Broedseizoen

Ineengedoken tegen de sterke zuidwester houdt deze Zwarte kraai de wacht over het Natura 2000 gebied op het groene strand van Voorne. Voor wie hier vaak wandelt een bekend plaatje. Er zijn veel palen met het bordje, er zijn veel Zwarte kraaien en deze vogels zitten graag op een paaltje. En dat maakt deze opname zo vertrouwd. Het onstuimige weer van vandaag maakt dat de kraai zich schrap moet zetten om niet te worden weggeblazen.

Het broedseizoen is weer begonnen en de bordjes staan er niet voor niets. Op de achter de borden gelegen slikken en het gors barst het van de vogelactiviteit. Rusten, foerageren, schuilen en broeden. Het moge duidelijk zijn: dit gebied niet betreden. Dit wordt over het algemeen goed opgevolgd. Maar heb je een hond met een vrije opvatting over gehoorzamen: houd hem aan de lijn. Het gebied inrennen vanaf het pad geeft veel verstoring.


Scholekster met schone snavel

Een kustvogel, Scholekster, op een paaltje aan de rand van een grasland in het binnenland. De Scholekster staat nog steeds te boek als een kustvogel maar buiten de wintermaanden is deze soort in ons hele land te vinden. Broedend in weilanden en zelfs op daken. Op Voorne zijn we in de wintermaanden met deze soort goed bedeeld, de binnenlandse exemplaren voegen zich bij hun kustgenoten om te overwinteren.

De oranje-rode snavel van ons gefotografeerde exemplaar is mooi schoon. Het zoeken naar larven in een nat weiland is blijkbaar minder belastend voor de snavel dan het ruwe werk aan de kust. Voedsel zoeken in het natte zand en het open bikken van oesters en mosselen eisen hun tol. Er is dan ook een meetbaar verschil in lengte van de snavels tussen kust- en weilandbewoners. En een optisch: ruw, sterker gegroefd en meer verweerd. De voortdurend groeiende snavel past zich echter snel aan.

Voor de purist onder onze lezers hoort dit exemplaar in een weiland misschien niet thuis op onze site. Maar bekijk het dan maar met de ogen van “Ik vertrek” : het is goed om onze “expats” te volgen in hun nieuwe habitat.


De grote bek van de Nachtegaal

Hij is er weer: de Nachtegaal. Een onopvallende verschijning met een opvallend mooie zang. Dat is natuurlijk erg persoonlijk, maar voor menigeen behoort hij tot de top van wat je in Nederland kunt horen. Onvermoeibaar zingt deze vogel de gehele dag en een groot deel van de nacht. Vaak verborgen in de struiken, maar soms laat hij zich goed zien. Afhangende staart en een grote bek. Een oneerbiedige beschrijving voor zijn geopende keel waar al dat goddelijke geluid uit komt. De komende weken wanneer alle territoria bezet zijn wordt het een ware symfonie in onze duinen.


Toevallige ontdekking

In ons vorige berichtje lieten we de opnames zien van twee mannelijke Strandplevieren. Het ging echter om een groepje van 3 exemplaren, naast de de twee heertjes vloog een dame mee. Ingetogener van kleed, minder nadrukkelijk gekleurd kopje en minder zwarte halsband. Het vrouwtje was op te grote afstand gefotografeerd en kwam in eerste instantie niet aanmerking voor plaatsing op de site.

Op de computer werden met een sterke digitale vergroting de blauwe ring en het gele vlaggetje met de letters KV aan de poten zichtbaar.

Nu worden we in het project “strandbroeders” begeleid door de Vogelbescherming en de ecologen van Delta Milieu Projecten. Via hen was de afkomst van de ring en vlag en de herkomst van de vogel snel getraceerd: het vrouwtje was als volwassen exemplaar op 18 mei 2023 geringd op de Marker Wadden en vermoedelijk nu na overwintering onderweg terug. Hopelijk wordt ze binnenkort daar weer waargenomen.

Gezien de kleine en kwetsbare populatie zijn deze waarnemingen van groot belang om inzicht te krijgen in de ontwikkeling. De Strandplevier houdt van ruige pioniers omgevingen om zich voort te planten. De Marker Wadden is zo’n gebied, en nog steeds voldoen de kusten van de Delta ondanks de recreatiedruk ook hieraan. Het project “strandbroeders” volgt en beschermt de Dwergstern, Bontbekplevier, Strandplevier tijdens de broedperiode. Deze soorten leggen hun eieren in een kuiltje tussen de schelpen op het strand.


Hoe krijg je twee Strandplevieren scherp in beeld?

Dit is haast niet te doen! Maar laten we eerst even inzoomen op de vogel.

