Archives juni 2020

Meenemen of laten liggen?

Het gaat waarschijnlijk niet meer zo lang duren voor al mijn vensterbanken zijn gevuld. Nieuwsgierigheid, hebberigheid of gewoon een instinctieve bevrediging van een sluimerende oerdrift? Niet al mijn huisgenoten zijn er even blij mee.

Wat de drijfveer ook moge zijn, elke keer als ik terugkom van het strand zijn mijn zakken gevuld. Of het nu de kleur of de vorm, de tastbaarheid of gewoon het verhaal is wat er bij hoort, ik MOET het gewoon oprapen en meenemen.

Vooral fossiele botresten hebben een tijd mijn voorliefde gehad en ik kan er inmiddels een flinke tafel mee vullen.

Nu onze nieuwe avonturen aanhanger bijna klaar is, komen sommige leuke vondsten goed van pas en kan ik ze met jullie delen.


Ook de zee heeft zo haar grenzen.

Ergens moet je een lijn trekken, dacht de zee en nam wat van haar spulletjes mee… Hiermee “merkte” ze de zilte grens van haar bestaan.

Op deze manier laat de zee een afdruk van de vloed na op het strand: het vloedmerk, de vloedlijn of de hoogwaterlijn.

Als het hoog tij is bereikt, blijft de waterstand even op het zelfde niveau en kunnen zand, schelpjes, wieren en andere zaken bezinken en achterblijven als het tij weer afneemt.

Omdat het funcioneren van eb en vloed afhankelijk is van de stand van de aarde ten opzichte van de zon en de maan, varieert de plaats van de vloedlijn per keer. Tijdens volle maan en nieuwe maan “trekken” de maan en de zon wat harder aan het water en is het effect van eb en vloed groter dan tijdens halve maan. Wanneer het verschil tussen eb en vloed het grootst is, noemen we dit “springtij”.

Tijdens de hele maan cyclus neemt het verschil tussen hoog en laag dus toe en weer af. Maar ook de windrichting heeft invloed op de hoogte van het water. Daarom zie je meerdere hoogwaterlijnen op het strand.

-vloedlijnen-

De hoogwaterlijn is een verzameling van aangespoelde zaken en haar aantrekkingskracht is groot. Niet alleen voor nieuwsgierige lui zoals ik, maar ook vogels, insecten en kreeftjes vinden hier hun voedsel. Zo kom je nogal wat wiervliegen en zandvlooien tegen als je in het vloedmerk snuffelt.

De verzameling spulletjes die de zee op het strand achterlaat, bevat helaas ook nogal wat menselijk afval. Gisteravond kwamen we weer wat achtergelaten/verloren vistuig tegen. Gelukkig had ik mijn schoenen aan..!

hengeldraad met haak

De vloedlijn is dus ook een interessante afspiegeling van wat er zich zoal in onze zee bevindt.

Ik loop er altijd even langs, je weet maar nooit……


Duizenden nachtlichtjes in zee

Al in het voorjaar begonnen de ‘zomerse’ weken én nog steeds is de kans groot dat je langs onze Nederlandse kust, in zee felblauwe golven en oplichtende sterretjes in zee kan zien. Als voor het eerst met eigen ogen ziet, ben je sprakeloos… Het is Zeevonk!

Dit magische natuurverschijnsel wat lastig ‘te vangen’ is met een camera, laat zich in onderstaand filmpje enorm spectaculair zien. Dit filmpje op YouTube is van een paar jaar geleden op Terschelling. Geniet mee!

Flitsend nachtlichtje
Maar wát is het nou? De officiele naam van dit bolvormig, ééncellig organisme is Noctiluca scintillans, wat letterlijk ‘flitsend nachtlichtje’ betekent. Het is de naam voor een algje dat eruit ziet als een klein doorzichtig ballonnetje, met een staartje aan de achterkant. Diameter 0,5 tot 1 millimeter, dat is uitzonderlijk groot voor een alg. Veel andere soorten microscopisch kleine algen – zijn namelijk tien tot honderd maal kleiner.

Het oplichten lijkt een soort schrikreactie, maar in werkelijkheid is het een beschermingsmechanisme. Dit flitslicht werkt als een soort anti-inbraak alarm, de algen brengen vissen of andere roofdieren in de war door het oplichtend fenomeen.

