vogel heeft een dergelijke snavel. Door deze specialisatie is de concurrentie op achterstand gezet en zijn de kansen op voedsel voor de kluut groter. Met het hoofd heen en weer bewegend, snavel over de bodem in ondiep water wordt systematisch de bovenlaag doorzocht en ontdaan van alles wat eetbaar is. De snavel is gevoelig en flexibeler dan je zo op het eerste gezicht denkt. Fraaie vogel van zo’n 45 centimeter van kop tot staart en daar komt dan nog zo’n snavel van ruim 15 centimeter bij. Alles is lang aan dit beest, snavel, lijf en poten. Alleen, wanneer onze fraaie kluut zijn bek open doet moeten we even omschakelen. Dan wordt een klein tongetje zichtbaar dat geen recht doet aan die verhoudingen. De buitenkant had onze verwachtingen opgeschroefd en nu moeten we weer even terugschakelen. Maar anderzijds, een lange tong zou alleen maar in de weg zitten en eruit bungelen. Het blijkt dus toch effectief te zijn. Zo zie je maar, het is niet altijd zo dat ” size matters” . Nu toch nog maar eens een lepelaar in zijn lepel te kijken om te zien hoe lang die tong is.