Vanmorgen bezochten duizenden luidruchtige spreeuwen het strand van Voorne aan Zee en de vloedlijn kleurde donker.
De stilte werd dan ook brutaal verstoord door een druk, snerpend gekwebbel.
Geweldig om te zien hoe de groep soms uiteenviel doordat het merendeel van de zwerm besloot even op het strand uit te rusten.
Om vervolgens weer massaal op te vliegen naar een stuk strand verderop.
Als het broedseizoen is afgelopen en de vogeltrek op gang komt zijn spreeuwen er bij gebaat om grote groepen te vormen.
Men kan elkaar helpen met opletten én een individu is moeilijker te onderscheiden voor roofvogels.
Zwermenhoogleraar Charlotte Hemelrijk heeft in haar onderzoek aangetoond dat tijdens dit soort massale verplaatsingen geen botsingen voorkomen omdat elke spreeuw 7 buren in de gaten houdt.
Daarbij komt dat ze allemaal even snel vliegen dus dan is er ook al minder snel kans op een aanvaring.
Doordat de voorste vogels eerder reageren dan de laatsten in de zwerm bij het nemen van een bocht, krijg je vanzelf verdikkingen en verdunningen in de zwerm vogels.
De komende weken zullen we nog wel vaker worden getrakteerd op de prachtige vliegshows van de zwermen spreeuwen.
Normaal gesproken sluiten onze stukjes aan bij de actualiteit. Dagvers lukt niet altijd maar het streven is binnen een paar dagen van opname naar lezer.
Onlangs zijn er een aantal op de plank blijven liggen die we U toch nog willen meegeven voordat de nazomer de overhand neemt.
Vandaag een berichtje over een zeldzame rups die we in juni, juli aantroffen: de Kuifvlinderrups. In Nederland alleen te vinden in de duinen en op de Veluwe waar hij zich tegoed doet aan het blad van zijn waardplant, de Toorts.
Er zijn verschillende Toortsen. In de duinen van Voorne treffen vnl de Zwarte toorts, Stalkaars en Koningskaars aan en vermoedelijk gaat het hier om de Stalkaars. Gekenmerkt door viltige, harige bladeren die zonder steel ontspruiten aan de stengel. Door hun harige bekleding en aanhechting geleiden ze het regenwater naar de wortel waardoor de plant op droge, zanderige ondergrond het goed weet te doen.
Op deze Stalkaars zat een rups van de Kuifvlinder zich vol te vreten aan de vezelrijke bladeren. Met als gevolg een productie aan uitwerpselen. Een lopende band van blad naar poep. Door de genoemde eigenschappen van het blad bleven alle keutels in de oksel liggen.
Normaal verraadt de rups zijn aanwezigheid door de uitwerpselen onder de plant. Je zoekt de waardplant en kijkt of er aan de voet uitwerpselen liggen. Trucje ging hier niet op, maar de grote gaten in de bladeren trokken voldoende de aandacht.
Nu de rups. Voorfase van de Kuifvlinder die als zeldzaam bekend staat. Mooie rups die echter alweer onder de grond zit. Na het voorjaar en begin zomer is de cyclus van eitje naar rups voltooid en graaft de rups zich in in het zand om daar te verpoppen en volgend jaar als vlinder weer op zoek te gaan naar zijn waardplant om eieren te leggen. Enthousiast zoeken heeft dus nu geen zin meer.
Op het verkeerde been gezet door deze Drieteenstrandloper. Stel je voor, je loopt bij de afgezette broedgebieden op het strand te kijken naar de strandbroeders Bontbekplevier en Dwergstern. Een inspectierondje dat je de laatste maanden meerdere keren per week hebt gemaakt. Bijna op de meter nauwkeurig weet je wat je kan verwachten, uit eigen waarnemingen en tussentijdse berichten van mede vogelwachters.
In je hoofd heb je de mogelijkheden beperkt tot Dwergstern, Bontbekplevier, Visdief, Grote stern en wat meeuwensoorten. Het overige heb je uit het werkgeheugen gehaald omdat de ervaring leert dat je die soorten niet daar waarneemt.
