Derde ontmoeting met de Bontbekplevier

De volgende dag hetzelfde ritueel: plevier op het strand. Van grote afstand zag ik hem, hij mij natuurlijk ook. Om onnodige verstoring te voorkomen mijn wandelroute verlegd naar de binnenkant van het duin. Hopelijk zou ik vanuit de dekking van helm en duin hem kunnen volgen. Ter hoogte van de plek waar hij vermoedelijk nog zou moeten zitten met camera in de aanslag naar boven gekropen. Maar voordat ik het topje van het duin maar kon bereiken verscheen de kop van de Bontbek boven het zand en keek me aan. Twee nieuwsgierige zielen, 1 gedachte. Plat blijven liggen en op de knop gedrukt. Matige foto, maar het stipje duidelijk zichtbaar. De plevier verdween achter het duin.


De Bontbekplevier, twee dagen later

Twee dagen later op het zelfde strand, nu dichter bij zee kwam ik hem weer tegen. Herkenbaar aan de zwarte stip. Foeragerend bij het vloedmerk. Solitair, geen maatje te zien. Honkvast aan de plek. Even opvliegend om dertig meter verder weer te landen. Weer de omgeving tevergeefs afgespeurd. Maar kan geen toeval zijn, er zal nog wel iets komen opdagen.


Ontmoeting met een Bontbekplevier

Half augustus, het broedseizoen ten einde. Ook de strandbroeders ( Dwergsterns, Bontbek- en Strandplevieren) houden het voor gezien. Afzettingen op het Slufterstrand worden opgeruimd, informatieborden weggehaald.

Een paar kilometer noordelijker, op een rustig deel van het Maasvlakte strand loopt deze eenzame Bontbekplevier. Het beestje laat zich gemakkelijk fotograferen. Bontbekplevieren zijn goed benaderbaar, maar ook klein. Vastleggen blijft toch lastig. Maar deze was niet van plan snel het hazenpad te kiezen. Jongen in de buurt? Een afleidingsmanoeuvre? Partner, nestje of kroost niet te bekennen. In de gaten houden de komende dagen, wie weet een laat tweede leg.

De straffe zuidwester zorgt voor het nodige opwaaiende zand, maar deert het beestje niet. Op zijn kop, in de witte vlek boven de snavel een zwart stipje, handig om hem te herkennen bij een volgende ontmoeting.


Het duistere oog van de Jan-van-gent

In juni plaatsten we een aantal foto’s van Jan-van-genten. Vogels met een karakteristieke uitstraling waarbij het oog een belangrijke rol speelt.

Bij een paar opnamen viel op dat de kleur van de iris “dicht sloeg” en bijna zwart leek. Het zou wel aan de lichtinval liggen dachten we. Maar deze veronderstelling bevredigde blijkbaar niet want het bleef knagen.

In het septembernummer van ROOTS staat een stukje dat mogelijk de verklaring geeft. ROOTS haalt een artikel aan uit The Guardian waarin de kleurverandering in de ogen van de Britse Jan-van-genten toegeschreven wordt aan de vogelgriep. Deze soort is afgelopen jaar massaal getroffen door dit virus. Gevolgen voor het oog en mogelijk herstel worden nog onderzocht. We houden U op de hoogte. Maar mocht U een Jan tegen komen: kijk hem even diep in de ogen!


De Herfstschroeforchis

Afgelopen zaterdag had ik het geluk met een van de grootste orchdieeenkenners van onze regio op pad te mogen: inzet de Herfstschroeforchis. Een fraaie orchidee die zoals zijn naam doet vermoeden tot in de herfst in bloei staat, met bloemen die als een schroefdraad om de steel draaien. Apart gezicht, fraaie plant. En wat hem bijzonder maakt, deze orchidee is erg zeldzaam in Nederland.

Nu is dat zeldzaam maar betrekkelijk. Er zijn een paar vindplaatsen en daar komt deze orchidee in grote aantallen voor. En laten die vindplaatsen zich nu net op en rond Goeree bevinden. De Westduinen (een oud binnenduin gebied) onder Ouddorp en iets ten zuidoosten hiervan het nabij gelegen eilandje Hompelvoet in de Grevelingen. Een kalkrijke plaat in de brakke Grevelingen. Kortom, genoeg aanknopingspunten met de Delta-natuur om het op onze site te plaatsen. Ook weer eens wat anders dan een vogel of zeehond.


Mestoverschot

Alsof we nog niet genoeg problemen hebben met het mestoverschot. Onlangs werd ik met mijn neus op de harde feiten gedrukt, getuige deze foto. Kaalvraat en overproductie van mest. Dat zelfs in het Natura 2000 gebied intensieve veeteelt wordt toegestaan, met alle gevolgen van dien.