Zeevonk is dus een algensoort valt onder de pantserwieren, een groep eencelligen waarvan we niet zo goed weten of het planten of dieren zijn. Zeevonk heeft geen bladgroen om met behulp van zonlicht voedsel te maken, en dus moet hij andere organismen eten om te leven. Dat is een dierlijk kenmerk. Zeevonk leeft onder meer van kleinere planktonplantjes en -diertjes en visseneitjes. Opgegeten algencellen kun je zelfs als groenige vlekjes zien wanneer je het onder een microscoop bekijkt. Die opgegeten algencellen kunnen de zeevonkcel voor een tijdje van voedsel voorzien.

Worteltjespigment
Zeevonk kan tot massale bloei komen: het zeewater ziet er overdag dan zalmroze uit. Dat komt door de aanmaak van het ”worteltjes pigment’ caroteen. Als zeevonk in een stadium komt waarin hij caroteen aanmaakt, geeft hij ’s nachts geen licht meer.

Een paar tips om Zeevonk te spotten, ga kijken als:
🔹️het lekker warm is geweest
🔹️er geen tot weinig wind is (oosten wind is het best)
🔹️het echt donker is (na 12uur)
🔹️het water in beweging komt

Ga uiteraard alleen als alle omstandigheden in deze tijd het toelaten, denk aan de veiligheid van jezelf en anderen.


fotocredit: Abdelhamid Attaghzaoui (zeevonk ‘s-Gravenzande), M. Sampayo, via Wikimedia (de algen van dichtbij) en Ecomare (bloeiende zeevonk)


Uiltje knappen..

Zo af en toe krijgen we een paar mooie foto’s van Pablo Guebey.

Hij ( @pablovriendvanguusje ) is vaak te vinden op de #Maasvlakte en heeft al diverse leuke ontdekkingen met ons gedeeld.

Ook nu had Pablo weer een bijzondere ontmoeting op het strand.

Een rustende uil, die verstoord opkeek naar die wandelaar bij de waterlijn.

Wat direct opviel was de fel gele iris en de 2 kleine pluimpjes op de kop.

Hoewel de naam velduil niet echt past bij een strandfoto, is deze prachtige vogel tijdens de trek en in de winter periode regelmatig te zien op de Maasvlakte.

Het zijn echte nomaden en verblijven daar waar de omstandigheden het meest gunstig zijn.

Met hun grote klauwen vangen ze vooral knagertjes en kleine vogels.

Meestal rond de schemer, maar soms zelfs overdag kun je ze laag over het terrein zien jagen.

Bijna 1 meter spanwijdte, prachtig getekende vleugels en een geluidloze vlucht…., een genot om naar te kijken.

Beetje geluk, het goede jaargetijde en een scherpe blik…., dan zou je ze kunnen ontdekken.


Netelige kwestie

De meesten onder ons hebben bij het zien van dit doorschijnende schepsel een negatieve associatie. Schrijnende verhalen over branderige en pijnlijke aanvaringen of een koude en slijmerige sensatie tussen de tenen als je er per ongeluk met blote voeten op stapt.

Hun schoonheid en hun verrassend wapentuig zullen dit weinig positieve beeld helaas niet snel veranderen, vrees ik.

Vanavond had ik weer een ontmoeting met dit prachtige neteldier en hoewel gestrand, zeker de moeite waard om er een foto aan te wagen.

Onfortuinlijk op het strand achtergebleven, naakt en kwetsbaar in schoonheid.

Een bijna volmaakte kompaskwal met haar venijnige neteldraden weerloos op het natte zand.

Naast zeeanemonen, poliepen en koralen zijn kwallen ook neteldieren.

Ze hebben tentakels met daar op een aantal blaasjes, gevuld met gif waarin zich een draadje bevindt. Aan het uiteinde daarvan zit een soort harpoentje. Als een haartje, dat op het blaasje zit wordt aangeraakt schiet het draadje naar buiten en loopt het gif langs de draad naar het aangeschoten slachtoffer. Dit “afvuren” kan soms gebeuren met meer dan 100 km per uur.

Op deze doeltreffende manier kan de kwal zich verdedigen of er kleine andere diertjes mee verlammen en opeten.

Een kwal is normaliter niet echt een grote bedreiging voor ons want wij zijn groot en zij zijn klein…..

