Aalscholver is er klaar voor

Als vroege broeder moet je er op tijd bij zijn. Op zijn paasbest maar dan een paar maanden eerder. Deze Aalscholver is klaar voor de balts, opvallende kop, witte dijvlek en brons kleurige dekveren. De eerste nesten van deze soort kan je al vanaf begin februari aantreffen maar het broedseizoen loopt door tot in juni. Grote spreiding geeft de soort meer bescherming tegen natuurrampen.


Aalscholver in prachtkleed

Een bijna surrealistisch beeld: een Aalscholver in prachtkleed brengt zijn veren op orde met op de achtergrond de reflectie van de heldere voorjaarszon op de golfjes.

Het hoofd van de Aalscholver wordt wel eens een reptielen kop genoemd. En inderdaad als je er goed naar kijkt waan je je meer op de Galapagos eilanden dan op de Zuid-Hollandse. Fraai om te zien, zeker in zijn meest uitgesproken kleed in de baltstijd. Witte veren aan de kop, groene ogen, gele huid bij de keel waar de veren ontbreken en aparte snavel. En dat bij het bronsgroene lijf waar tot de zomer de witte dijvlek alles zal completeren.

Het aardige is dat Aalscholvers goed te benaderen zijn, niet zozeer in natuurgebieden, maar in havens en bij sluizen. Wel zo gemakkelijk. Deze troffen we aan in de haven van Stellendam, gewoon op de stoep voor de visboer.

Aalscholver
Aalscholver aan de rand van de haven van Stellendam


Wat anders nu: de Gewone Slijmvis

Toegegeven: we zijn met onze site soms wat eenzijdig. We streven ernaar te schrijven over flora en fauna op en rond de waterlijn. In de praktijk voeren berichten over zeezoogdieren en kustvogels echter de boventoon. Af en toe een schelpje of krabbetje, een uitstapje naar een zeepaardje, maar dat zijn uitzonderingen.

Van onze trouwe lezers krijgen we hier wel opmerkingen over, tijd om er iets aan te doen.

Al jaren waren we op zoek naar de Gewone Slijmvis maar kregen geen exemplaar te pakken. Dit kleine visje van zo’n 8-20 centimeter lang leeft bij voorkeur in het ondiepe getijdengebied tussen de rotsen, in Nederland onder aan de pieren. In de stroming onder de basaltblokken voelt het visje zich helemaal thuis. Dat wetende heb je hem echter nog niet zomaar voor de lens.

Ongetwijfeld zal een beetje visser zijn schouders ophalen bij onze “wensvis”. Daarom ons maar gericht op een groepje Aalscholvers die zo vriendelijk waren een aantal duikjes voor ons te wagen.

Na een paar sprongetjes was het raak: onder aan de blokkendam van de Maasmond werd een duik beloond met onze eerste levende Gewone Slijmvis. Keurig voor de foto in een onaangename pose. De bijna volledig in prachtkleed uitgedoste Aalscholver deed wat we van hem hadden kunnen verwachten: hij at het visje op. Geen sportvisser die zijn trofee netjes teruggezet.


De aalscholver en de zeehond

De aalscholver heeft niets met zeehonden, maar toevallig zitten ze wel in dezelfde zee te vissen. En dan kom je elkaar wel eens tegen. Ook onder het wateroppervlak zullen hun wegen wel eens kruisen. Aalscholvers zijn hele goede duikers en kunnen lang onder water zwemmen. En ongetwijfeld letten ze op de activiteiten van elkaar. Waar actie is, is vis. En uit de maaginhoud van zeehonden blijkt dat deze de kleine visjes niet versmaden.

Dit gedrag, het letten op het jachtgedrag van de andere soort en er je voordeel mee doen, zie je wel meer. Jan-van-Genten die Bruinvissen in de gaten houden, Raven die Wolven attenderen op verzwakt wild om vervolgens de kadavers verder op te ruimen etc.

Maar hier op deze foto waren beide aan het rusten op de kustwering. Een Gewone Zeehond (in ons vorige bericht van twee dagen geleden ging het om een Aalscholver en Grijze Zeehond) lag te rusten terwijl de Aalscholver bezig was zijn veren te drogen. De zeehond rolde iets te dicht bij hetgeen bij beide een reactie van verbazing teweeg bracht. Voor de aalscholver spannender dan voor de zeehond: een enkele keer grijpt een zeehond wel eens een laagvliegende meeuw!! Een overstap naar een aaltje is dan zo gemaakt. Maar deze weldoorvoede hond maakte geen aanstalten.


Nu even geen zeehond…..

Na de adventsweken volgestopt te hebben met berichten over de jonge Grijze Zeehond wordt het nu weer eens tijd de camera te richten op een andere diersoort van onze kust: de Aalscholver.

Hier nog een jong exemplaar, te zien aan het bruine verenkleed en de bruin/wit gekleurde borst. Na 3 jaar hebben deze vogels de volwassen donkere kleur waarin je zwart, bruin en groen kunt ontwaren, afhankelijk van de lichtval.

