Tag zeeboontjes

Jacht op de Potvis

Het weer slaat om. De zon staat lager, dagen worden korter, temperatuur zakt. Nog even en we krijgen de eerste najaarsstormen, striemende regen, grote golven. Geen last meer van badgasten, verlaten strand, het rijk voor je alleen. In dat decor van grijze zee en grauwe luchten, komt mijn oude droom weer naarboven, het vinden van een aangespoelde potvis. Nee lezer, nu niet in de weerstand schieten. Ik wens geen enkele potvis een dodelijke stranding toe, ben tegen walvisjacht, lid van alle verantwoorde natuur- en milieuorganisaties en stem op een partij met nette mensen. Maar toch, mijn ultieme wens blijft het vinden van een gestrande potvis. December 2017 overkwam het me bijna: 60 kilometer zuidelijker strandde een potvis op het strand bij Domburg. Ben er direct naar toe gereden en heb met 200 mensen achter een afzetting hem kunnen aanschouwen. Maar je wilt het natuurlijk exclusiever.

Geheel volgens de regels van de statistiek bleef ik echter ook vandaag verstoken van deze ultieme ervaring. Mijn blik maar gevestigd op het zand en de schelpen onder mij. Op een stukje kleiner dan mijn duim trof ik deze schat aan. Rijkdom die velen over het hoofd zien maar volop aanwezig is. Een gestrande potvis kan je niet missen, maar als je zoekt vind je hem niet. Bij deze schat is het tegenovergesteld. Algemeen aanwezig maar onopgemerkt. Ach, wie het kleine niet eert……..

Potvis, december 2017, Domburg


Boontjes in de bonus

Ook de zee kent zijn acties en ruimt van tijd tot tijd de oude voorraden. Bepaald door getijde en de wind schuurt de stroming de bodem. Oude lagen komen vrij en nieuwe worden aangelegd. De gevolgen zien we op het strand. Miljoenen schelpen van jong tot oud en zelfs zeer veel fossiel spoelen aan en liggen zo voor het oprapen. Afhankelijk van welke zandlaag van de zeebodem nu weer eens bewerkt wordt door de stroming kun je een overaanbod van een soort aantreffen. Zo hebben we hier al eens een invasie van zeesterren beschreven nadat hun zandbank te grazen was genomen. Onlangs waren de zeeboontjes aan de beurt. Het kleine broertje van de zeeklit hier aan de kust. Bij tienduizenden lagen ze tussen de schelpen aan het vloedmerk. Vrijwel iedereen liep er langs of overheen, een enkeling merkte ze op. Teer en klein als ze zijn was hun lot vertrapt te worden tot een zandkorrel op het strand. Ik kon ze niet laten liggen en nam een aantal mee als relikwie. Even verderop trof ik een jong stelletje dat enthousiast hetzelfde deed: “kijk weer een boontje”, hoorde ik ze roepen. Meenemen naar huis voor de verzameling. Boontjes in de bonus.

skeletjes zeeboontjes – zeeklit