Archives juni 2020

Een melkkiesje verloren… én gevonden

Van Renate kregen wij een berichtje, wat we met jullie mogen delen. Deze enthousiaste dame zoekt fossielen op het Maasvlaktestrand, ‘het fossielenstrand’ dat bekend staat om deze vondsten. Maar dit is wel een héél bijzondere vondst!

Renate schrijft: ”Afgelopen woensdag heb ik een melkkiesje van een mammoet mogen vinden. Iedereen kent natuurlijk wel de grote mammoetkiezen, maar dat ze ook zo klein kunnen zijn, is bij veel mensen misschien niet bekend.
Toen ik ’em vond wist ik meteen om welk kiesje het ging, er zijn er al meerdere gevonden de afgelopen jaren, maar dit komt zeker niet zo vaak voor als de grotere exemplaren.


Uit verder onderzoek blijkt dat dit het eerste kiesje uit de linkerbovenkaak is, dat een mammoet heeft gekregen. Daarnaast is het niet aangekauwd of aangesleten, dat wil zeggen niet in gebruik geweest om voedsel te vermalen. Dit duidt er dus op dat deze van een zeer jong mammoetbabietje afkomstig is. Of zelfs van een ongeboren individu.”

Renate vervolgt: ”Ik heb er wel even bij stil gestaan dat het eigenlijk heel sneu is als je bedenkt dat het beestje maar heel kort of wellicht helemaal niet heeft mogen leven.”

Een reden te meer om dit kiesje een mooi plaatsje in jouw collectie te geven. Dankjewel Renate, voor het delen van jouw verhaal van deze bijzondere vondst!



Dit beeld spreekt voor zich.

Deze volwassen jan-van-gent, werd aangetroffen door Marthijn van Dongen, vrijwilliger bij de Rotterdamse reddingsbrigade op de Maasvlakte.

Het onfortuinlijke dier was verstrikt geraakt in zwerfvuil op zee.

Deze vogels staan bekend om hun spectaculaire manier van duiken tijdens het foerageren op zee.

Met een spanwijdte van bijna 2 meter kunnen ze zonder veel inspanning, op de wind flinke afstanden afleggen. Zien ze een prooi onder water dan trekken ze hun vleugels in, steken de snavel ver naar voren en kunnen dan wel met 100 km per uur het water in duiken. Op deze manier kunnen ze meters diep hun prooi nog na jagen.

Het is heel goed mogelijk dat deze vogel tijdens het foerageren verstrikt is geraakt.

Zonde weer….


Wat zijn die bolletjes op het strand toch?

Het is geen zeewier of een waterplant, maar het zijn losgeslagen kolonies Gorgelpijpen. meestal zo’n 3 tot 4 cm hoog, tot max. 10 centimeter. Door de wind rollen ze over het strand en vormen het bolletjes.

Gorgelpijpen zijn poliepen, net als kwallen. En als je ze goed bekijkt -bijvoorbeeld even in een emmer of glazen pot gevuld met water- bestaat zo’n ‘plukje’ Gorgelpijpen uit een soort grondplaat, waaruit een aantal vertakte pijpjes komen met aan het einde een poliep. Hieruit zwaaien twintig korte en twintig lange tentakels rond een rode mondopening. De tentakels vormen twee kransjes waartussen in de lente trossen rode voortplantingsorganen hangen.

Gorgelpijpen vermenigvuldigen zich door piepkleine kwalletjes te vormen en los te laten. Die zweven door het water, zwemmen met hun tien tentakels of schuifelen over de bodem naar een stek om zich te hechten. 

De pijpjes/buizen zijn geelbruin van kleur, aan de bovenkant overgaand in bleekroze tot violet. Het bovenste deel van de poliep, waarop de mondopening staat, is bloedrood.

Ze groeien in kolonies op een harde ondergrond en mijden direct zonlicht, zoals onder stenen, een brug of onder boten. De kolonies leven van iets beneden de laagwaterlijn tot ca. 300 m diepte.

De losgeslagen kolonies laten zich met de stroming meevoeren en vestigen zich weer op een plek ergens in de Noordzee, Zeeuwse wateren maar ook aan beiden zijden van de Noord Atlantische oceaan en de Middellandse Zee.

Toekomst
Je kunt ze dus overal tegenkomen. In de toekomst hopen wij jullie ook weer op het strand te zien met onze ‘Strandrover’ tijdens één van onze pop-up presentaties ‘educatie op locatie’. Tot die tijd komen we elkaar ‘online’ tegen.




Het is een kluutje…

Zet een aantal jonge vogeltjes bij elkaar nog voordat ze hun “juveniele” kleed hebben ( het eerste complete verenkleed waarin een jonge vogel vliegvlug wordt) en probeer ze dan te determineren. Valt lang niet altijd mee. Eentje springt er uit met zijn lange poten en zijn opkrullende snaveltje. Met name door dat laatste zal je hem niet snel missen: de kluut. Een hele fraaie steltloper die we aan onze kust kunnen aantreffen, wadend op zijn lange poten door het ondiepe water op zoek naar voedsel. Met zijn indrukwekkende snavel tast hij de bovenlaag van de bodem af en zeeft hij de larven, wormpjes en insecten uit het sediment. En inderdaad, de enige steltloper met zo’n opkrullende lange snavel.

Met zo’n 6000 broedparen is het een minder algemene broedvogel van de kust en de rivieren. Het merendeel trekt in het najaar weg naar Zuidwest-europa en Noordwest-Afrika. Een aantal blijft ook achter in Nederland in de winter. Voor wat betreft het jong: let op de stevige poten. Deze groeien als eerste naar een volwassen proportie om de groei van het lichaam te kunnen opvangen. Net zoals bij mensenpubers waarbij de voeten en handen ook als eerste volgroeien. Uit oogpunt van stabiliteit een logische volgorde.