Ineens kom je dan bij de waterlijn tussen de aangespoelde overblijfselen van talloze mosdiertjes een vogeltje tegen en je kan niet thuis brengen. Je denkt aan alles behalve het juiste.
Het beestje liet zich gemakkelijk fotograferen met de telelens en die opname bood later thuis uitkomst.
Op een afbeelding van de lopende vogel waren het aantal tenen per poot te zien: drie stuks, met een duidelijk ontbrekende achterteen. Drieteenstrandloper dus.
Gelukkig staat in vrijwel elke goede vogelgids vermeld dat de het zomerkleed van de Drieteen nogal kan variëren. Daarnaast hoort hij in deze periode in Groenland of op IJsland te bivakkeren. Slechts een klein aantal blijft hier zomers hangen. Excuses genoeg voor een black out maar toch mooi op het verkeerde been gezet.
Je staat op het strand te kijken naar een groep Grote sterns in de hoop een goede opname te kunnen maken. Fraaie vogel, maar door zijn snelheid en wendbaarheid niet makkelijk vast te leggen.
Een aantal vliegen je tegemoet en dan maar hopen dat de autofocus het bijhoudt. Raak, maar terugkijkend op het scherm van de camera (moeilijk te zien in de volle zon) blijkt het om een atypisch geval te gaan. Geen wit met zwart. Thuis maar eens bestuderen.
Tussen de sterns bleken een paar jonge Kokmeeuwen te zitten en 1 exemplaar was zo aardig geweest om recht op mij af te vliegen. Juveniele Kokmeeuwen hebben een fraai kleed dat geen voorspelling doet over de volwassen veertooi. Laat ik nu toevallig die zelfde dag er eentje hebben vastgelegd aan de rand van de zee. Oordeel zelf, wel de vorm maar niet de kleur en tekening zoals men zich van een jonge Kokmeeuw voorstelt.
Fraaie opname van deze jonge Koekoek gemaakt door onze trouwe volger (en natuurbeschermer/ vogelwachter) Arie Kraak. Bij toeval landde dit jonge dier voor de vogelhut waarin hij met zijn kamera in de aanslag zat.
Duidelijk nog een jong exemplaar aan de witte veerranden te zien. De opname is een week of twee geleden gemaakt in de periode dat de oudere Koekoeken alweer aan de trek begonnen zijn. De jongen van dit jaar vertrekken pas in september. Zonder enig voorbeeld van hun biologische ouders weten ze de weg naar Afrika te vinden. Volgend jaar keren ze terug om zich voort te planten waarna ze de opvoeding van het kroost volledig over laten aan de Kleine karekiet. Kunnen ze zelf in juli alweer naar warmere oorden.
Hartje zomer, midden op een zonovergoten stranddag, weten deze Gewone zeehonden nog een plekje te vinden om rustig op te warmen en te slapen. Ergens in de Zeeuwse Delta zo aangetroffen, we zullen de plaats niet nauwkeuriger aanduiden. Iedereen heeft tenslotte recht op zijn privacy.
Een kenmerk om snel een Gewone van een Grijze zeehond te onderscheiden is de kleur. De kleurvariëteit van de Gewone is groter en beperkt zich niet tot grijs of zwart.
We zitten aan de waterlijn met onze voeten in het verkoelende water.
Met de billen in het natte zand en om ons heen diverse kleine aanspoelsels, meegebracht door het opkomende water.
Je hoeft je niet te verplaatsen of lang te zoeken om wat leuke zaken op te kunnen rapen.
Binnen enkele minuten heb ja al een kleine verzameling interessante dingetjes op je hand liggen.
Kijk maar eens naar de foto…
2 Ribkwalletjes, het mini schildje van een blaasjeskrab, mosdiertjes, een gebleekt krabbenpootje, zeeboontjes, een zaagje, wat mosseltjes en een stukje van de koker van een zandkokerworm.