Lepelaar: verschil tussen jong en volwassen

Twee lepelaars in het ondiepe water aan het foerageren. Duidelijk verschil waar te nemen in het uiterlijk. Een juveniel en een adult, de eerste met een nog vleeskleurige snavel. Het volwassen exemplaar met de kenmerkende zwarte snavel en gele punt. In de vlucht zijn bij het jong de zwarte vleugelpunten onderscheidend. Kijk verder eens naar de tekening van de kop, de duidelijke teugel (het streepje tussen oog en snavel) bij het volwassen exemplaar en zo kan je nog wel verder inzoomen op details. Leuk om eens op te zoeken in een vogelgidsje.


Knappe vangst van de lepelaar, pech voor het visje, gelukje voor de fotograaf

In de nazomer verzamelen lepelaars zich in grote groepen als voorbereiding op hun vertrek naar Afrika. In de voedselrijke wateren van de Delta en de Wadden een gewone verschijning. Aantallen van meer dan 100 rustende exemplaren zijn geen uitzondering op de Slikken van Voorne. Maar er moet ook gewerkt worden, lees voedsel gezocht. In kleinere groepen zie je ze foerageren. In het knobbelige zeetje zat dit groepje te lepelen en de bodem af te tasten op zoek naar garnaaltjes en kleine krabbetjes. Maar deze Lepelaar had een grotere prooi te pakken die behendig van het uiteinde van de lepel het keelgat werd ingegooid. Pech voor het visje, gelukje voor de fotograaf.

lepelaars aan het foerageren op het strand van Voorne

Grote bek van de Lepelaar

Ze zijn weer overal te zien: Lepelaars. Niet zo verwonderlijk in dit gebied waar een aanzienlijk deel van de Nederlandse broedpopulatie is te vinden. In februari keren ze terug van hun winterverblijf in Zuid-Europa en Afrika. Fraaie en indrukwekkende dieren, door grootte en uiterlijk. Mooie stoffering van het landschap. Bek volledig aangepast aan voedsel zoeken in waadbare plassen en ondiepten. De naam zegt voldoende.

De imposante lepel blijft verwonderen. Hoe houd je dat gewicht in de vlucht netjes op zijn plaats, hoe sterk moeten de spieren van het scharnier in de kop niet zijn om de bek te laten klapperen. Het zwaartepunt ligt nogal excentrisch. Maar de praktijk laat zien dat het prima kan.


Lepelaars in beeld

Als je nu over het strand loopt en het is rustig, dan kun je ze in groepjes zien foerageren in het ondiepe water, enkele meters achter de waterlijn.

Kom je te dichtbij dan vliegen ze op om snel een ander plekje te zoeken. Op het eiland in het Quackjeswater wachten hun jongen immers op voedsel en daarbij moeten ze zelf ook aan hun eten komen. Met hun lange snavels gaan ze heen en weer en zeven ze als het ware het water en vangen op deze manier hun voedsel.

Een paar dagen geleden reed ik over het strand met in de auto het kadaver van een pasgeboren zeehond.

Meestal blijf ik weg bij de waterlijn om de foeragerende steltlopers niet te laten schrikken.

Op het strand lag een fiets en tot mijn verbazing zag ik verderop een knielende fotograaf aan de rand van het water, vlak bij enkele foeragerende lepelaars!

Het was de man dus blijkbaar gelukt om dichtbij deze prachtige vogels te geraken zonder ze te laten schrikken.

Een mooi voorbeeld van respectvol genieten.

Later bleek deze fotograaf Henny Rigters uit Rockanje te zijn die ik al vaker had gezien op ons mooie strand.

De foto’s die u ziet zijn gemaakt door hem en hij heeft ze gedeeld met ons.

Dank je wel, Henny


Op een vroege morgen

Laag water, helder zonnig weer. Verstild strand. Veel scholeksters en kokmeeuwen. Vanaf de Maasvlakte naderen twee grote witte vogels, landen in het ondiepe water en beginnen voedsel te zoeken . Twee lepelaars die hun snavels heen en weer bewegen terwijl ze langzaam vooruit lopen. De ene is een volwassen exemplaar met een vrijwel geheel donkere “lepel” en een dikke, korte afhangende kuif. De tweede, een jong exemplaar waarbij de kuif ontbreekt en de lepel nog niet op kleur is. Bij adulten is er overigens nauwelijks onderscheid tussen man en vrouw. Het eivormige hoofd van het volwassen exemplaar doet vermoeden dat het om een vrouwtje gaat, bij een mannetje gaat de snavel meer gestroomlijnd in de schedel over.

De vogels zijn vermoedelijk afkomstig van het Quackjeswater, 4 kilometer verderop gelegen in de duinen. Jaarlijks broedt daar een kolonie van meer dan 150 paren. Met Noordzee, Haringvliet, Grevelingen en Oosterschelde in de directe omgeving is voedsel volop aanwezig. Lepelaars zoeken hun voedsel tot 30 kilometer vanaf de broedplaats. Het gaat goed met de lepelaar in Nederland, 3000 broedparen waarvan een kwart in de Delta en de helft op de Wadden. De kolonie in het Quackjeswater is er vanaf 1989 , onstaan door het uiteenvallen van die in het Naardermeer. De komst van de vos aldaar heeft er voor gezorgd dat de lepelaar verhuisd is naar de Wadden en de Delta ( info Sovon). “Ieder nadeel heb z’n voordeel”. Mooie vogel, merkwaardige bouw. Blijf me alleen verwonderen over dat rare zwaartepunt door die zware lepel in de vlucht.