Oervondst op het strand.

Een van de mensen die zeer betrokken is bij onze stichting, gaf me dit stuk bot.

Hij trof het aan op de vloedlijn van het Maasvlaktestrand.

Gezien de kleur, de grootte en de vindplaats, een mogelijk interessante vondst.

Vaak plaatsen we onze vondsten op de website van de Oervondstenchecker: https://www.oervondstchecker.nl/

Al vrij snel krijg je dan een determinatie en een geschatte leeftijd.

Volgens een van hun experts zou het hier kunnen gaan om een fragment van het bekken van een Mammoet.

Inmiddels hebben we al veel onderdelen van dit uitgestorven dier.

Altijd weer leuk om deze “oervondsten” te laten zien tijdens de lessen over het ontstaan van de Noordzee.


Slappeling

Deze paddenstoel heet een morielje en kan overal opduiken waar kalk in de bodem zit.

Onze duinen zijn dan ook een ideale plek voor de schimmel die deze paddenstoel oplevert.

Rauw zijn ze giftig, maar goed klaargemaakt: een lekkernij.

Deze ligt er wel een beetje slapjes bij en heeft zijn hoogtepunt inmiddels al beleefd.


Geslaagde “duinendag”

Eenmaal per jaar organiseren IVN en ZHL een dag waarop een route is uitgezet met allerlei activiteiten voor bezoekers.

Op de route staan diverse stands waar je informatie kunt krijgen en activiteiten mag ondernemen over een bepaald onderwerp dat met de duinen heeft te maken.

Denk hierbij aan vogels, bijen, planten, waterdiertjes, fretten, paddenstoelen ed.

Ook onze stichting was gevraagd om mee te doen en we waren er bij met een uitgebreide presentatie over de vloedlijn en het leven in de Noordzee.

Zowel onze vrijwilligers, als de vele bezoekers hebben veel plezier beleefd aan deze dag.

Zeker voor herhaling vatbaar!

De bovenstaande compilatie is gemaakt door Joyce Oudwater.


Visserslatijn

Als we een inzet hebben op het strand komen we ze vaak tegen.

Stoere mannen en vrouwen, meestal dik aangekleed achter 2 of 3 hengels, bij de waterlijn.

Ze trotseren de elementen in de hoop enkele forse vissen te kunnen vangen.

Vaak maken we een praatje, het zijn tenslotte ook veel ogen op het strand.

Meestal zijn ze geïnteresseerd in ons werk en ontstaan er leuke gesprekken.

Omdat we vaak kluwen visdraad op het strand aantreffen waarin soms een vogel verstrikt zit, vragen we altijd om hier wat meer op te letten.

Men belooft dan ook altijd om dit soort afval weer mee naar huis te nemen en geen troep achter te laten.

Bovenstaande foto bewijst dat we hier nog wel wat te winnen hebben.

Plastic wegwerphandschoenen, waterflesje, dode pieren in een krant en afval in een plastic zak…., waarom toch?


De vijfde ontmoeting

Zo’n zeven dagen na de eerste ontmoeting was het weer raak. Maar nu had ik mijn huiswerk gedaan en de nodige informatie getrokken bij de vrijwilligers van de “strandbroeders”. Zij beschermen en monitoren elk jaar de broedende Dwergsterns, Bontbek- en Strandplevieren. Deze locatie was echter niet opgenomen in hun aandachtsgebieden. Maar zoals het met vogels gaat, gaat het ook met deze vrijwilligers: ze zwerven overal rond.

Een koppeltje plevieren was daar al een aantal malen gesignaleerd. Men wist ook te vertellen dat een nest met een vrijwel uitgebroed ei was achtergelaten, 8 dagen voor mijn eerste ontmoeting. Het zou dus heel heel goed kunnen zijn dat 3 eieren succesvol waren uitgebroed en de nog niet vliegvlugge jongen rondzwierven op het strand.

Laat nu bij deze vijfde ontmoeting de ouder luid en duidelijk zijn waarschuwingsroepje horen. Moeilijk te bewijzen, maar met een beetje optellen en aftrekken lijkt het aannemelijk dat ik al een week rondliep in zijn territorium met jongen.

Met deze conclusie heb ik het verder gelaten en het gebied twee weken uit mijn agenda geschrapt.


Weer die Bontbekplevier

Het werd een vast patroon. P5 Maasvlakte, nabij strandopgang. Duintje over en even om je heen kijken: steevast zat hij daar. De Bontbekplevier, met de kenmerkende stip op het voorhoofd. Of en waar je hem zou zien waren niet al niet meer de vragen.

Dit was de vierde keer. Weer diezelfde waakzaamheid van zijn kant, zonder dat ik maar ook ergens een partner, nestje of rennende jongen kon waarnemen. De jongen van de plevieren zijn nestvlieders, uit het ei meteen aan de wandel. Snel rennend over het zand, soms tientallen meters ver van het ouderpaar.

Maar geen teken van leven.


Voorlopig verslag onderzoek dode bruinvis

Tijdens een strand expeditie, afgelopen juli met jongeren langs de vloedlijn werd er een dood bruinviskalf gemeld.

Het onfortuinlijke dier leek nog maar enkele weken oud en was gestrand op de Maasvlakte.

Omdat het nog een vers kadaver betrof had de universiteit van Utrecht ook belangstelling.

Afgesproken werd dat dit kalfje in de loop van de dag naar Utrecht zou worden gebracht voor nader onderzoek.

Nadat we het diertje hadden geborgen hebben we de bruinvis eerst nog te laten zien aan de jonge deelnemers van de excursie.

Niemand van hen had ooit een bruinvis van dichtbij gezien en men luisterde dan ook aandachtig naar onze uitleg.

Vanmorgen kregen we het voorlopige verslag van het onderzoek toegestuurd.

Na toestemming te hebben gekregen van het onderzoek team, willen we dit graag met jullie delen.

Het onderzoek is gedaan door Manon Lock, onderzoeksassistent strandingsonderzoek zeezoogdieren

Universiteit Utrecht / diergeneeskunde.


Derde ontmoeting met de Bontbekplevier

De volgende dag hetzelfde ritueel: plevier op het strand. Van grote afstand zag ik hem, hij mij natuurlijk ook. Om onnodige verstoring te voorkomen mijn wandelroute verlegd naar de binnenkant van het duin. Hopelijk zou ik vanuit de dekking van helm en duin hem kunnen volgen. Ter hoogte van de plek waar hij vermoedelijk nog zou moeten zitten met camera in de aanslag naar boven gekropen. Maar voordat ik het topje van het duin maar kon bereiken verscheen de kop van de Bontbek boven het zand en keek me aan. Twee nieuwsgierige zielen, 1 gedachte. Plat blijven liggen en op de knop gedrukt. Matige foto, maar het stipje duidelijk zichtbaar. De plevier verdween achter het duin.


De Bontbekplevier, twee dagen later

Twee dagen later op het zelfde strand, nu dichter bij zee kwam ik hem weer tegen. Herkenbaar aan de zwarte stip. Foeragerend bij het vloedmerk. Solitair, geen maatje te zien. Honkvast aan de plek. Even opvliegend om dertig meter verder weer te landen. Weer de omgeving tevergeefs afgespeurd. Maar kan geen toeval zijn, er zal nog wel iets komen opdagen.