Een plant of toch een dier?

Een Zeedahlia, Weduweroosje, Zeeroos of Zeeanjelier… als we het over deze ‘bloemdieren’ hebben, gaat het over zeeanemonen. Dit zijn holtedieren, waarvan er langs onze kust zo’n 11 verschillende soorten leven.

Een paar korte weetjes:

  • Zeeanemonen zijn (holte)dieren
  • Net als kwallen hebben ze tentakels vol netelcellen
  • Schieten giftige pijltjes af, verlammend voor prooien 
  • De mond is óók de anus!
  • Ze lusten graag vissen, kreeftachtigen, zeedruiven
  • Vijanden zijn: kabeljauw, schol, zeespin, zeenaaktslak
  • zeeanemonen kunnen een kopie van zichzelf maken
  • leven in zout- en brakwater
  • hechten zich aan harde ondergrond, zoals rotsen, basaltblokken, schelpen, zeewrakken

Korte registratie van de Zeeroos (Paardeanemoon) in laag water.

Op het Maasvlaktestrand vonden we bij eb de Rode paardenanemoon (ook wel Zeeroos) en de Zeeanjelier. Twee soorten die in een getijdengebied kunnen leven en bij laag water als een klein bolletje of hoopje ‘snot’ blijven liggen of drijven. Zo troffen we ze ook aan, tot ze in ‘ruimer sop’ kwamen.

Zeeanemonen planten zich ongeslachtelijk voort door dwarsdeling, afscheuren of knopvorming. Het gesplitste deel vormt dus weer een nieuw anemoontje! Bij een zeeanemoon kan een beschadigd lichaamsdeel zich dus ook weer compleet herstellen.

De Paardeanemoon
Door de rode kleur en doosnede van ongeveer 4 centimeter een opvallend, kleurrijke verschijning. Deze anemoon heeft een glad lichaam met korte, dikke tentakels. Net onder deze tentakels heeft deze anemoon opvallende blauwe knopjes gevuld met gif. Bij aanraking schiet het gif naar buiten, maar schrik niet: dit is niet gevaarlijk voor mensen.
Ze hechten zich meestal aan de zijkant of onderkant van stenen, zodat de kans op uitdroging bij eb zo klein mogelijk is. 

De Zeeanjelier

Met zachte kleuren als lichtroze, oranje, bruin of beige, ook melkwit te zien in getijde-gebied en dieper op zee. Over het algemeen zijn ze tot 3 keer langer dan breed. Wij vonden een klein exemplaar van slechts een 2 cm, wat ook prima past bij de vindplaats (getijdenzone met minder stroming en lager zoutgehalte). De grootte is nl. afhankelijk van omstandigheden: bij veel stroming en voedsel kunnen ze vanaf de voet (waarmee ze zich vasthechten en verplaatsen) tot wel 20 cm lang worden met een ‘bloem tot 10 cm diameter! De zeeanjelier eet vooral plankton.

Al kruipend laat deze anemoon kleine stukjes van de voet achter, die weer volgroeien tot nieuwe anemootjes! Zo vind je van dit soort vaak honderden bij elkaar in dezelfde kleur, allemaal kopietjes!

Bronnen: De vleet, zee- & kustencyclopedie. Stichting Anemoon, Waddenzeeschool