Tag strand van Terschelling

Afscheid van het paradijs

Ook een bezoek aan Terschelling kent een eind. Het was leuk om een aantal plaatjes met U te delen. Van gewone vogels die in detail bekeken heel bijzonder zijn. Nederland heeft door zijn ligging een unieke functie voor vogels. Trekvogels, overwinteraars en broedvogels. Zo gewoon dat we er ons niet altijd bewust van zijn. Met name de Wadden en de Delta zijn speerpunten in die functie en dat laat zich ook zien in het aantal soorten dat in deze twee gebieden het jaar rond te zien zijn.

Het geeft ons land ook een bijzondere verantwoordelijkheid, die ook genomen wordt als we kijken naar de aanleg van nieuwe vogelgebieden zoals Tiengemeten en de Markerwadden. Twee succes verhalen van natuurontwikkeling. Maar de Wadden blijven uniek. Alleen al de tocht er naar toe en terug.

Bij het verlaten van de haven zagen we op de pier en in het water nog de eidereend. Een eend die bij een verhaaltje over de Wadden niet mag ontbreken. Ze komen ook in de Delta voor en dat is dan het meest zuidelijke broedgebied van deze vogel. Broeden op de Maasvlakte en op Neeltje Jans. Maar hier op de Wadden zitten de aantallen, zo’n 6000 broedparen. Typische vogel, met en atypische eendenkop. Gespecialiseerd in het verorberen van mosselen die in de sterke maag verpulverd worden. Twee mannetjes hier als afscheid van een mooi stuk Nederland.



Gewoner dan gewoon

Twee kleine mantelmeeuwen zitten aan de rand van de weilanden op de uitkijk. Aan het kleed van de rechter te zien nog vrij jonge exemplaren die nog niet belast zijn met de zorgen van een nest jongen. Vanaf hun paaltjes op de uitkijk, niet naar dreiging maar naar kansen op een te verschalken kuiken. Overigens leek de predatie door roofvogels en meeuwen en kraaien beperkt door het assertieve en alerte gedrag van de weidevogels. We zagen kiekendieven het hazenpad kiezen belaagd door scholeksters en tureluurs. Vossen ontbreken op het eiland.


Gulzige blik

‘s middags op het strand kwam ik hem weer tegen, mijn bekende zilvermeeuw. Duidelijk gewend om te gaan met bezoekers en altijd uit op voedsel. Meeuwen zijn echte schrokoppen. Iedere calorie die ze kunnen bemachtigen pakken ze. Voedsel is noodzakelijke brandstof en die kun je niet laten liggen.

Normaal als je een meeuw wat eetbaars toewerpt wordt het uit de lucht gegrist voordat het de grond raakt. Deze meeuw nam er echter de tijd voor. Uit zijn blik sprak een smachtend verlangen, maar iets weerhield hem toe te slaan.

Misschien in zijn jeugd geleerd niet eten aan te nemen van vreemde mannen. Je weet nooit wat de bedoelingen zijn zal z’n moeder hem geleerd hebben. In dit geval klopte dat ook. Een kamera lag klaar om een opname te maken van het moment dat hij toe zou slaan. Snode plannen om daarmee zijn portretrecht te schenden.

Uiteindelijk overwon de meeuw zijn schroom en pikte het korstje brood weg. Die opname heb ik discreet weggegooid, maar zijn gulzige blik wilde ik u niet onthouden.