Met deze online Pop-up ontdek, beleef en bewonder je nu óók thuis het prachtige kustleven van dichtbij. Klik op onderstaand filmpje en geniet!
Nieuwsgierig geworden naar meer? Maak eens een strandwandeling op deze website. En… volg ons op de voet via Instagram en Facebook voor het laatste nieuwtjes, filmpjes en achtergrondinformatie.
Ze lag er wat ongelukkig bij op haar rug toen we haar troffen, deze prachtige Fluwelen zwemkrab. Na de zachte winter van het afgelopen jaar draagt zij -nu in maart- al eitjes onder haar puntstaart! Dit is mooi te zien op de 2e foto (de rode massa), waarna we haar uiteraard weer op haar 10 pootjes hielpen.
Voor deze typisch Zuid Europese krab was onze kust vroeger de noordgrens van dit krabbensoort. Nu onze winters geen échte winters meer zijn, zal het je dan ook niets verbazen dat we bij ons in de Noordzee en in de Oosterschelde steeds meer Fluwelen zwemkrabben zien.
Pittige tante De Fluwelen zwemkrab ziet er exotisch uit en is de grootste zwemkrabbensoort uit onze streek. Zoals haar naam al doet vermoeden heeft dit dier een fluweelachtig uiterlijk. Een groot deel van het pantser wat eigenlijk blauw is, zie je niet door de dichte bruine beharing. Ze lijkt dus aaibaar, maar niets in minder waar. De fluwelen zwemkrab is erg agressief, knijpt hard en neemt een dreighouding aan als je haar verstoort. Deze krabben zijn uitstekende zwemmers, uitgesproken carnivoren en jagen actief op kreeftachtigen, schelpdieren, wormen en vis. Zwemkrabben worden onderscheiden van de andere krabben doordat de laatste twee segmenten van het achterste pootpaar zijn afgeplat tot “peddels”.
Een aantal feitjes een rijtje:
Afmetingen: Breedte van het rugschild bij de wijfjes tot 9 cm, bij de mannetjes meer dan 10 cm. Meestal kleiner.
Kleur: Rugschild roodbruin, bedekt met fijne haren die het dier een modderbruin uiterlijk geven. De ogen zijn opvallend rood. De vingers van de scharen zijn blauwpaars. De lijsten op de poten roodachtig, soms ook paars. De zwemvliesjes op de achterste poten zijn vaak ook paarsomrand en voorzien van een donkere streep in het midden.
Vorm: Vrij brede krab met krachtige, grote scharen. Tussen de op korte steeltjes staande ogen staan 8 tot 10 scherp en onregelmatig gevormde tandjes. De uiteinden van de achterpoten zijn afgeplat tot ovale, peddelachtige zwemvliezen. De dieren hebben een fluweelachtige beharing, waarin vaak slib blijft hangen. Hier komt ook de naam vandaan.
Poten: 4 Paar poten met 2 paar vrij grote scharen, achterste poten met zwemvliezen.
Overig: De dieren kunnen opvallend agressief zijn en steken bij het minste of geringste de schaarpoten dreigend vooruit.
Van ei tot krab De eieren die deze dame bij zich draagt noemen we kuit. Als de eitjes gelegd zijn, dan draagt het vrouwtje ze een aantal weken onder haar buikschild mee. Soms wel een miljoen eitjes! Uit de eitjes komen kleine larven, dit is het eerste stadia (zoea-stadia genoemd) en de larven lijken totaal niet op een krab. Meer op een watervlo, ze eten algjes en zijn piepklein.
Het volgende stadium is de megalopa-larve, ofwel ‘groot oog-larve’, Ze hebben de ogen al op steeltjes lijken nu op een garnaalachtig diertje van anderhalve millimeter. Het heeft al 10 pootjes en de voorste poten hebben ook duidelijke scharen.
Het kan weken of maanden duren tot ze volgroeien tot een echte krab. De krab blijft vervolgens zijn hele leven groeien, en om dit te kunnen moet het steeds blijven vervellen.
We laten haar weer met rust… en wachten rustig af hoe de natuur haar werk doet.
Een ei is de enige verpakking die door zijn inhoud geopend moet worden.
Renate was weer aan het zoeken op een zonovergoten Maasvlakte strand.
Haar belangstelling gaat voornamelijk uit naar fossielen. Restanten uit de tijd dat Engeland nog verbonden was met Nederland.
Deze keer echter trof ze een vermoeid en gewond zeehondje aan op de vloedlijn.
Door haar alertheid en haar melding ontmoeten we Renate een half uur later, in de buurt van het gestrande dier.
Uit een eerste onderzoek bleek dat de jonge kegelrob slechts lichte verwondingen had, maar wel erg vermoeid leek.
Na overleg met de opvang is besloten het dier over te brengen naar een locatie waar geen mensen mochten komen en waar we het zeehondje goed in de gaten konden houden.
We hebben een geel kleurmerk aangebracht, zodat we het dier later zouden kunnen herkennen en hem een zonnig en verscholen plekje gegeven.
Niet vanwege het corona virus, maar omdat verzwakte en dode zeezoogdieren, die gestrand zijn, behoorlijk wat bedreigende ziektes bij zich kunnen dragen.
Een goede bescherming is dus noodzakelijk als we er bij worden geroepen om ze te beschrijven en te bergen.
Vanmiddag liepen er honderden mensen op het Maasvlakte strand. Loslopende honden, nieuwsgierige kinderen en hun ouders.
Het is dus zaak om zo snel mogelijk te reageren op dit soort strandingen.
Binnen een half uur na de melding is deze onfortuinlijke, gewone zeehond dan ook door ons geborgen op de Maasvlakte2.
Vandaag vond ik enkele eikapsels van verschillende roggen op het Maasvlaktestrand.
Net als sommige haaiensoorten produceren roggen meerdere eikapsels met daarin hun nageslacht. Eenmaal volgroeid kruipt de kleine rog uit het kapsel, wat dan vaak als leeg omhulsel aanspoelt.
Als je ze vindt kun je ze het best wellen in een bakje met water, dan zie je uiteindelijk de ware grote van de eikapsels.
Determineren wordt dan een stuk makkelijker.
In dit bakje drijven de eikapsels van de stekelrog, de golfrog en de gevlekte rog.