All posts by Ad 't Hart

Handa Island

Een aantal vogelgebieden aan de Engelse en Schotse kust was minder toegankelijk vanwege de vogelgriep. Een begrijpelijke maatregel, de enorme slachting die door dit virus afgelopen jaar is aangericht onder kolonie broeders zoals de Jan van Gent vereist alle rust voor herstel. Daarnaast is het overspringen van het virus op de mens niet meer een theoretisch gevaar.

Op Handa Island is de situatie minder kritisch. Je loopt er niet tussen de kolonie broeders, die zitten veilig op de voor de mens onbereikbare richels. Jan van Genten zijn hier nauwelijks. De overheersende soorten zijn Alk, Zeekoet, Zwarte zeekoet en Noordse stormvogel. De site van Scottish Wildlife Trust spreekt over meer dan 100.000 broedvogels en over de grootste kolonies Alken en Zeekoeten in Groot Brittannië.

Probleem met die grote aantallen is dat je het haast niet met een plaatje kunt overbrengen. Het beste advies is dus: zelf gaan ervaren.


Oog in oog met de Papegaaiduiker

Het droomvogeltje van menig kustwandelaar: de Papegaaiduiker. Zelden in Nederland te zien en vrijwel nooit in zijn mooie broedkleed met de sterk gekleurde snavel, kop en poten. Vind je een dood exemplaar aangespoeld op het strand, dan is de kans groot dat de kop er door een trofeeënjager is afgesneden.

Deze opname zou op de blokkendam van de Maasvlakte gemaakt kunnen zijn, maar de eerlijkheid gebied te zeggen dat de locatie Handa Island is in het noordwesten van Schotland. Een paradijs met meer dan 100.000 broedvogels, vnl Alken, Zeekoeten (gewone en zwarte), Noordse stormvogels en Jagers (grote en kleine). Hiertussen bevinden zich dan naar schatting 250 broedparen Papegaaiduikers. Speldjes in een hooiberg die door hun kleur nog vindbaar zijn. Toch lukte het ons maar een beperkt aantal te zien.

Maar dan nog vast leggen. De steile kliffen zijn voor de Alken, Zeekoeten en Noordse stormvogels, iets meer helling wordt vaak geprefereerd door de meeuwen. En de Papegaaiduikers hebben tussen de rotsen hellingen met grond nodig waarin ze een hol kunnen graven om te broeden.

Voor de mooiste prentjes zijn IJsland en Noorwegen te prefereren waar de aantallen groter zijn en gewoon tussen de vogels gewandeld kan worden. Hier was het een kwestie van goed zoeken en de kans om nog enigszins op schootsafstand te komen zorgvuldig berekenen. Voor de meest fotogenieke momenten moet je een paar weken later zijn wanneer de jongen gevoed worden en pa en ma af en aan vliegen met visjes in de bek. Hele kaartindustrieën en lokale VVV’s draaien hierop.

Maar zie het als een aardige aftrap van een aantal indrukken van de Schotse kust die we de komende dagen zullen plaatsen.


Van een Kluut krijg je er altijd twee

De Kluut, misschien wel een van de meest elegante steltlopers die we in ons landje te zien krijgen. Schitterende vogel met een snavel die wel heel speciaal aangepast is aan het voedselvangen in de strandplassen. Zeer ondiepe strandplassen zijn nog aantrekkelijk voor hem om met zijn omgekeerd kromme snavel diertjes uit het slik te zeven.

Bijkomstigheid is dat deze vogel door grootte en nabijheid ( diepere strandplassen liggen tenslotte verder weg) in die plasjes makkelijk te fotograferen is. Maar door de ondiepe plas en het daarbij beperkt golvend water zie je hem ook altijd in spiegelbeeld. Zie je er een, dan krijg je er twee. Kluut in de bonus.


Lelijk eendje……

Een solitair eendje zwemmend langs het riet. Een eendje in zijn eentje, maar dat is een te gemakkelijke woordspeling. Totaal onverwachts dook het beestje op uit het water, nat en verfomfaaid. Nog niet in verhouding, nog niet in model. Lelijk in de luier, schoon in de sluier. Om er nog maar eens een tegeltjes wijsheid tegen aan te gooien.

