Kleuren van de lente VII

Tegen de avond, op de weg terug van een lange vergeefse zoektocht naar strandplevieren bij de Groene Punt kwam ik op het oude Autostrand deze meeuwen tegen. Te gewoon om de verrekijker op te richten liet ik ze voor wat het was: een koppeltje zilvermeeuwen. De gracieuze vorm en het vriendelijke hoofd maakten me aan het twijfelen: het bleek om stormmeeuwen te gaan. In de winter een zeer algemene vogel, bekend van het strand maar ook van het akkerland ( achter de ploegende boer). In de zomer broedend aan de kust met een bescheiden aantal van 3500 paren, voornamelijk in Noord-Nederland.

De adulten in prachtkleed hebben met hun spierwitte, ronde hoofd en donkere oog een vriendelijker uitstraling dan de zilvermeeuw die als koud en kil ervaren wordt. Het lichaam is gracieuzer, de blauwgrijze rug gedistingeerder en om dit af te maken wordt het palet van zwart, wit en blauwgrijs op een zeer subtiele wijze verrijkt met een onwaarschijnlijke kleur grijsgroengeel aan de poten en de snavel. Beauty is in the eye of the beholder, maar over deze beauty valt niet te discussiƫren.