Strandplevieren, kleine vogeltjes. Zelzaam, althans in Nederland. Overwinteren in Zuidwest-Europa en Noord-Afrika. Broeden aan de westkust van Europa tot in Denemarken. In Nederland gaat het om ca 200 broedparen.

Een groot aantal hiervan broedt in het noordelijk deel van de Delta en laten we nu net daar vaak rondstruinen. Verder maken ze deel uit van het project “strandbroeders” van de Vogelbescherming en daar zijn onze vrijwilligers nauw bij betrokken.

Groot was dan ook het enthousiasme om een drietal van deze soort op het strand van Voorne aan te treffen, vermoedelijk gezien de tijd van het jaar nog op doortrek. Op “onze” moeten we dus nog even wachten.

Toevallig de camera in de rugzak en dus in de dekking en afwachten. Uiteindelijk lukte het om er twee in beeld te krijgen. Maar dan speelt de beperking van een zware telelens bij matig licht ons parten: scherptediepte van een paar centimeter met als gevolg slechts 1 Strandplevier scherp. Als paardenmiddel dan maar twee foto’s gemaakt. Ongetwijfeld kan een gevorderde “photoshopper” deze mooi combineren tot 1 beeld. Dit gaat ons echter te ver, we zijn tenslotte geen Britse royal.


Black is Beautiful

Normaal zijn grijze zeehonden goed te herkennen aan hun grijze vacht met donkere vlekken.

Soms wat lichter en soms wat donkerder grijs getint.

In dit geval troffen we een volledig zwarte jonge grijze zeehond aan op het strand.

Of zoals een melder het zei: “Wat een dropje!”

We spreken dan over een melanistische zeehond.

Op de rug zat een kleurtje dat bij een eerdere stranding was aangebracht door een zeehondenwachter.

Uiteindelijk is dit zeehondje, na een korte observatie periode weer zelfstandig naar zee vertrokken.


Gewone slangster

Bij springtij en een paar dagen er na, kan als de westelijke winden geen roet in het eten gooien, het
water erg laag worden. Aan de Brouwersdam kan dan de zeebodem aan de voet van de dam
droogvallen. Op dat moment is er kans om als de meeuwen je niet voor zijn, levende gewone
slangsterren te ontdekken.

Deze tot de stekelhuidigen behorende slangsterren, proberen dan om
van onder het zand uit te komen en maken daarbij prachtige patronen. De dieren leven van
microscopisch kleine voedseldeeltjes en van aas. Zelf staan ze op het menu van vissen en zeevogels.

Tekst en foto’s: Ad Aleman


Nog meer foto’s van zeehonden



De laatste paar maanden zijn er al veel foto’s van zeehonden voorbij gekomen, maar voor wie er
geen genoeg van kan krijgen, hier een link naar het fotoboek wat ik gemaakt heb.
https://www.albelli.nl/onlinefotoboek-bekijken? widgetId=465f021b-600b-425b-90ec-fcb017d84418
Zoals je ziet heb ik het over kegelrobben, want die naam past veel beter. De neus van een kegelrob is
voor de determinatie veel beter te gebruiken dan de kleur. Als ze nat zijn lijken ze aan de bovenkant
best grijs of zwart, maar als je beter kijkt zie je kleur verschillen en patronen, dat is zeker het geval als
ze opgedroogd zijn en niet onder het zand zitten.

Foto en tekst van Ad Aleman


Het piept en zit vaak in het gras

De Graspiepers hebben de migratie met succes afgerond en zijn weer aangekomen op het Groene Strand.

Ze hebben geen tijd te verliezen.

In de vroege ochtend wordt er al druk gebaltst.

Het mannetje vliegt steil omhoog 25-30 meter boven de grond.

De afdaling kan beginnen.

Met een serie snel herhalende tonen, vouwt hij zijn vleugels naar voren in de vorm van een parachuutje en dwarrelt naar beneden.

Tussen het baltsen door wordt er flink gefoerageerd langs de paden.

Soms worden ze nauwelijks opgemerkt, ze zijn lastig waar te nemen door hun schutkleur en de grootte.

Maar hun geluid is onmiskenbaar: Piep…, piep…, piep…!

Foto’s en tekst van Joyce Oudwater


Zien en gezien worden

Van een groep Wilde eenden bleef deze als laatste zitten. Bij het maken van dit plaatje zag ik dat hij het oog open had en alles nauwkeurig in zich opnam. Zien of gezien worden. In dit geval zien en gezien worden. De eend had de regie, was assertief genoeg om te blijven zitten en de fotograaf als voorbijgaand ongemak te accepteren.