Onopvallende verschijning, grootse zanger: de nachtegaal

Sinds vorige week zijn ze hier weer volop te horen, nachtegalen. Voor sommigen zal het verbazing wekken, een nachtegaal op het strand. Maar aan de kust is juist de plek om ze waar te nemen en dan voornamelijk op het gehoor. Struiken in en rond de duinen zoals duindoorn en meidoorn zijn geliefde plekken.

De nachtegaal staat bekend om zijn gezang dat wel zo’n twintig uur per dag kan doorgaan, van ‘s ochtends vroeg tot diep in de nacht. Voor velen onder ons behoort hij tot de absolute top onder de zangvogels (zelf blijf ik een gewone merel mooier vinden) met zijn scala aan fluittonen en diepe slagen en rollers. Intens aanwezig en niet te missen als je eenmaal de specifieke kleurklank in je geheugen hebt zitten.

Zo fraai opvallend en nadrukkelijk aanwezig zijn zang is, zo beperkt is hij met het oog waar te nemen. Hij laat zich minder zien en aan opsmuk is geen geld uitgegeven. Weinig kleur, geen streepjes en stipjes. Maar toch loont het de moeite om het geluid te traceren en dan het bosje waar hij zit af te tasten. Zoals bij dit exemplaar goed lukte. Iets groter dan een roodborst, aanwezige staart die altijd iets “afhangt” , voornamelijk saai bruin, donker oog met een lichtbruine oogring.

Alleen in het broedseizoen aanwezig met zo’n 7000 broedparen, vanaf derde week april tot juni veelvuldig te horen met in de drukke gebieden om de twintig meter een territorium. Na juni kan je ze nog wel eens beluisteren wanneer ze bezig zijn met een tweede nest, vanaf september zijn ze weer verdwenen.

Het fraaie van de Delta is dat je op de Voornse Slikken en op de Kwade Hoek met je benen door het water kunt lopen en op de achtergrond de nachtegaal kan horen in de duindoorn. Een wandeling van Oostvoorne naar Rockanje over het strand, of een fietstocht langs het Oostvoornse Meer is een groot openlucht concert.

Eigenlijk dient dit bericht met twee saaie foto’s als doorverwijzing naar sites op internet met vogelgeluiden, daar vind je de attractie. Even goed in je opnemen en dan naar het strand…


Luchtleeuwerik

Je hoort en ziet ze vaak. Ze vliegen op en stijgen al zingend naar een hoogte van wel 150 meter om vandaar hun liedje te zingen. Vervolgens dalen ze, het laatste stuk stopt het gezang en laten ze zich terugvallen op het grasland.

We noemen ze veldleeuwerik maar het beeld dat in ons geheugen gegrift is is van dat kleine vogeltje dat hoog in de lucht hangt te zingen. In Engeland spreken ze over “Skylark”, een naam die beter aansluit. We zouden hier “luchtleeuwerik” kunnen introduceren.

Op de grond is hij zeker niet onzichtbaar, op akkers en stukjes grasland. Maar een heldere kleur in het veren kleed ontbreekt en zingen doen ze dan niet (uitgezonderd gezeten op een paaltje). Menigeen zal dan ook zijn sociale interactie met de veldleeuwerik beleven wanneer deze hoog boven hem hangt te zingen. Ze doen dit van zonsop- tot zonsondergang , van late winter tot midden zomer.

Zo verging het mij ook afgelopen week toen ik dit exemplaar fotografeerde op de Beningerslikken. Ze zijn nog steeds algemeen, al is het aantal broedparen in 50 jaar geslonken van 600.000 naar ca 30.000!!!!!! Heeft vermoedelijk te maken met de rationalisatie van de landbouw. Strakker en frequenter gemaaide graslanden, weinig stoppelvelden met restant graankorrels in de winter etc (info Sovon).

In deze omgeving zien en horen we ze nog vaak en frequent. Met name de gorzen en slikken zijn terreinen waar ze zich nog uitstekend thuisvoelen. Genoeg stoppelveldjes die niet gemaaid worden en voldoende privacy. Kwade Hoek, Groene Strand en Beningerslikken lijken ideale biotopen. Nadeel is dat deze plekken vaak te nat zijn op lekker op je rug te liggen met een sprietje in je mond en dan luisteren en kijken naar onze luchtleeuwerik tegen het zwerk.


