Late reiziger

De rosse grutto, een verwant van onze weidevogel de grutto. In mei hier nog waar te nemen aan onze kust, krachten opdoend voor de laatste etappe naar de broedgebieden. Er zijn twee populaties, de ene broedt in Noord-Scandinavie en overwintert in West-Europa. In Nederland met name in de Waddenzee en rond de Oosterschelde. De andere populatie doet het wat steviger, na een zonovergoten overwintering in Mauretanie en een tussenstop in de Waddenzee om op te vetten, wordt medio mei koers gezet naar het broedgebied in SiberiĆ«. Eind juli-begin augustus kunnen we ze alweer terugverwachten. Twee populaties, twee overlevingstaktieken. De ene kiest voor een energieverslindende reis en een warm overwinteringsgebied, de andere verkiest een makkelijker reis maar zal in de winter meer “stookkosten” hebben in het koude Nederland. Beide taktieken schijnen werkbaar te zijn.

Eind april, begin mei zijn beide populaties hier te vinden. Deze drie trof ik op het strand van de Maasvlakte, druk foeragerend. Tweemaal man , een vrouw. Te onderscheiden van “onze” grutto door de donkerder, licht opwippende snavel en iets kortere poten. Maar dat laatste is zonder vergelijking moeilijk vast te stellen. De witte rugwig en het ontbreken van de witte vleugelstreep, zichtbaar in de vlucht, zorgden voor de definitieve bevestiging.