Toch kunnen we bij aanraking van de tentakels wel een poosje een pijnlijk en netelig gevoel ervaren.

Maar ik blijf het schitterende dieren vinden.


Stoer met Mediterrane ‘looks’

Een verrassing langs de vloedlijn! De gele hoornpapaver is een mediterrane verschijning met uitbundige, felgele bloemen en dikke grijze bladeren. Een kustplant tot wel 90 cm hoog, die na de bloei lange ‘hoorn’-vormige doosvruchten draagt.

Ondanks dat deze plant als ‘heel zeldzaam’ wordt betiteld én op de rode lijst staat, wordt deze plant -beetje geholpen door klimaatverandering- langzaam aan steeds meer gezien langs onze kust. Deze zonaanbidder groeit vooral langs de kust van de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan. 

De gele hoornpapaver is een echte kustplant, of beter gezegd een vloedmerkplant. De hoornpapaver groeit namelijk vaak op het vloedmerk, een langgerekte strook die zich op het strand bevindt en overeenkomt met de laatste vloedstand. Buiten de vloedlijn kun je hem ook wel treffen op grindbanken, schelpenbanken, tussen aangespoeld zeewier en soms zelf in de duinen.

Deze stoere kustplant overleeft het alleen op plekken waar veel plantenresten in de bodem zitten, want een Gele Hoornpapaver heeft veel voedingsstoffen nodig. Soms breekt een uitgebloeide plant bij de wortel af nadat hij is doodgegaan. Hij waait dan langs het strand, de zee zorgt voor het transport van de zaden, die op allerlei plekken terecht komen. Het zaad kan alleen op voedselrijke plekken ontkiemen, dus het is dan nog maar de vraag of er een jaar later een nieuwe gele hoornpapaver bloeit. Een jaar is namelijk best lang, op een plaats waar het zo ruig is!

Van juni t/m augustus kun je deze stoere kustplant uitbundig zien bloeien, de bloemen met een doorsnede van maar liefst 7,5 cm kun je niet missen.

Stoer! Met oogverblindende mediterrane looks.


De kolonie van de kleine mantelmeeuw: een doorsnee dag

In de kolonie van de mantelmeeuwen gaat het leven gewoon door. Deze twee meeuwen nemen hun verantwoordelijkheid en leggen de basis voor het voortbestaan van de groep, althans ondernemen een poging. Een tweede leg, nieuwe start na een mislukt eerste nest? ‘t zal waarschijnlijk een verlate poging zijn, een tweede leg is niet aannemelijk gezien de langere periode van vliegvlug worden bij meeuwen.

Zijn deze twee meeuwen laat, een andere koloniegenoot was er vroeg bij en gaat al op stap met 3 jongen, een succesvol nest. Even verderop ligt nog een meeuw te broeden op een paar eieren met al 1 kuiken dat om aandacht vraagt. En dat alles op een 6 meter afstand van elkaar.


Garnalenvel…

Als woord ietwat verwarrend tot je de foto beter bekijkt.

Wat we zien is de doorzichtige broek van een garnaal. Een afgeworpen kledingstuk waar het diertje blijkbaar is uitgegroeid. Door een paar maal te vervellen passen ze uiteindelijk in hun volwassen smoking.

De meesten onder ons kennen wel een aantal recepten om deze doorzichtige spriet en pootachtige op te dienen.

Dat ze regelmatig stoned zijn weet ook iedereen. https://youtu.be/Yq54Ztq7ckY

Minder bekend is echter dat ze achteruit zwemmen, voornamelijk ‘s nachts jagen en zich overdag vaak in het zand schuilhouden. Zij worden namelijk door veel andere dieren ook als een lekker hapje beschouwd. Hun bijna doorzichtig lichaam zorgt ervoor dat de bodem door hun lijf zichtbaar is en daardoor voor een prima camouflage zorgt. Ook houden ze van wat warmer water en verblijven in de winter dan ook wat verder van de kust.

Beetje schuw en vrij doorzichtig, maar hebben hun hart op de juiste plek zitten: in de kop!

Zodra we weer met de “avonturen strandrover” op de stranden komen, gaan we zeker weer korren. De garnaal wordt dan vaak gevangen en laat zich op die manier goed bekijken voor we ze weer terug zetten.

Misschien tot dan!