Bonte piet op zoek naar voedsel

Voor de liefhebber van de Bonte piet ofwel Scholekster is het nu aan de kust goed toeven. De Delta en de Waddenzee zijn de favoriete overwinteringsplaatsen van deze vogels, met name de volwassen exemplaren. De jongere trekken verder naar het zuiden. Onze kust wordt bevolkt door vogels uit Scandinavië, uit het binnenland en “locals”.

Voor de binnenlandse vogels verschuift het voedsel van insecten/emelten naar schelpdieren, pieren, krabbetjes en garnalen: eten wat de pot aan de kust schaft. Aan de snavel kan men de voorkeur van de vogel herkennen. De meest afgesleten en verweerde snavels behoren toe aan de schelpdieren eters, veelal de mannetjes. De pieren zijn favoriet bij de vrouwelijke exemplaren.

Maar ook binnen de mossel- en kokkeleters heb je ook weer specialisten. Degene die elegant met een welgemeende tik de sluitspier weten te deblokkeren en de ruwe hameraars die hun snavel in de halfopen mossel prikken en met geweld het schelpdier kapot hameren. Mooie instructiefilmpjes over de techniek heb ik niet kunnen vinden, het beste is zelf de vogels maar eens een uurtje te volgen.

De mossel zal onderwater zijn bek open doen om zijn voedsel uit het water te kunnen zeven, ideaal moment voor de Scholekster om zijn snavel tussen de kleppen te zetten. Boven water sluit de mossel zijn kleppen om niet uit drogen en zijn ze veilig tot het tij keert.

Twee rustende scholeksters boven op hun geliefde voedsel

Maaibeleid

In het veld met de grutto’s zat ook een paartje scholeksters met jongen die zich goed gedekt hielden in het lange gras. Kreten van de oude vogels die rondvlogen of toezicht hielden vanaf eilandpaaltjes. Op heel Terschelling was het een kakofonie van vogelgeluiden waarbij de scholekster de boventoon voerde. Op zijn geluid afgaand “tepiet,tepiet” is de streeknaam Bonte Piet passender dat de officiële naam Scholekster.

’s avonds op de terugweg van een rondje eiland nog door de weilanden gefietst. Een boer was met grote snelheid het gras aan het maaien. De nog niet vliegvlugge jongen hadden geen schijn van kans…..

Navraag naar het maaibeleid leerde dat dit volledig aan de boer is, dat een aantal boeren half juni of 1 juli aanhouden (al dan niet gesubsidieerd) en dat men het weiland wel inspecteert vooraf op nesten.De snelheid waarmee de tractor rondreed gaf echter weinig hoop.

De volgende dag nogmaals het perceel bezocht, en tot opluchting trof ik bovenstaande bonte pieten in het veld naast het gemaaide. Op de kale vlakte waren overigens een aantal veilige havens gecreëerd in de vorm van niet gemaaide plekken waar de jongen naar toe hadden kunnen vluchten. Hopen maar dat dit gewerkt heeft. Of het koppeltje met jong van dag twee hetzelfde was als van de dag ervoor laat zich raden. Het is moeilijk een scholekster en een bonte piet uit elkaar te houden.


Voedsel zoeken

Twee scholeksters op de zeewering van de Brouwersdam zoeken naar voedsel. Hun leven lijkt eenvoudig: eten, slapen en voortplanten, dat is het. Eigenlijk vergelijkbaar met dat van de mens. Alleen maken wij er meer franje om heen. Zingeving, doel, rentmeesterschap, verheffing enz. Je kan er alles van maken, het blijft er op neer komen: in leven blijven en je genen doorgeven. En daar zijn zij mee bezig. Nu de winter overleven en dan weer een paar maanden aan nakomelingen werken. Weer, wind en straks vrieskoude trotserend. Nu ken ik de mortaliteit van deze vogels niet, maar er zijn waarnemingen bekend van 45 jarigen! Ondanks dat de soort het minder goed doet dan voorheen, zijn het blijkbaar toch taaie rakkers. Of het Zeeuwse land is goed voor ze, tenslotte wonen hier ook de meeste honderdjarigen.