Steenloper: een leuk “instapvogeltje”
De Steenloper, zo fraai gekleurd zal je hem hier niet tegen komen. Wij moeten het doen met het winterkleed. Onlangs kreeg ik de Steenloper weer in het vizier van mijn camera en de verleiding is dan groot om een prentje te maken. Het was enigszins tevergeefs.
Duizelingwekkend. Aan de oever van de Oosterschelde was op schootsafstand een Steenloper bezig met zijn poetsbeurt. Toilet maken om het wat chiquer te zeggen. De veren werden gepoetst en het lijf geschud om alles weer op zijn plaats te laten vallen. Noodzakelijke actie om de boel in conditie te houden, voor het vliegen, de isolatie en het verwijderen van parasieten. Op moment van afdrukken besloot onze Steenloper de kop droog te schudden. Tegen de snelheid waarmee dat gebeurde was de camera echter niet opgewassen.
De opname werd gemaakt met een snelle tijd van 1/400 seconde. Normaal gesproken voldoende om de bewegingen van de vogel te kunnen “bevriezen”. Dit is te zien aan de veren bij de schouder. Alleen de kop…….. Het schudden gebeurde zo krachtig dat kop en snavel vervaagden tot een grijze massa. Zelfs een tijd van 1/5000 seconde zou hier niet tegen opgewassen zijn.
Geen mooie opname om een vergelijk te maken met de soortgenoot in zomerkleed hierboven. Even later dacht ik beet te hebben met een vogel weggedoken tussen de stenen van de kustwering. Bijna onzichtbaar, zeker voor een oppervlakkige kijker. Eenzelfde Steenloper als hierboven, maar dan in winterkleed en in dekking:
Maar dit verschil is niet representatief: het is juist een vogel die zich goed laat zien en ondanks de grauwe dekveren opvallende kleuren heeft. Even later had ik hem te pakken in de complete winteruitdossing. Met witte borst en oranje poten een kustvogel die juist opvalt in deze donkere maanden. Ook niet schuw en goed benaderbaar. Niet massaal overwinterend in ons land, maar op de juiste plaatsen makkelijk te vinden. Aan onze “rotskusten” steevast te zien en dat maakt hem tot een “goede instapvogel” voor als je in de wintermaanden het kleine kustgrut wilt leren kennen. Wat de Drieteenstrandloper is voor de vloedlijn, is de Steenloper voor de kustwering, strekdammetjes en schelpen strandjes.
Steenlopers houden vooral van rotsachtige kusten met begroeiing waaronder allerlei krabbetjes en kreeftjes te vinden zijn die voor de nodige calorieën kunnen zorgen. Zekere plekken om ze van najaar tot diep in het voorjaar te zien zijn de Maasvlakte bij de Blokkendam en de Maasmond, haven van Stellendam en Brouwersdam, randen langs de Oosterschelde. Prima locaties met veel wier, schelpen en stenen die omgekeerd kunnen worden. De steenloper heet niet voor niets bij onze buren: Turnstone, Steinwalzer en Tournepierre a collier. Hoe hij zijn voedsel zoekt kunnen we niet beter uitleggen.
De schutkleur moeten we niet beoordelen op de het winterkleed. Je zou bij deze biotoop zwarte poten en een vale borst inkleuren. Dan wel verwachten dat na verloop van zoveel jaren bivakkeren op onze basaltblokken de poten zwart zouden selecteren. We geloven tenslotte nog steeds in Darwin. Nee, de schutkleur moeten we beoordelen op het zomerkleed. Denk aan noordelijke toendra’s en rotsachtige, begroeide kusten. En dan is zo’n opvallend oranje, witzwarte vogel ineens onopvallend.
Als je de Steenloper in het fraaie zomerkleed wilt zien, dan kan dat in het late voorjaar nog wel hier en daar voor onze kust, met name de Wadden. Ze broeden hier niet. Dichtstbijzijnde plek is Denemarken. Voor de aantallen moet je noordelijker gaan. Wij moeten het doen met de overwinteraars, ca 7000 en doortrekkers. Maar wel mooi om te beseffen dat naast exemplaren uit Noord-Scandinavie, Finland en Rusland zelfs Steenlopers uit Noord- Canada ons land aandoen. Maakt het allemaal wat mysterieus. Mocht je die verre landen niet willen bezoeken, houd het voor nu dan op de Blokkendam, Brouwersdam, haven van Stellendam enzovoort…… Je ontdekt ze snel en mocht je nog niet veel ervaring hebben met kustvogels dan is juist deze schitterende vogel snel gevonden en een mooie start van je verzameling. Steenloper: een meer dan fraai “instapvogeltje”.
(bovenstaand stukje is 26 februari verschenen in de nieuwsbrief van IVN Voorne-Putten Rozenburg)