Wat was het? Een jonge vogel zonder de context van een groep of ouder, die je pad kruist kan je nog al eens doen twijfelen. Maar even verder op stond een wakende Nijlgans in het weiland die onze zorg over het “weesje” wegnam en de determinatie oploste: een jonge Nijlgans, geen eendje dus! (foto Joyce)


Weer eens een ander kleurtje: de rode Kneu

Onder de kleine zangvogeltjes voert de kleur rood niet bepaald de overhand. Toegegeven, we kennen de Roodborst, de Putter en de bonte spechten waarbij het rood een essentieel onderdeel vormt van het kleurenpalet. Nu heb je van deze kleur niet zoveel nodig om op te vallen, een klein vlakje rood in het verenkleed doet al wonderen. Maar qua meetbare oppervlakte legt het het af tegen de vaak meer ingetogen kleuren.

De mannetjes Kneu doet het zonder “schreeuwerig” te zijn. Met een toefje zachtrood in het groen weet hij de aandacht te trekken. Een rode borst en een rood baretje. Een briljant accent in het struweel!

Kneutjes zijn algemene overwinteraars en broedvogels in ons land. Ze worden vaak over het hoofd gezien, maar is je blik er eenmaal op gescherpt dan is het een sport om deze rode mannetjes te spotten.


Eigenwijze jonge Grijze zeehond

Een telefoontje van een oplettende passant Ron: tussen de opgestapelde stoelen voor de strandtent lag een 4 maanden oude Grijze zeehond te slapen. Niet handig als je weet dat daar ‘s morgens het vertrekpunt is voor veel wandelaars met honden. Zeehond en hond vormen een spannende combinatie die voor het welzijn van beide dieren vermeden moet worden, daar hebben we al genoeg aandacht aan besteed.

Het leek beter om de jonge zeehond die geen aanstalten maakte naar zee terug te gaan, te verplaatsten naar een rustiger deel van het strand. Daar aangekomen bleek meneer minder gecharmeerd van zijn nieuwe rustplaats en koos het zeehondenpad. Maar 10 meter voor het water bedacht hij zich, strekte zich uit en ging zijn slaapje hervatten.

Grijze zeehonden zijn zelfbewust en niet snel bang. Ze lijken te vertrouwen op hun fysieke weerbaarheid, de felheid van een kat in combinatie met een grote bek vol scherpe tanden. Het was goed te zien dat dit jonge dier de situatie meester was en zijn eigen plan trok. Met een lange neus naar zijn redders door op de door hem gekozen plaats zijn slaap te hervatten. De foto van Joyce geeft het goed weer: dit wordt nog wat.


Terugkeer van de Koekoek

Gesnapt tijdens een vroege vogelexcursie voor onze vrijwilligers in het duingebied: mannetje Koekoek. Herkenbaar aan de borstband, duidelijker dan bij het vrouwtje. De eerste voor ons dit jaar. Tweede helft van april keren deze vogels terug uit Afrika. Met deze opname van 22 april was onze fotograaf Joyce er snel bij. Over een paar dagen weer algemeen te horen, het voorjaar kan nu echt van start.


Appelvink laat zich zien

Hij zit er wel, de Appelvink. Een vogel die je meer associeert met het oosten van het land komt gewoon voor in het duingebied van Voorne. Maar ik had hem tot nu toe maar een paar keer gezien en dan op afstand, hoog in de bomen. Een schuwe vogel die wanneer alles in het blad zit verdwenen lijkt. Van zijn zang moet hij het niet hebben: te zacht.

De verbazing en de vreugde was dan ook enorm toen ik deze week oog in oog stond met deze krachtpatser. Met zijn krachtige snavel in staat om de zwaarste noot te kraken. Het gedrongen zware lijf, de metaalachtige kleur van de snavel en het korte kapsel passen bij dit imago. Zon op zijn kop, schittering in zijn oog, 3 opnames waarvan 2 alleen geschikt voor de prullenbak. Met deze moeten U en ik het doen.


Haas

In het vroege ochtend zonnetje kijkt deze Haas verbaasd op van zijn leger naar de passanten. Beschut door de graspol tegen de sterke sterke zuidwesten wind en met de opkomende zon op de kop was het daar dermate aangenaam dat de Haas verkoos te blijven liggen in plaats van het hazenpad te kiezen. (foto Joyce Oudwater)


Gele kwikstaart op het Groene Strand

Zondag, bewolkte dag. Voor het maken van foto’s zie je liever een sterkere lucht boven het strand, geeft toch vaak wel mooiere plaatjes. Maar er zijn vogeltjes die zoveel kleur afgeven dat dit geen rol speelt. Sterker nog, met veel zon is dit beestje “over de top”. Misschien getuigt een Witte kwikstaart van een subtieler design, maar met dit licht is de Gele kwikstaart onbetwist de koning. In het gras van het Groene Strand dook een groepje van 20 doortrekkers op waarvan 1 meewerkte aan dit plaatje.