Grasmus
Ze zijn er weer: grasmussen. Nu een week of twee terug uit Westelijk Sahel en weer volop te horen en te zien. Geen familie van de huismus, maar behorende tot de groep van de zangers. Het verschil zie je gemakkelijk aan de snavel. De huismus heeft een dikke snavel, zoals de met hem verwante vink, die geschikt is voor het eten van zaden. De grasmus heeft een dunnere snavel, handig bij het eten van insecten. Het bestek wordt aangepast aan het voedsel. Qua kleurenpatroon hebben ze wel wat van elkaar.
De grasmus komt voor in geheel Nederland . Zijn geliefde biotoop bestaat uit open terreinen met lage bosjes en veel ruigtekruiden. Laten de duinen van Voorne en Goeree hier nu net aan voldoen. Je kunt ze hier dan ook gemakkelijk tegen komen. Zeker ook omdat het mannetje graag in de top van een struik, hier op de foto een duindoorn, plaatsneemt om zijn zang te laten horen. Dit beestje liet zich makkelijk fotograferen op de Voornse Slikken. Algemeen in ons land met zo’n 150.000 broedparen. Maar door zijn onopvallende kleuren niet zo bekend. Leuk kuifje, mooi beestje met ingetogen kleuren. Weet nog een aardig liedje uit zijn keel te krijgen. Hoor je dit, dan kan je hem ook vaak zien en andersom. Ogen en oren open houden dus.