Noem het maar gewoon…

De Gewone Zeeappel. Nou, zo gewoon vind ik ‘em niet.
We hebben het over een ongewervelde dier met een prachtig symetrisch kalkskelet bomvol stevige stekels. Met de hele kleine spiertjes beweegt het dier al zijn stekels, een prima wapen tegen vijanden. En dat is hard nodig als je een delicatesse bent voor zeehonden en vissen.

Dit dier is lid van de stam Stekelhuidigen: ongewervelde dieren die voorkomen in de zee. Zoals de symmetrische zeesterren, zee-egels, zeekomkommers en zeelelies. Deze ‘stekelhuid’ wordt zo’n 5 tot 10 jaar oud en heeft een doorsnede van 4 – 5 cm. Meestal zijn de stekels groen van kleur met paarse uiteinden. Ze leven op max. 100 meter diepte tussen kieren en spleten van stenen en mossel- en oesterbanken, maar ook tussen de wieren en zeegrasvelden.

Met hele kleine zuigvoetjes, kan hij zich verplaatsen én zelfs kleine voorwerpen oppakken. Wonderlijk hoor… die zuigvoetjes, steken door 5 dubbele rijen gaatjes in het skelet. Ze kunnen bewegen doordat de zeeappel water door zijn buizensysteem pomp, een soort hydraulisch systeem dus!

De mondopening vind je aan de platte onderkant, hier bevind zich een compleet skeletje van kalkstukjes en spieren, waarmee de zeeappel z’n voedsel kauwt. Dit skeletje heet ‘’Lantaarn van Aristoteles’. Er staat vanalles op het menu van onze zeeappel: zeewier, mosdiertjes, sponzen, wormen, schelpdieren en kleine kreeftachtigen.

Ze komen vrij algemeen voor in onze Noordzee… tóch best gewoontjes dus. 😉 Het ene jaar is het een ‘goed jaar’, terwijl we een jaar later weer stukken minder zeeappels worden waargenomen. 

En elke keer als ik weer zo’n prachtig, rond kalkskeletje vind op het strand vind ik dat ‘gewoon bijzonder’!