Tag #st.strandinzicht

Zandkasteeltje aangespoeld

Wie heeft het niet gedaan… een zandkasteel bouwen op het strand. Onwijs leuk om te doen, maar ’t is nog een hele klus!
Het Goudkammetje leeft in een zelfgebouwd ‘zandkasteel’ en als je goed zoekt, vind je er eentje op het strand.

Goudkammetjes zijn borstelwormen, die in het zand voor de kust leven. Het zelfgemaakte zandkasteel is een conisch toelopende koker, waar de zandkorreltjes met de grootste precisie op elkaar zijn geplakt. Geen bouwwerk, maar een kunstwerk! Het kokertje van middelgrote zandkorrels is maximaal 8 centimeter lang en heeft een wanddikte van slechts 1 zandkorrel.

Het is toch bijzonder dat een worm zo’n prachtig ‘zandkasteel’ kan bouwen en zich hiermee beschermt en verstopt tegelijk. Deze 5 centimeter lange worm, dankt zijn naam aan de goudgekleurde graafborstels aan zijn kop, waarmee het dier minuscule diertjes en algen uit het water zeeft. Dit is prachtig te zien op de linkerfoto. Met de kop naar beneden graaft het goudkammetje zich tot 10 cm diep de zeebodem in.

Een betere camouflage dan dit zandkasteel bestaat er niet voor het kwetsbare goudkammetje, die zich zo goed schuil kan houden voor vissen, krabben en wadvogels.

Vooral met oostenwind komen deze zandkokertjes of delen ervan door de onderstroom mee in de aanspoelsels van de laagwaterlijn. Dus: ga eens door de knieën, op zoek naar zo’n héél klein zandkasteeltje. 

Foto 1: © Hans Hillewaert, Foto 2 & 3: © Strand in Zicht


Wat zijn die bolletjes op het strand toch?

Het is geen zeewier of een waterplant, maar het zijn losgeslagen kolonies Gorgelpijpen. meestal zo’n 3 tot 4 cm hoog, tot max. 10 centimeter. Door de wind rollen ze over het strand en vormen het bolletjes.

Gorgelpijpen zijn poliepen, net als kwallen. En als je ze goed bekijkt -bijvoorbeeld even in een emmer of glazen pot gevuld met water- bestaat zo’n ‘plukje’ Gorgelpijpen uit een soort grondplaat, waaruit een aantal vertakte pijpjes komen met aan het einde een poliep. Hieruit zwaaien twintig korte en twintig lange tentakels rond een rode mondopening. De tentakels vormen twee kransjes waartussen in de lente trossen rode voortplantingsorganen hangen.

Gorgelpijpen vermenigvuldigen zich door piepkleine kwalletjes te vormen en los te laten. Die zweven door het water, zwemmen met hun tien tentakels of schuifelen over de bodem naar een stek om zich te hechten. 

De pijpjes/buizen zijn geelbruin van kleur, aan de bovenkant overgaand in bleekroze tot violet. Het bovenste deel van de poliep, waarop de mondopening staat, is bloedrood.

Ze groeien in kolonies op een harde ondergrond en mijden direct zonlicht, zoals onder stenen, een brug of onder boten. De kolonies leven van iets beneden de laagwaterlijn tot ca. 300 m diepte.

De losgeslagen kolonies laten zich met de stroming meevoeren en vestigen zich weer op een plek ergens in de Noordzee, Zeeuwse wateren maar ook aan beiden zijden van de Noord Atlantische oceaan en de Middellandse Zee.

Toekomst
Je kunt ze dus overal tegenkomen. In de toekomst hopen wij jullie ook weer op het strand te zien met onze ‘Strandrover’ tijdens één van onze pop-up presentaties ‘educatie op locatie’. Tot die tijd komen we elkaar ‘online’ tegen.




Een plant of toch een dier?

Een Zeedahlia, Weduweroosje, Zeeroos of Zeeanjelier… als we het over deze ‘bloemdieren’ hebben, gaat het over zeeanemonen. Dit zijn holtedieren, waarvan er langs onze kust zo’n 11 verschillende soorten leven.

Een paar korte weetjes:

  • Zeeanemonen zijn (holte)dieren
  • Net als kwallen hebben ze tentakels vol netelcellen
  • Schieten giftige pijltjes af, verlammend voor prooien 
  • De mond is óók de anus!
  • Ze lusten graag vissen, kreeftachtigen, zeedruiven
  • Vijanden zijn: kabeljauw, schol, zeespin, zeenaaktslak
  • zeeanemonen kunnen een kopie van zichzelf maken
  • leven in zout- en brakwater
  • hechten zich aan harde ondergrond, zoals rotsen, basaltblokken, schelpen, zeewrakken

Korte registratie van de Zeeroos (Paardeanemoon) in laag water.