Puber-aaltje

Juveniele aalscholver met lichtgekleurde snavel en nog bruine uitstraling, veel wit aan de borstpartij. De markante gekleurde kop van het volwassen exemplaar in prachtkleed dat we twee dagen geleden lieten zien is nog twee jaar weg. Daarna neemt met het vorderen van de jaren het aantal witte kopveren in het voorjaar verder toe. Algemene vogel hier aan de kust met een schitterend verenkleed.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Camouflage

Doordat sommige individuen van een bepaalde soort een uiterlijk hebben dat lijkt om de leefomgeving, kun je je voorstellen dat dergelijke dieren een grotere kans hebben om te overleven. Zo kan zich, door evolutie een schutkleur ontwikkelen waardoor de dieren minder zullen opvallen en daardoor vaak minder kwetsbaar zijn.

De kegelrob of grijze zeehond (boven) leeft voornamelijk op en bij rotskusten en heeft een vacht ontwikkeld waardoor het dier minder opvalt tussen en op de stenen.

De gewone zeehond (onder) is vaak te vinden op en bij een zanderige bodem en ook hier zie je dat hun vacht zich mooi heeft aangepast.

Dit zijn allebei nog jonge dieren en beiden hebben we aangetroffen op de Maasvlakte.


Op z’n paasbest

Aalscholver in prachtkleed. Op z’n paasbest zou je kunnen zeggen. Het wit neemt de overhand op de kop. In juni van dit jaar zal het alweer sterk verminderen en zullen nog maar wat witte plukken over zijn. Maar voor nu is het genieten van deze bij veel mensen niet bewust bekende tooi. Als je een aalscholver ziet neem even de moeite om er naar te kijken. Extra tip: in de vlucht zie je nu ook mooi dat witte vlak aan de flank net boven zijn poten. Echt, je hoeft niet naar de Galapagos of op safari in Afrika……. gewoon Maasvlakte


De mosselgrot.

Jaren gingen voorbij zonder het te weten en ik had de hoop al opgegeven.

“Heeft de mosselgemeenschap wel een behoorlijk bestuur?”

Ik weet dat velen onder u met deze vraag worstelen en ik ben zo blij dat ik u allen nu eindelijk een antwoord geven kan.

Want ik heb ze gevonden, de bestuurders van het mosselrijk!

Ergens in een hol in de betonnen blokken die als bescherming dienen tegen de oprukkende zee.

Keurig in een georganiseerde opstelling, een net gezelschap in een plechtige kring. Rolverdeling, organisatie en een geordende opstelling duiden wel degelijk op een goed bestuur.

Het gewone “gemossel” wachtte buiten in de elementen op de beslissingen van grote bestuurders.

Een hechte gemeenschap, duidelijk kleiner van stuk, maar wel met velen!


Tureluur

Deze tureluur liet zich dit weekend makkelijk benaderen. Hij zat onderaan de zeewering te schuilen tegen de harde wind. Zijn winterkleed bijna volledig gewisseld voor de zomerveren, de poten inmiddels zomers knal rood-oranje. De winterse weersomstandigheden met zelfs af en toe een vlok sneeuw staken er koud bij af. Nog een dagje afzien en daarna weer naar “normaal voor de tijd van het jaar” temperaturen.


Laatste der mohikanen

Op de valreep kwam ik hem nog tegen: de Smient. In de wintermaanden in zeer grote aantallen hier aanwezig, ‘s zomers vrijwel verdwenen. Ze broeden in het noorden van Scandinavie, IJsland en Rusland. Smient ook wel genoemd Fluiteend, vanwege het fluitend geluid dat ze al overvliegend laten horen.

Op Voorne zijn grote aantallen te vinden ondermeer bij de Strypse Wetering. En juist toen ik uit mijn winterslaap ontwaakte en dacht , kom laat ik de smient nog eens vastleggen was hij daar al weg. Gelukkig elders er nog eentje op de kop kunnen tikken. Zeer algemene overwinteraar en toch bij menigeen niet echt bekend, ik hoor er tenminste niemand over praten op een verjaardag of in de supermarkt. Heel gewoon en onopvallend mooi, let op het patroon op de grijze rug dat zelfs veel vogelboekjes niet duidelijk laten zien.