Mooie tendentieuze berichtgeving. Wanneer we het beeld uitzoomen wordt duidelijk waar het om gaat. Het betreft de Wolfsmelkpijlstaartrups die zojuist op de kaalgevreten stengel van de Zeewolfsmelk zich ontlast heeft. Een ware evenwichtskunstenaar die al etend weet te poepen en met zo’n precisie dat de geproduceerde drol keurig blijft liggen. Voor de lezers die niet bekend zijn met deze wonderschone rups: de pijlstaart zit zoals de naam al aangeeft aan de achterzijde.

wolsmelkpijlstaatrups poept tijdens het eten

De plant wordt systematisch afgegraasd. De bladeren hebben de voorkeur, maar ook de harde stelen worden aangepakt. Is de plant kaal, dan steekt de rups rustig over naar de volgende.

Jarenlang was deze rups slechts sporadisch te zien. Nog steeds noemt de Vlinderstichting zijn verschijning “zeldzaam”. Maar met enige inspanning kan je hem nu vinden op de Slikken van Voorne, Maasvlakte en Kwade Hoek. Zoek Zeewolfsmelkplanten met de (makkelijk) zichtbare uitwerpselen op het zand eronder en ga dan de stengels langs.

De forse rups is van juli tot september waar te nemen, de eerste weken felgroen en later donkerder met meer rood. Eenmaal volgegeten en volgroeid graaft de rups zich in in het zand, om daar te verpoppen en volgend jaar als vlinder verder te gaan ( als “dagactieve nachtvlinder”)

Fraai foto object, jaarlijks weer een leuke trofee als je een geslaagde opname hebt weten te maken (ook een mobiele telefoon leent zich hier uitstekend voor). De rupsen met hun fraaie tekening en kleuren hebben voor de fotograaf een groot voordeel: ze lopen niet snel weg en gaan onverstoorbaar door met eten en poepen, alsof het een lopende band is. Alle tijd om scherp te stellen en standpunt te kiezen.

Ga naar de kust, zoek de Zeewolfsmelk en dan speuren naar uitwerpselen. Even niet denken aan het mestoverschot en stikstofuitstoot, gewoon kijken en ervan genieten.


Mag niet ontbreken deze zomer: de Grote stern

Hij trekt zo langzamerhand alweer weg: de Grote stern. Om deze, misschien wel fraaiste vogel van onze kust, dit jaar niet op onze site te vermelden is “not done”. Vandaar nu nog deze opname uit juli. Voor oplettende lezertjes: bijna identiek met die we plaatsten in juni 2020. Maar ze lijken nogal op elkaar en de palenrij is hetzelfde.

Over de palenrij gesproken: ideale plek voor de Grote sterns en de Visdieven. Ze kunnen alles overzien en snel wegvliegen. Maasvlakte, Voorne en Goeree zijn slecht voorzien van deze monumenten. De Maasvlakte kende er twee, maar ongetwijfeld met goede redenen is er eentje weggehaald. Vermoedelijk is er niet bij nagedacht over de gevolgen voor de sterns. Jammer, tenslotte zijn er hele generaties mee opgevoed. Op de Maasvlakte rest nu nog slechts 1 rij. Schril contrast met Schouwen en Walcheren. Minder kans om sterns te fotograferen. Want in de praktijk lenen slechts enkele palen uit het rijtje zich voor een opname. Niet op het strand en niet te ver in de zee is het informele compromis tussen vogel en fotograaf. En als je dan maar 1 rijtje hebt….


Verregende Bontbekplevier

Deze Bontbekplevier oogde als een verzopen kat op de natte slikken. Verenkleed verfomfaaid, met moeite lopend door de blubber. Haalde niet het journaal zoals menig natte vakantieganger, maar kreeg wel dezelfde laag op zijn kop. Gelukkig zijn de vooruitzichten voor de komende dagen “zomerse warmte op komst”.


Lepelaar: verschil tussen jong en volwassen

Twee lepelaars in het ondiepe water aan het foerageren. Duidelijk verschil waar te nemen in het uiterlijk. Een juveniel en een adult, de eerste met een nog vleeskleurige snavel. Het volwassen exemplaar met de kenmerkende zwarte snavel en gele punt. In de vlucht zijn bij het jong de zwarte vleugelpunten onderscheidend. Kijk verder eens naar de tekening van de kop, de duidelijke teugel (het streepje tussen oog en snavel) bij het volwassen exemplaar en zo kan je nog wel verder inzoomen op details. Leuk om eens op te zoeken in een vogelgidsje.