Proviand langs de trekroute.

Sommige duindoornstruiken staan bol van de oranje bessen.

Het zijn de vrouwelijke struiken die deze licht zure vruchtjes dragen.

Vooral lijsterachtigen en spreeuwen zijn dol op deze lekkernij.

Een gelukkig toeval voor deze vogels, die de kust als trekroute gebruiken.

Of is het niet helemaal een kwestie van geluk?

De vogels hebben natuurlijk al eerder gegeten en poepen deze “pakketjes” gevuld met zaad, uit boven hun trekroute.

Omdat dit zaad al “pakketjes voedsel” bij zich heeft, heeft het een grotere kans om weer uit te groeien tot een nieuwe bessenstruik.

Zo zorgen de vogels eigenlijk een beetje voor hun eigen toekomstige proviand.


Ze kunnen niet langer wachten….

Direct achter het strand en de blonde duinen beginnen begroeiing en plantenweelde de overhand te krijgen. Een plant die nu op talloze plaatsen in onze duinen voorkomt is Wilde peen. En als je Wilde peen ziet is de kans groot dat je ook het Rood soldaatje in grote getale waarneemt. Ze snoepen van de nectar van met name schermbloemigen waartoe de Wilde peen behoort. Toen ik de Dagpauwvlinder uit mijn vorige berichtje zat te fotograferen viel mijn blik op deze rode soldaatjes, ook wel rode weekschildkevers genoemd. Naast nectar slurpen staat deze kever erom bekend dat hij zeer frequent paart, op de bloem gezeten. Het stelletje dat hier gefotografeerd is kon echter niet wachten tot de klim naar de top volledig was voltooid. Met een doodsverachting waar zelfs de meest roekeloze bergbeklimmer voor terug zou deinzen gaven ze zich over aan het liefdesspel. Mocht dit U op ideeën brengen: de stichting Strand in Zicht wijst iedere aansprakelijkheid af.


Zandspoor van een nachtbraker

Nieuwsgierig volgden we het lange, smalle spoor in het zand richting het helmgras. Daar zagen we de strandganger… met heel veel moeite kroop er een rups door het zand. 1 Stap vooruit en weer 3 naar achteren, want ook met zoveel pootjes valt dat toch echt niet mee in het mulle zand.

Ze zijn er nu in april-mei in grote aantallen te zien, de rupsen van de Bastaardsatijnvlinder; een nachtvlinder! Dit is dus één van de maar liefst 920 verschillende nachtvlinders in ons land. Dat zijn er trouwens veel meer dan de 53 soorten dagvlinders die hier in Nederland rondfladderen.
Deze Bastaardsatijnvlinder leeft vooral langs de kust in bijvoorbeeld de Duindoornstruiken, maar je kunt ze zo ook af en toe in je eigen tuin, parken en lanen vinden.

Vorige zomer heeft de vlinder de eieren gelegd en bedekt met haren van haar achterlijf. De jonge rupsen komen in september uit het ei en overwinteren ze in groepen bij elkaar in een taai gemeenschappelijk spinsel aan een tak, meestal vinden we deze ‘winternesten’ aan het uiteinde van de takken zodat ze veel zon vangen.

De rupsen zijn zo’n 32 mm en zien er prachtig en aaibaar uit met hun lange haren! Toch moet je erg uitkijken, want -net als de eikenprocessierups- geeft ook deze rups brandharen, die irritaties aan de huid, ogen en luchtwegen kunnen geven.

Eind juni ontpoppen de rupsen zich tot een een prachtige witte bastaardsatijnvlinder, die langs de hele Nederlandse kust rondfladdert.

‘s nachts natuurlijk, want het is tenslotte een nachtbraker!