Deze bijna niet herkenbare Bontbekplevier zoekt beschutting achter een steen tegen de sterke westenwind die zondag de kust teisterde. De veren opgebold tegen de kou en verfomfaaid door de wind.
De Bontbekplevier, een schaarse broedvogel en overwinteraar, is nogal eens te vinden langs de Brouwersdam. Zondag waren er een dertig tal te bespeuren. Niet onaardig op een winterpopulatie van hooguit een paar honderd.
Zo’n zeven dagen na de eerste ontmoeting was het weer raak. Maar nu had ik mijn huiswerk gedaan en de nodige informatie getrokken bij de vrijwilligers van de “strandbroeders”. Zij beschermen en monitoren elk jaar de broedende Dwergsterns, Bontbek- en Strandplevieren. Deze locatie was echter niet opgenomen in hun aandachtsgebieden. Maar zoals het met vogels gaat, gaat het ook met deze vrijwilligers: ze zwerven overal rond.
Een koppeltje plevieren was daar al een aantal malen gesignaleerd. Men wist ook te vertellen dat een nest met een vrijwel uitgebroed ei was achtergelaten, 8 dagen voor mijn eerste ontmoeting. Het zou dus heel heel goed kunnen zijn dat 3 eieren succesvol waren uitgebroed en de nog niet vliegvlugge jongen rondzwierven op het strand.
Laat nu bij deze vijfde ontmoeting de ouder luid en duidelijk zijn waarschuwingsroepje horen. Moeilijk te bewijzen, maar met een beetje optellen en aftrekken lijkt het aannemelijk dat ik al een week rondliep in zijn territorium met jongen.
Met deze conclusie heb ik het verder gelaten en het gebied twee weken uit mijn agenda geschrapt.
Tussen de basaltblokken zat een Bontbekplevier in winterkleed. Hij maakte onderdeel uit van een groepje doortrekkers dat een aantal dagen op deze plek vertoefde. Zomers in Nederland een schaarse broedvogel en ook in de wintermaanden maar met een paar honderd vertegenwoordigd. In deze maanden met de trekbewegingen kan je ze echter wat makkelijker treffen. In het voorjaar maakte ik op dezelfde plaats onderstaande opname van een Bontbekplevier in zijn prachtkleed. De kleuren intenser, de kraag zwarter, de snavel meer oranje en een guitige blik. Zelfde patroon maar een andere uitstraling, extra geaccentueerd door het verschil in voor- en najaar zon.
Het seizoen van de strandbroeders is weer begonnen. De Strandplevier, Bontbekplevier en de Dwergstern worden alweer enkele weken gesignaleerd. De laatste nu alleen nog maar als doortrekker, maar sp en bbp zijn al druk bezig op hun nesten, kuiltjes tussen de schelpen op het strand. Vandaar de naam Strandbroeders. Een groep vrijwilligers van Hollandse Delta, IVN, Strand in Zicht, de Vogelbescherming, ZHL en NM zijn al enkele jaren onder de inspirerende leiding van Henk Walbroek bezig om deze soorten te monitoren en te beschermen op het strand van Voorne en de Slufter. De groep wordt begeleid door de professionals van Deltamilieu en materieel ondersteund door de Groene Motor, orgaan van het ZHL.
De laatste twee jaren hebben we goede successen behaald met de sp en bbp, de drukke omstandigheden op de stranden in aanmerking nemend. 2020 was een bijzonder succesjaar voor de Dwergstern waar meer dan veertig nesten geteld zijn op de Slufter. We moeten hierbij direct de opmerking plaatsen dat deze soort slechts 1 (verstoord) nest heeft laten zien in 2021. 2 kraaien hebben aangetoond dat koloniebroeders zoals Dwergsterns niet op eigen houtje iets moeten ondernemen: te kwetsbaar.
Zaterdag worden de laatste voorlichting- en waarschuwingsborden geplaatst en delen van de embryonale duintjes afgezet. We zullen jullie periodiek berichten over de voortgang en hopelijk de successen! Om alvast in de sfeer te komen enkele prentjes van 2020-2021.
Vogelbescherming heeft diverse interessante stukjes op haar site geplaatst over het project Strandbroeders, een goede ingang is:
Altijd leuk om te zien: bontbekplevieren. Voor Nederland een betrekkelijk zeldzame verschijning. De schattingen belopen zo’n 300-350 broedparen in de zomer en 500-700 individuen in de winter. Beperkte aantallen dus. Hier aan de kust van de Delta echter een goede kans ze tegen het lijf te lopen. Zo ook onlangs toen dit exemplaar zich geduldig liet fotograferen. Het onderscheid tussen man en vrouw in zomerkleed is niet groot. Het gezichtsmasker is bij het mannetje nadrukkelijker aanwezig en de halsband is breder en zwarter. In de winter zijn de verschillen echter nog moeilijker vast te stellen. Maar ook de variatie ten opzichte van het zomerkleed is beperkt. Kijk naar de afbeelding hieronder van dit mannetje in prachtkleed: de kleuren zijn intenser, de tekening is voller en de snavel heeft meer oranje dan bij zijn winterse soortgenoot hierboven. Om het maar eens “duur” te zeggen: meer een gradueel dan een principieel verschil.