Slimme graspiepers

Op de fietstocht door de weilanden van Terschelling waren de paaltjes druk bezet. Naast weidevogels waren graspiepers sterk vertegenwoordigd en opvallend, veldleeuweriken ondervertegenwoordigd. Mijn referentiekader is gevormd door de natuurgebieden van Voorne en Goeree waar de laatste soort nog veelvuldig te horen en te zien is. De boswachter op de Boschplaat bevestigde dit beeld, graspiepers in overvloed en veldleeuweriken schaars.

Nu naar de graspieper op het prentje. Geen opvallend vogeltje, maar in zijn eenvoud mooi. Op diverse paaltjes zaten ze, vrijwel alle met een aantal insecten in hun snavel. Je zou haast zeggen: “veeg je bek eens af”. Mogelijk bleef de buit plakken. Bij nader bestudering bleek dat wanneer het gevaar geweken was, de piepers het hoge gras indoken naar het nest om de jongen de buit te voeren. Het paaltje was een tussenstop en een laatste veiligheidscheck op weg naar het kwetsbare kroost. Het leverde wel veel “pieper met insecten”prentjes op, al fietsend zo geschoten.