Kenmerkend is het drogen van de vleugels, nodig omdat de veren niet volledig waterafstotend zijn. Vermoedelijk zo geĆ«volueerd om dieper en langer te kunnen duiken (met een “wetsuit” kan je makkelijker zwemmen dan met een “drysuit”).

In Nederland hebben we te maken met zo’n 16.000 broedpaar, een afname tov de piek begin deze eeuw. ca 30.000 overwinteraars bevolken hier vnl de kust en het IJsselmeer.

Zo, nu binnenkort weer een zeehond….


Zandkasteel

Je denkt er allemaal wel eens aan terug als je op het strand loopt: het zandkasteel uit je jeugd. Bij hetgeen sommigen nog steeds hardnekkig aanduiden als “geen strandweer”, een koele bewolkt dag met flink wat wind en mooie golven, bouwde je de mooiste kastelen. Niet druk, alle ruimte, goede temperatuur om door te werken en een stevige zee als tegenstander. En dan na een middagje bouwen was het klaar: een mooi versierde zandhoop met een gracht erom heen en een lang toevoerkanaal voor het naderende zeewater. Als je vader of moeder de plaats juist hadden gekozen en de berekening goed hadden gemaakt werd de aanval van het wassende water zo’n beetje einde middag ingezet en mocht je met je vriendjes boven op de berg het fatale moment van instorten meemaken en overspoeld worden door de golven alvorens voldaan de terugtocht naar huis te aanvaarden.

Timing en locatie zijn cruciaal. Als onervaren kind wilde je nog wel eens met afgaand water aan de slag gaan of boven de hoogwaterlijn je energie verspillen hetgeen toch maar weer eens de waarde van een ervaren vader duidelijk maakte.

Deze week observeerde ik een grote groep aalscholvers vergezeld van een enkele meeuw op een plaatje voor het strand van de Maasvlakte. Zo’n 120 exemplaren hadden zich daar op een bewolkte dag verzameld en zaten gezellig omringd door het grauwe knobbelige water. Nu de jongen uitgevlogen zijn en het voeren voorbij is , is er weer meer tijd om met elkaar in groepen rond te hangen. Eens kijken hoe ze zouden reageren op het stijgende water dat naar verwachting binnen een uur het bankje zou gaan verzwelgen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Langzamerhand werd het plaatje kleiner en de buitenste aalscholvers konden niet meer blijven staan.De poten waren tekort, het water te diep. De vogels kropen dichter op elkaar op het hogere deel, een aantal gaf het op en vloog weg. Van 120 exemplaren nam het af tot 50 en uiteindelijk tot nog 10 taaie volhouders. Daarna was het gebeurd.

Mensen en vogels hebben een groot aantal genen gemeen, een kleiner aantal niet. Onder de gemeenschappelijke zitten blijkbaar juist diegene die de liefde voor het zandkasteel bepalen.


Op z’n paasbest

Aalscholver in prachtkleed. Op z’n paasbest zou je kunnen zeggen. Het wit neemt de overhand op de kop. In juni van dit jaar zal het alweer sterk verminderen en zullen nog maar wat witte plukken over zijn. Maar voor nu is het genieten van deze bij veel mensen niet bewust bekende tooi. Als je een aalscholver ziet neem even de moeite om er naar te kijken. Extra tip: in de vlucht zie je nu ook mooi dat witte vlak aan de flank net boven zijn poten. Echt, je hoeft niet naar de Galapagos of op safari in Afrika……. gewoon Maasvlakte


Grauwe winterdag-verrassende kleur: geel

Hoewel het voorjaar op de loer ligt en er de komende dagen hoge temperaturen worden verwacht was het weer vandaag nog wat “behoudend”. Veroorzaakt door het Saharazand in de lucht die het zonlicht temperde bleef het weer steken tussen winter en voorjaar, vale kleuren gecombineerd met een zachte temperatuur. In dit landschap waar de lente nog de intense kleuren moet toevoegen kwam ik deze aalscholver tegen. Terwijl zijn maatjes het prachtkleed al laten zien was hij nog getooid met de winterse veren. Ondanks deze sobere dracht knalde het okergeel aan de basis van zijn snavel eruit, nog versterkt door de typische kleur groen van het oog.


Hoe zwart is een aalscholver?

Vraag een willekeurige landgenoot naar de kleur van een aalscholver is en hij zal zeggen: hoofdzakelijk zwart. Iemand die wat meer openstaat voor de natuur zal er nog een toefje geel bij doen en iets mompelen over wit en bruin bij juvenielen. Weinigen zullen echter het rijke bronsgekleurde schubpatroon van de rug en de vleugels noemen dat onder invloed van het licht kan veranderen van bruin naar groen. Wanneer dan overgoten door de stralende zon dit exemplaar ineens het camerabeeld binnenkomt is afdrukken de enige juiste reactie. Iedereen die deze foto ziet en dit stukje leest weet vanaf nu dat een aalscholver heel mooi en maar beperkt zwart is. Nu maar hopen dat veel mensen dit lezen, anders wordt mijn zendingswerk wel een langdurig project.