Het is een kluutje…

Zet een aantal jonge vogeltjes bij elkaar nog voordat ze hun “juveniele” kleed hebben ( het eerste complete verenkleed waarin een jonge vogel vliegvlug wordt) en probeer ze dan te determineren. Valt lang niet altijd mee. Eentje springt er uit met zijn lange poten en zijn opkrullende snaveltje. Met name door dat laatste zal je hem niet snel missen: de kluut. Een hele fraaie steltloper die we aan onze kust kunnen aantreffen, wadend op zijn lange poten door het ondiepe water op zoek naar voedsel. Met zijn indrukwekkende snavel tast hij de bovenlaag van de bodem af en zeeft hij de larven, wormpjes en insecten uit het sediment. En inderdaad, de enige steltloper met zo’n opkrullende lange snavel.

Met zo’n 6000 broedparen is het een minder algemene broedvogel van de kust en de rivieren. Het merendeel trekt in het najaar weg naar Zuidwest-europa en Noordwest-Afrika. Een aantal blijft ook achter in Nederland in de winter. Voor wat betreft het jong: let op de stevige poten. Deze groeien als eerste naar een volwassen proportie om de groei van het lichaam te kunnen opvangen. Net zoals bij mensenpubers waarbij de voeten en handen ook als eerste volgroeien. Uit oogpunt van stabiliteit een logische volgorde.