Predikantje

“Zo noemen wij ze”, zei een oudere man tegen me. “Weet ook niet waarom”. Voorzichtig draaide ik de aangespoelde krab op de rug. De vreemde vorm van het lijf, de lange schaar armen, de opvallende antennes en de klep lieten geen twijfel bestaan, een mannetje helmkrab.

Normaal leven deze krabben een paar honderd meter voor de kust en jagen dan vooral in de nacht. Kleine kreeftachtigen en zeepieren vormen grotendeels hun prooi. Overdag graven ze zich rechtstandig in en hun lange antennes vormen samen dan een adembuis.

Je vindt ze wel eens op de vloedlijn, maar het blijft een zeldzame vondst. Nu liggen ze echter bij tientallen langs de waterlijn op de Maasvlakte. Waarschijnlijk door het opzuigen van het zand voor de kust voor de suppletie.

Ben benieuwd wat de zandzuigers nog meer boven water halen.