Bezoek uit Azië

Meegenomen in het ballastwater van grote schepen uit onder andere Azië, zette de Blaasjeskrab zijn 10 poten op Nederlandse bodem. De laatste jaren duiken steeds meer nieuwe soorten krabben op in ons land. De eerste exoot kwam al in 1874 aan in Nederland en zo volgden o.a. de Chinese wolhandkrab, de wolkrab en de penseelkrab.

In 1999 is deze Blaasjeskrab voor het eerst gezien op het Nederlandse strand en sindsdien zijn deze krabben sterk in aantal toegenomen. Bij de blokkendam op het Maasvlaktestrand vonden we twee Blaasjeskrabben op een plek waar deze krabben graag vertoeven: een hogere en ruigere getijdenzone, waar de zee wild tussen de rotsen en dijken slaat.

Hoe herken je de Blaasjeskrab
Deze krab herken je meteen aan de donkerbruin/rode schild (ongeveer 45 mm) met een prachtig symetrische vlekkenpatroon wat doorloopt met lichte en donkere banden over de looppoten. Verder heeft de blaasjeskrab een vierkant schild met een rechte voorrand en drie tanden aan de zijkant.
De mannetjeskrabben hebben lederachtige blaasjes aan de basis van het beweeglijke bovendeel van de scharen, hier dankt deze krab zijn naam aan. Ze zijn groter dan de vrouwtjes (die trouwens geen blaasjes hebben) en hebben ook grotere scharen. 

Mannetje of vrouwtje?
Krabben zijn krachtig gebouwd en hebben een zwaar skelet. Het schild is afgeplat en het achterlijf is onder het lichaam geklapt. Als je een krab omdraait is dat goed te zien. Bij alle soorten krabben is aan het vooruitgeslagen achterlijf te zien of het een mannetje of een vrouwtje is. Als het breed en rond is, dan is de krab een vrouwtje. Het lijkt een beetje op een bijenkorf. Daar houdt ze de eieren onder. Een krab met een smal, spits, driehoekig achterlijf, in de vorm van een vuurtoren, is een mannetje. Die heeft daar twee piemels onder zitten, eentje links en eentje rechts. Eigenlijk zijn het omgebouwde pootjes.

Het gebeurt wel eens dat ze een poot verliezen, maar niet getreurd, deze groeit gewoon weer aan. Dit soort kan wel 5x per jaar eieren leggen, dit in tegenstelling tot de Nederlandse strandkrabben die dit maar 1 keer per jaar doen.

Men was bang dat deze uitheemse soorten onze inheemse strandkrab zou verdringen, maar gelukkig gedijen ze goed naast elkaar. 

De Blaasjeskrab is dus een blijvertje!