Op het Maasvlaktestrand vonden we bij eb de Rode paardenanemoon (ook wel Zeeroos) en de Zeeanjelier. Twee soorten die in een getijdengebied kunnen leven en bij laag water als een klein bolletje of hoopje ‘snot’ blijven liggen of drijven. Zo troffen we ze ook aan, tot ze in ‘ruimer sop’ kwamen.

Zeeanemonen planten zich ongeslachtelijk voort door dwarsdeling, afscheuren of knopvorming. Het gesplitste deel vormt dus weer een nieuw anemoontje! Bij een zeeanemoon kan een beschadigd lichaamsdeel zich dus ook weer compleet herstellen.

De Paardeanemoon
Door de rode kleur en doosnede van ongeveer 4 centimeter een opvallend, kleurrijke verschijning. Deze anemoon heeft een glad lichaam met korte, dikke tentakels. Net onder deze tentakels heeft deze anemoon opvallende blauwe knopjes gevuld met gif. Bij aanraking schiet het gif naar buiten, maar schrik niet: dit is niet gevaarlijk voor mensen.
Ze hechten zich meestal aan de zijkant of onderkant van stenen, zodat de kans op uitdroging bij eb zo klein mogelijk is. 

De Zeeanjelier

Met zachte kleuren als lichtroze, oranje, bruin of beige, ook melkwit te zien in getijde-gebied en dieper op zee. Over het algemeen zijn ze tot 3 keer langer dan breed. Wij vonden een klein exemplaar van slechts een 2 cm, wat ook prima past bij de vindplaats (getijdenzone met minder stroming en lager zoutgehalte). De grootte is nl. afhankelijk van omstandigheden: bij veel stroming en voedsel kunnen ze vanaf de voet (waarmee ze zich vasthechten en verplaatsen) tot wel 20 cm lang worden met een ‘bloem tot 10 cm diameter! De zeeanjelier eet vooral plankton.

Al kruipend laat deze anemoon kleine stukjes van de voet achter, die weer volgroeien tot nieuwe anemootjes! Zo vind je van dit soort vaak honderden bij elkaar in dezelfde kleur, allemaal kopietjes!

Bronnen: De vleet, zee- & kustencyclopedie. Stichting Anemoon, Waddenzeeschool


zeepaardje op het Maasvlakte strand

Zeldzaam zeepaardje op het strand

Op het Maasvlaktestrand werd vandaag een kortsnuitzeepaardje gevonden en die zien we in Nederland niet zo vaak. Helaas een dood exemplaar van een kortsnuitzeepaardje, aangespoeld en inmiddels door de zon gedroogd. 

Zeepaardjes leven tussen wier en zeegras, met hun lange staart grijpen ze zichzelf hieraan vast en zijn zo onzichtbaar voor hun omgeving. Door de harde wind van de afgelopen weken is het dan ook niet onwaarschijnlijk dat dit exemplaar met losgekomen zeewier is aangespoeld op het strand.

Zeldzaam
Dit kortsnuitzeepaardje is een zeldzame bezoeker van de Nederlandse kust, dit is het uiterst noordelijke deel van het verspreidingsgebied. Sinds 2002 worden de kortsnuitzeepaardjes in de Noordzee, Oosterschelde en waddengebied steeds vaker gevonden, toch blijft het heel bijzonder er één te vinden.

Kenmerken
Het zeepaardje is familie van de zeenaalden. Dit exemplaar heeft een lengte van 5,2 cm (gemiddelde lengte) maar kan oplopen tot 15 cm. Hij heeft een harde beenplaten huid (zoals zeenaalden) en zeer goed gecamoufleerd door de bruin- en grijstinten. Deze dieren hebben geen tanden en maag, eten daarom voordurend. Met de zuigsnuit zuigt het zeepaardje kleine kreeftachtigen of minieme visjes. Vijanden zijn grote kreeftachtigen (krabben).

Voortplanting
De voortplanting van zeepaardjes is bijzonder. De eitjes en later ook de net uitgekomen larven worden door het mannetje in een broedbuidel op de buik bewaard. Bij de paring grijpen beide staarten in elkaar en brengt het vrouwtje de eicellen in de buidel. Daarna bevrucht het mannetje de eieren. De embryo’s blijven in de buidel en worden door het mannetje verzorgd tot ze zelfstandig kunnen leven. En… zeepaardjes blijven hun hele leven trouw blijven aan hun partner.

Zeepaardjes zijn sterk territoriumgebonden, dus wie weet gaan we ze vaker zien!