Archives februari 2024

Steenloper: een leuk “instapvogeltje”

De Steenloper, zo fraai gekleurd zal je hem hier niet tegen komen. Wij moeten het doen met het winterkleed. Onlangs kreeg ik de Steenloper weer in het vizier van mijn camera en de verleiding is dan groot om een prentje te maken. Het was enigszins tevergeefs.

Duizelingwekkend. Aan de oever van de Oosterschelde was op schootsafstand een Steenloper bezig met zijn poetsbeurt. Toilet maken om het wat chiquer te zeggen. De veren werden gepoetst en het lijf geschud om alles weer op zijn plaats te laten vallen. Noodzakelijke actie om de boel in conditie te houden, voor het vliegen, de isolatie en het verwijderen van parasieten. Op moment van afdrukken besloot onze Steenloper de kop droog te schudden. Tegen de snelheid waarmee dat gebeurde was de camera echter niet opgewassen.

De opname werd gemaakt met een snelle tijd van 1/400 seconde. Normaal gesproken voldoende om de bewegingen van de vogel te kunnen “bevriezen”. Dit is te zien aan de veren bij de schouder. Alleen de kop…….. Het schudden gebeurde zo krachtig dat kop en snavel vervaagden tot een grijze massa. Zelfs een tijd van 1/5000 seconde zou hier niet tegen opgewassen zijn.

Geen mooie opname om een vergelijk te maken met de soortgenoot in zomerkleed hierboven. Even later dacht ik beet te hebben met een vogel weggedoken tussen de stenen van de kustwering. Bijna onzichtbaar, zeker voor een oppervlakkige kijker. Eenzelfde Steenloper als hierboven, maar dan in winterkleed en in dekking:

Maar dit verschil is niet representatief: het is juist een vogel die zich goed laat zien en ondanks de grauwe dekveren opvallende kleuren heeft. Even later had ik hem te pakken in de complete winteruitdossing. Met witte borst en oranje poten een kustvogel die juist opvalt in deze donkere maanden. Ook niet schuw en goed benaderbaar. Niet massaal overwinterend in ons land, maar op de juiste plaatsen makkelijk te vinden. Aan onze “rotskusten” steevast te zien en dat maakt hem tot een “goede instapvogel” voor als je in de wintermaanden het kleine kustgrut wilt leren kennen. Wat de Drieteenstrandloper is voor de vloedlijn, is de Steenloper voor de kustwering, strekdammetjes en schelpen strandjes.

Steenlopers houden vooral van rotsachtige kusten met begroeiing waaronder allerlei krabbetjes en kreeftjes te vinden zijn die voor de nodige calorieën kunnen zorgen. Zekere plekken om ze van najaar tot diep in het voorjaar te zien zijn de Maasvlakte bij de Blokkendam en de Maasmond, haven van Stellendam en Brouwersdam, randen langs de Oosterschelde. Prima locaties met veel wier, schelpen en stenen die omgekeerd kunnen worden. De steenloper heet niet voor niets bij onze buren: Turnstone, Steinwalzer en Tournepierre a collier. Hoe hij zijn voedsel zoekt kunnen we niet beter uitleggen.

De schutkleur moeten we niet beoordelen op de het winterkleed. Je zou bij deze biotoop zwarte poten en een vale borst inkleuren. Dan wel verwachten dat na verloop van zoveel jaren bivakkeren op onze basaltblokken de poten zwart zouden selecteren. We geloven tenslotte nog steeds in Darwin. Nee, de schutkleur moeten we beoordelen op het zomerkleed. Denk aan noordelijke toendra’s en rotsachtige, begroeide kusten. En dan is zo’n opvallend oranje, witzwarte vogel ineens onopvallend.

