Pinguin van het noorden, bijnaam van de Reuzenalk, uitgestorven in 1844. Een grote vogel van zo’n 75 cm en 5 kg zwaar. Met zijn kleine vleugels en grote gewicht niet in staat om te vliegen, maar een goede zwemmer en duiker. Zijn logheid op het land, grote gewicht en onmogelijkheid om te vliegen maakte hem tot een makkelijke prooi voor menselijke jagers langs de kust en dat is hem noodlottig geworden. In 1844 werden de laatste eieren geraapt en het laatste paartje gedood.
De vergelijking met een pinguïn moge duidelijk zijn wanneer je de oude plaatjes van de reuzenalk ziet en zijn gedrag in aanmerking neemt.
Onze hedendaagse Alk, is vele malen kleiner en kan goed vliegen. Maar qua uiterlijk nog sterk verwant. En met het verhaaltje van zijn uitgestorven familieverwant in gedachten denk ik altijd aan een pinguïn bij het zien van een alk.
En dat is overigens nog niet zo gewoon. Meestal midden op de Noordzee en maar zelden aan de kust. Jaarlijkse winteraantallen aan de kust zijn minder dan 25O stuks. Een fractie van het aantal van de verwante Zeekoet die op afstand sterk op hem lijkt. Grote verschil: Alk heeft een kenmerkende knobbelsnavel en de Zeekoet een scherpe.
Meer kans heb je om een dode te treffen aangespoeld op het strand. Zoals deze, nog vers uit de zee. Met het oog nog halfopen in de branding. Slachtoffer van de storm of vogelgriep of beide? Of gewoon gestorven van ouderdom? Het laat zich raden. Maar de gedachte aan een pinguïn kwam weer boven, vanmiddag op het strand van de Maasvlakte.
Als eerbetoon aan dit exemplaar en aan het tragisch uitgestorven familielid plaatsen we deze foto. Denk er eens aan als U een alk tegen komt. Onze pinguïn, gewoon hier te zien.