Lepelaars
Laten we de dag maar eens positief beginnen. Het gaat goed met de lepelaar in ons land. Deze wonderschone grote vogel is voor ons inmiddels gewone kost geworden. Vrijwel overal waar water te vinden is kan je hem tegen komen. Op afstand nog wel eens te verwarren met de grote zilverreiger, maar behoudens kleur, grootte en biotoop zijn er geen overeenkomsten. Houding op de grond en in de lucht zijn wezenlijk anders.De lepelaar vliegt met rechte hals en staat voorovergebogen, de reiger vliegt met gebogen hals en staat meer recht op. Het laatste hangt samen met het andere voedselpatroon en fourageertechniek .
In het ondiepe water op het wad stond dit groepje met hun lepel het voedsel uit het water te zeven. Op Terschelling en op de andere waddeneilanden broeden grote aantallen lepelaars, in het totaal ca 2000 broedparen op de wadden. Daarnaast ruim 1000 paar in de Delta met als hot spots het Quackjeswater en het Markiezaat en om het compleet te maken ca 1000 in de rest van Nederland ( Sovon 2019). En dan te bedenken dat in 1970 het aantal in ons land slechts 170 broedpaar bedroeg, de oerkolonie in het Naardermeer. Deze kolonie is verjaagd door de komst van de vos die aan de bakermat zou staan van de verspreiding over het hele land en daarmede de groei. Ook het grotere aanbod van ondiepe schone plassen met meer voedselaanbod zou bevorderend hebben gewerkt.
Vanuit Nederland zijn nu ook kolonies aan het ontstaan in Engeland, Duitsland en Frankrijk. Het land voor de lepelaar in Noordwest-Europa blijft echter Nederland, net zoals voor de grutto.
En wil je ze op kleine afstand van elkaar zeker kunnen waarnemen, dan is Terschelling een ideale plek.