Redden of doodknuffelen???

Schattig zeehondje, de “gun factor” spat ervan af.

Onlangs is er in de krant een stuk verschenen over het opvangen van zeehonden. Dit op het sentiment geschreven artikel suggereert dat de huidige aanpak veel te wensen overlaat.

Jammer, temeer daar in 2020 weloverwogen richtlijnen opgesteld zijn door het Ministerie die het evenwicht zoeken tussen gezond voortbestaan van de soort en het individueel dierenwelzijn.

Het gaat om een wild dier dat met het daarbij behorende respect moet worden behandeld. Dus niet als hond of als vee. Geen chip onder de huid of geel oormerk. Het dier leeft in het wild onderworpen aan de natuurwetten met eigen geboorte en sterfte dynamiek.

In ons drukbevolkte land ontmoeten de wereld van de zeehond en de mens elkaar. Op dit grensvlak speelt de discussie: wat doen we met een zeehond op het strand? De richtlijnen geven hier duidelijkheid in.

Opgeleide zeehondenwachters observeren de zeehonden op het strand. Verzwakte exemplaren worden 24 uur gevolgd. Is het een normale infectie of aandoening dan zal het jonge dier dit zelf moeten kunnen overwinnen, zoniet dan is het niet sterk genoeg gebleken en doet de natuur haar werk. Afstemming vindt plaats met de dierenarts of het hoofd verzorging van Aseal .

De dierenarts heeft altijd de ruimte om vanwege individueel dierenwelzijn in te grijpen en dat geschiedt ook regelmatig.

Zo’n veertig jaar geleden ging het slecht met de zeehond in ons land. Er is veel aan opvang en verzorging gedaan, met succes. De soort is hersteld en uit de risicozone. Nadelen van opvang zijn verzwakking van de populatie en mogelijke overdracht van menselijke virussen aan het dier. De afweging wordt nu terecht iets anders gemaakt

De pup bovenaan dit stukje was er goed aan toe, is geobserveerd en niet opgenomen.Als hij wat groter is steekt het in 1 nacht over naar Engeland of naar de Waddenzee en over een aantal jaren zal het zich voortplanten en zijn gezonde genen doorgeven ergens in de Noordzee.