Een gele kop met zwarte tranen.
Samen met Joyce Oudwater hebben we al lopend, een flink stuk strand van de Kwade Hoek afgezocht.
Het doel was tweeledig:
Een foto maken van een mannetje blauwe kiekendief én kijken of we een zeehondje met een blauw kleurmerk zouden aantreffen op het strand.
Deze zeehonden hebben een kleurtje gekregen omdat er werd getwijfeld aan hun conditie en zijn op deze manier te herkennen als ze opnieuw stranden.
Beide soorten hebben we deze ochtend niet aangetroffen.
Toch was het een prachtige wandeling, geen mens te zien, overal opvliegende en roepende veldleeuweriken, een rustende slechtvalk en veel steltlopers langs de waterlijn.
Een wandelende meditatie met een heerlijk geluksgevoel als beloning.
Op de weg terug naar huis troffen we op een verharde zeewering, 2 kleine vogels met een opvallend geel en zwart gekleurde kop.
Hier was geen twijfel mogelijk: “strandleeuweriken!”
De strandleeuwerik komt nogal verspreid in Europa voor.
Langs de arctische kust en in de bergen van Scandinavië, maar ook op de steppes rond de Wolga, de Kaukasus, Griekenland en de Balkan broeden de strandleeuweriken.
In het najaar trekken de Scandinavische vogels naar zuidelijker streken en kunnen we ze ook aan onze kust aantreffen.
Deze 2 waren zaden aan het zoeken om na een lange tocht wat op te sterken.
De foto is gemaakt door Joyce.