Fluwelen zwemkrab met eitjes

Ze lag er wat ongelukkig bij op haar rug toen we haar troffen, deze prachtige Fluwelen zwemkrab. Na de zachte winter van het afgelopen jaar draagt zij -nu in maart- al eitjes onder haar puntstaart! Dit is mooi te zien op de 2e foto (de rode massa), waarna we haar uiteraard weer op haar 10 pootjes hielpen.

Voor deze typisch Zuid Europese krab was onze kust vroeger de noordgrens van dit krabbensoort. Nu onze winters geen échte winters meer zijn, zal het je dan ook niets verbazen dat we bij ons in de Noordzee en in de Oosterschelde steeds meer Fluwelen zwemkrabben zien.

Pittige tante
De Fluwelen zwemkrab ziet er exotisch uit en is de grootste zwemkrabbensoort uit onze streek. Zoals haar naam al doet vermoeden heeft dit dier een fluweelachtig uiterlijk. Een groot deel van het pantser wat eigenlijk blauw is, zie je niet door de dichte bruine beharing. Ze lijkt dus aaibaar, maar niets in minder waar. De fluwelen zwemkrab is erg agressief, knijpt hard en neemt een dreighouding aan als je haar verstoort. Deze krabben zijn uitstekende zwemmers, uitgesproken carnivoren en jagen actief op kreeftachtigen, schelpdieren, wormen en vis. Zwemkrabben worden onderscheiden van de andere krabben doordat de laatste twee segmenten van het achterste pootpaar zijn afgeplat tot “peddels”.

Een aantal feitjes een rijtje:

  • Afmetingen: Breedte van het rugschild bij de wijfjes tot 9 cm, bij de mannetjes meer dan 10 cm. Meestal kleiner.
  • Kleur: Rugschild roodbruin, bedekt met fijne haren die het dier een modderbruin uiterlijk geven. De ogen zijn opvallend rood. De vingers van de scharen zijn  blauwpaars. De lijsten op de poten roodachtig, soms ook paars. De zwemvliesjes op de achterste poten zijn vaak ook paarsomrand en voorzien van een donkere streep in het midden. 
  • Vorm: Vrij brede krab met krachtige, grote scharen. Tussen de op korte steeltjes staande ogen staan 8 tot 10 scherp en onregelmatig gevormde tandjes. De uiteinden van de achterpoten zijn afgeplat tot ovale, peddelachtige zwemvliezen. De dieren hebben een fluweelachtige beharing, waarin vaak slib blijft hangen. Hier komt ook de naam vandaan.
  • Poten: 4 Paar poten met 2 paar vrij grote scharen, achterste poten met zwemvliezen.
  • Overig: De dieren kunnen opvallend agressief zijn en steken bij het minste of geringste de schaarpoten dreigend vooruit.

Van ei tot krab
De eieren die deze dame bij zich draagt noemen we kuit. Als de eitjes gelegd zijn, dan draagt het vrouwtje ze een aantal weken onder haar buikschild mee.  Soms wel een miljoen eitjes! Uit de eitjes komen kleine larven, dit is het eerste stadia (zoea-stadia genoemd) en de larven lijken totaal niet op een krab. Meer op een watervlo, ze eten algjes en zijn piepklein.  

Het volgende stadium is de megalopa-larve, ofwel ‘groot oog-larve’, Ze hebben de ogen al op steeltjes lijken nu op een garnaalachtig diertje van anderhalve millimeter. Het heeft al 10 pootjes en de voorste poten hebben ook duidelijke scharen.

Het kan weken of maanden duren tot ze volgroeien tot een echte krab. De krab blijft vervolgens zijn hele leven groeien, en om dit te kunnen moet het steeds blijven vervellen.

We laten haar weer met rust… en wachten rustig af hoe de natuur haar werk doet.


Een ei is de enige verpakking die
door zijn inhoud geopend moet worden.

Midas Dekkers