Wandelende kerstbout, een decembervertelling

De donkere dagen voor kerst zijn wel erg donker en grauw dit jaar. Menigeen snakt naar een graadje vorst en een heldere lucht. Begin deze week mochten we dat even beleven in de wetenschap dat het met twee dagen weer gedaan zou zijn en we zouden terugvallen in het sombere weer van de eerste decemberweken.

In die natte eerste weken van deze maand brak ondanks de voorspelling op een middag de zon door de wolken en mochten we aan de kust een tijdelijke opklaring beleven die Nederland elders niet gegund was. Op naar de Maasvlakte met camera en een forse telelens om wat vogels te “schieten”. Een onschuldig tijdverdrijf dat tot de nodige frustraties kan leiden, missers hebben de overhand.

Na een paar uurtjes met nauwelijks een vermeldenswaardige jachtbuit de terugtocht aanvaard en van de Maasmond onder de duinen langs terug gereden naar Oostvoorne. Voor lokaal bekenden: de Prinses Maxima weg. Ter hoogte van paal 13.8 zag ik voor mij een grote witte vogel op de weg zitten. Een Zilvermeeuw dacht ik. Ze zijn niet schuw en vliegen niet snel op als er wat te snaaien valt. Maar bij het passeren moest ik mijn gedachten bijstellen. Het was iets dat je niet op het land verwacht. Een volwassen Jan-van-Gent.

De grootste zeevogel van de boreale wereld. Met een spanwijdte van 1.90 meter en een lengte van kop tot staart van ca 90 cm een stevige jongen. Broedt op rotskusten van Engeland, Schotland, IJsland etc en verblijft verder altijd op en boven zee. In de wintermaanden trekken met name de jongen meer naar het zuiden maar zijn ze ook nog in grote getale op de Noordzee te zien.

De bewoners van ons land moeten het doen met observaties op zee of vanaf het duin. Ze willen nogal eens voor onze kust en in de Maasmond op vis jagen. Vaak ook in de buurt van bruinvissen, onze kleinste walvissoort. Bruinvissen houden van visjes van hetzelfde formaat. Dus zie je een bruinvis kijk even omhoog naar Jan en andersom, het kan de moeite lonen. De meeste strandwandelaars kennen de Jan-van-Gent (officiƫle schrijfwijze) van het strand waar geregeld kadavers aanspoelen.

Terug nu naar mijn Jan. Atypisch gedrag, zo op het asfalt te rusten. Ik draaide de auto en reed terug. De alert ogende vogel waggelde naar de rand van de weg en trachtte te vliegen. Ondanks dat de vleugels gaaf leken, lukte het niet om op te stijgen. Wat te doen? Gelukkig was hij van de weg af in het helmgras beland, want ondanks dat dit een B weg was denderden er auto’s met een te hoge snelheid langs.

Eerst maar eens een paar foto’s maken, daar was ik tenslotte voor naar het strand getogen. Maar verder? Bij zo’n onverwachte gebeurtenis schieten ook onverwachte gedachten door je hoofd. Meenemen als kerstbout? Het was tenslotte een aardige kluif van 2-3 kilo! Maar nee, we krijgen een aantal veganisten aan tafel en dan is dat moeilijk uit te leggen. Overigens is de Dodo ook zo uitgestorven. Uit zijn lijden verlossen en opzetten?? Ook een beetje cru en het beest was in winterkleed en dat is minder sprankelend.

Tenslotte overwonnen mijn warme dierlijke gevoelens het van de praktische benadering en besloot ik dat de beste actie was mijn maat Ad vd B te bellen en te vragen even langs te komen met een opvangkist om het beest mee te nemen en via de dierenambulance hem een herstel bij Karel Schot, vogelopvangcentrum in Rdam Zuid, te bieden.

Binnen een half uurtje was Ad ter plaatse en konden we hem gaan vangen. Afleiden aan de voorkant en van achteren een vangnetje erover. Achter de kop vast pakken, lijf ondersteunen en in de kist. Zo simpel is het. Het kritische moment is het loslaten, dat nu eenmaal moet gebeuren voordat het deksel dicht gaat. Dat ene moment was genoeg voor de vogel om al zijn frustraties eruit te gooien en een forse pik op de pols te geven die daarmee tot bloedens toe verwond werd. Dierenliefde eist zijn tol. Jannen-van-Gent staan er zelfs om bekend dat ze kunnen uitvallen naar de ogen….

Eenmaal thuis de vogel tot rust laten komen en na een uurtje verscheen de Dierenambulance. Als de kersttruck van de Postcodeloterij of van Coca Cola kwam hij eraan. Een lichtbaken van hoop stopte voor de deur en drie dierenverzorgers ontfermden zich over onze Jan. Geen bestemming als bout op tafel of trofee aan de muur. Wordt vast nog een mooie kerst voor hem.