Het piept en zit vaak in het gras
De Graspiepers hebben de migratie met succes afgerond en zijn weer aangekomen op het Groene Strand.
Ze hebben geen tijd te verliezen.
In de vroege ochtend wordt er al druk gebaltst.
Het mannetje vliegt steil omhoog 25-30 meter boven de grond.
De afdaling kan beginnen.
Met een serie snel herhalende tonen, vouwt hij zijn vleugels naar voren in de vorm van een parachuutje en dwarrelt naar beneden.
Tussen het baltsen door wordt er flink gefoerageerd langs de paden.
Soms worden ze nauwelijks opgemerkt, ze zijn lastig waar te nemen door hun schutkleur en de grootte.
Maar hun geluid is onmiskenbaar: Piep…, piep…, piep…!
Foto’s en tekst van Joyce Oudwater