Als je de Steenloper in het fraaie zomerkleed wilt zien, dan kan dat in het late voorjaar nog wel hier en daar voor onze kust, met name de Wadden. Ze broeden hier niet. Dichtstbijzijnde plek is Denemarken. Voor de aantallen moet je noordelijker gaan. Wij moeten het doen met de overwinteraars, ca 7000 en doortrekkers. Maar wel mooi om te beseffen dat naast exemplaren uit Noord-Scandinavie, Finland en Rusland zelfs Steenlopers uit Noord- Canada ons land aandoen. Maakt het allemaal wat mysterieus. Mocht je die verre landen niet willen bezoeken, houd het voor nu dan op de Blokkendam, Brouwersdam, haven van Stellendam enzovoort…… Je ontdekt ze snel en mocht je nog niet veel ervaring hebben met kustvogels dan is juist deze schitterende vogel snel gevonden en een mooie start van je verzameling. Steenloper: een meer dan fraai “instapvogeltje”.

(bovenstaand stukje is 26 februari verschenen in de nieuwsbrief van IVN Voorne-Putten Rozenburg)


Levende bruinvis gestrand.

Afgelopen vrijdag werden we gebeld voor een melding van een levend aangespoelde bruinvis op het Maasvlaktestrand.

Op een dergelijk moment is er dringend inzet nodig en we zijn dan ook onmiddellijk gaan rijden.

Onderweg hielden we contact met de melder, die er nog bij stond en met SOS Dolfijn.

Na instructies hebben de melders direct zeer adequaat gereageerd..

Rust.., nathouden en vooral geen harde geluiden om niet nog meer stress bij het dier te veroorzaken.

Bruinvissen zijn hier erg gevoelig voor en veel stress kan lijden tot de dood.

Na 20 minuten waren we ter plaatse en konden we de eerste hulp overnemen van de melders.

Met een brancard, een dekbed en wat natte handdoeken hebben we snel een comfortabele ligplaats voor het gestrande dier gecreëerd.

Het allerbelangrijkste was nu om het gestreste dier tot rust te brengen en hiermee ook de snelle ademhaling te kunnen terugbrengen naar een aanvaardbaar niveau.

Zie onderstaande video:

Onder normale omstandigheden ligt de ademfrequentie op een of een enkele ademhalingen per minuut.

Deze was nu veel te hoog en levensbedreigend.

Met hulp van de melders hebben Charlene en ik de bruinvis snel naar de zeezoogdieren ambulance gedragen.

Na een minuut of 10 begon de ademfrequentie behoorlijk te dalen en zag je dat de bruinvis rustiger werd.

Ondertussen was er een ambulance van SOS Dolfijn al onderweg naar onze locatie en hielden we voortdurend contact met de meerijdende dierenarts.

Uiteindelijk hebben we de gestrande bruinvis levend kunnen overdragen en is hij door SOS Dolfijn naar hun opvangcentrum gebracht.

De volgende dag werden we gebeld dat “onze” bruinvis nog steeds in leven was en door intensieve zorg een kans maakt op herstel.

Wat een opluchting na een spannende en intensieve inzet op het strand.

Het dier bleek na onderzoek ternauwernood te zijn ontsnapt aan de aanval van een grijze zeehond en had ook nog een longontsteking.

De bruinvis heeft de naam Martin gekregen en wordt nu met de grootst mogelijke zorg en deskundigheid gerevalideerd in het opvangcentrum van SOS Dolfijn.


Ritje op moeders rug

Witjes kunnen niet zo goed zwemmen. De wollige vacht geeft veel weerstand. Om afstanden af te leggen is de hulp van ma wel zo makkelijk en ook veilig. Ze kunnen geduwd worden terwijl ze aanschurken tegen de hals/schouderlijn van de moeder of, zoals op deze foto, gewoon meeliften door op de rug te klimmen. Zo kom je nog eens ergens.


Wat is het toch saai op het strand….

De jeugd van een Grijze zeehond lijkt vrij overzichtelijk. Zo’n drie weken liggen en vet worden, daarna vervellen en zelf je zwemdiploma halen, dat is het dan. Geen interactie met soortgenoten in de wei, geen gestoei met pups uit hetzelfde nest. Niets daarvan. En ook tijdens het liggen op het strand maar beperkt contact met moederlief. Om de paar uur gevoed worden en wat aandacht, daarna is ze weer verdwenen.

Dit jong had na zijn voeding even een momentje met ma dat voor hem duidelijk te saai werd ingevuld. Ogenschijnlijk had het dier geen slaap en lag zich te vervelen. Leuk tafereeltje dat we weer menselijk gaan inkleuren. Maar goed, ook ik liep me te vervelen en dan ga je overal op letten.


Grijze zeehond: aanwinst voor onze kust

Gewoon dagelijks te zien bij een strandwandeling. En dan te bedenken dat de Grijze zeehond pas sinds het begin van dit millennium weer voorkomt in het deltagebied.

In de middeleeuwen inheems, maar door bejaging voor lange tijd uit ons land verdwenen. Totdat eind vorige eeuw weer een kolonie werd opgebouwd in de Waddenzee en later voor de Zeeuwse kust. Geëmigreerd uit Engeland en Schotland. De populatie neemt sindsdien sterk toe, groeit sneller dan die van de Gewone zeehond.

Voor de natuurliefhebber valt er steeds meer te genieten. Ondanks de drukte op de stranden is een ontmoeting met een zeehond met jong geen uitzondering meer.


Fraaie kop

Zivermeeuw, misschien wel de meest algemene kustvogel het jaar rond. Altijd aanwezig, vast onderdeel van de stoffering van het strand. Te algemeen om nog op te vallen. Maar denk hem weg en je hebt geen strand meer: zijn geluid en vlucht zijn bepalend voor onze kustbeleving.

Er viel niets leuks te fotograferen. Een kop van een zeehond boven het water, een rug van een bruinvis en een paar drietenen. Alles buiten bereik. Totdat deze Zilvermeeuw zich liet vereeuwigen tegen de opkomende regenbui . Misschien niet de meest innemende vogel, wel een fraaie kop.


Voor dag en dauw

Vertrokken van de thuisbasis in het pikkedonker. Zware regenval, vanuit het zuiden werden echter opklaringen verwacht. Doel: observatie van een jonge zeehond met te laag gewicht. De pup werd al enige dagen in de gaten gehouden. Mogelijk te weinig voedselinname. Een voorbeeld uit de praktijk van de afgelopen twee maanden.

Vanuit de auto de situatie doorgenomen met het hoofd verzorging van de zeehondenopvang. Inmiddels werd het droog en licht, het werk van de vuurtoren van Ouddorp zat er bijna op.


De fantastische kleur van de Wilde eend

Dat er in onze grauwe winters toch nog veel kleur kan worden waargenomen bewijst deze Wilde eend.

Met een kop die kleuren aan kan nemen van blauw tot metaalachtig groen. Weinig vogels doen hem dat na. En dat voor een gewone eend. Vaak onopgemerkt door zijn algemene verschijning, maar buitengewoon mooi. En om het groen nog extra aan te zetten die gele snavel.

Engelsen noemen deze kleur dan ook “mallard green” wat gewoon “eend groen” betekent (ral kleur 170 50 45).


Ons grootste roofdier, van klein naar groot

Een teder plaatje van een gelukkig gezinnetje. Het beeld van de woeste liefdeloze bul wederom ontkracht.

Een pup van 25, de zorgzame moeder van 200 en de bul van pakweg 300 kilo. We hebben ze natuurlijk niet gewogen maar het zijn wel de verhoudingen. Zie het verschil in grootte en vorm van de koppen. Men name die van de bul is indrukwekkend.

Hij doet de soortnaam “Halichoerus grypus” ( vertaald: zeevarken met haakneus) duidelijk eer aan.