Tag Slikken van Voorne

Mestoverschot

Alsof we nog niet genoeg problemen hebben met het mestoverschot. Onlangs werd ik met mijn neus op de harde feiten gedrukt, getuige deze foto. Kaalvraat en overproductie van mest. Dat zelfs in het Natura 2000 gebied intensieve veeteelt wordt toegestaan, met alle gevolgen van dien.

Mooie tendentieuze berichtgeving. Wanneer we het beeld uitzoomen wordt duidelijk waar het om gaat. Het betreft de Wolfsmelkpijlstaartrups die zojuist op de kaalgevreten stengel van de Zeewolfsmelk zich ontlast heeft. Een ware evenwichtskunstenaar die al etend weet te poepen en met zo’n precisie dat de geproduceerde drol keurig blijft liggen. Voor de lezers die niet bekend zijn met deze wonderschone rups: de pijlstaart zit zoals de naam al aangeeft aan de achterzijde.

wolsmelkpijlstaatrups poept tijdens het eten

De plant wordt systematisch afgegraasd. De bladeren hebben de voorkeur, maar ook de harde stelen worden aangepakt. Is de plant kaal, dan steekt de rups rustig over naar de volgende.

Jarenlang was deze rups slechts sporadisch te zien. Nog steeds noemt de Vlinderstichting zijn verschijning “zeldzaam”. Maar met enige inspanning kan je hem nu vinden op de Slikken van Voorne, Maasvlakte en Kwade Hoek. Zoek Zeewolfsmelkplanten met de (makkelijk) zichtbare uitwerpselen op het zand eronder en ga dan de stengels langs.

De forse rups is van juli tot september waar te nemen, de eerste weken felgroen en later donkerder met meer rood. Eenmaal volgegeten en volgroeid graaft de rups zich in in het zand, om daar te verpoppen en volgend jaar als vlinder verder te gaan ( als “dagactieve nachtvlinder”)

Fraai foto object, jaarlijks weer een leuke trofee als je een geslaagde opname hebt weten te maken (ook een mobiele telefoon leent zich hier uitstekend voor). De rupsen met hun fraaie tekening en kleuren hebben voor de fotograaf een groot voordeel: ze lopen niet snel weg en gaan onverstoorbaar door met eten en poepen, alsof het een lopende band is. Alle tijd om scherp te stellen en standpunt te kiezen.

Ga naar de kust, zoek de Zeewolfsmelk en dan speuren naar uitwerpselen. Even niet denken aan het mestoverschot en stikstofuitstoot, gewoon kijken en ervan genieten.


De Havik en de Boerengans

Een Boerengans tussen Grauwe ganzen op de kust van Voorne. De laatste vallen nauwelijks op in de begroeiing, menigeen zal ze niet eens waarnemen. Maar door de aanwezigheid van de verwilderde Boerengans wordt de gehele groep uit de de dekking getrokken.

Door de telelens valt het oog op een vogel op een paal verder achter dit tafereel: een volwassen Havik. De gans vormt zo het bruggetje naar deze imposante roofvogel die vermoedelijk zijn dagprooi zit te verteren. Ook kleinere ganzen kunnen op zijn menu staan.


Mosdiertjes

Nee, dit is geen wier. Dit zijn miljoenen kleine mosdiertjes. Deze 1 mm lange waterdiertjes leven in kolonies op de bodem van de zee en zijn met elkaar verbonden tot kleine plukjes die op zeewier lijken. Eenmaal afgestorven kunnen ze op het strand aanspoelen. Dit jaar was het wel erg raak met kilometers lange bergen van dit “zeewier” dat aan de vloedlijn lag.

Zo ook afgelopen week op de Slikken van Voorne , het gebied onder de oksel van de Maasvlakte. Er lagen weer bergen. De honden snuffelden er nieuwsgierig in om tot de conclusie te komen dat dit mogelijk veel voedingswaarde had, maar niet te vreten was. Verwende beesten….. (foto Vincent ‘t H)


Mooi oud worden

Zonnig najaarsweer wisselt de dagen met regen en wind af. Op de gorzen aan de kust kleurt de uitgebloeide Zulte het landschap grijswit. Schitterende plant die op haar levensavond mooier en voornamer oogt dan tijdens de bloei. Zulte, de oude Walcherse benaming die nu ook officieel opgang doet, zal wel iets met zilt te maken hebben. Het is een zoutminnende, beter gezegd een zoutresistente, plant. Kan tegen een zilt milieu. De zaden vallen af en worden meegevoerd door de golven om elders weer aan te spoelen en te ontkiemen. Zo blijft onze kust mooi. De andere benaming is Zeeaster waar ook wel enige logica in zit als je het bloemetje bekijkt. Gezien mijn afkomst prefereer ik echter Zulte.

Verscholen tussen de honderden planten trof ik als een relikwie van de zomer nog een bloeiende aan, laten we het dan maar houden op Zeeaster tussen de Zulte.


Tamme tapuit

Het lijkt er wel eens op dat iedere vogelsoort zijn eigen veiligheidszone kent. Sommige laten zich heel makkelijk benaderen, zoals bijvoorbeeld drieteenstrandlopertjes. Andere houden meer afstand, zoals de meeste roofvogels. Met tapuiten heb ik de vervelende ervaring dat ze opvliegen op moment dat ze bijna binnen het bereik van mijn telelens zijn. Bijna, maar net niet “lekker”. Het gevolg is dat je de opname thuis nog teveel moet uitvergroten en dat kost kwaliteit. En iedere keer in het veld trap ik er weer in: nog 5 meter en dan heb ik je. Dus niet, steevast kom ik in de “intimiteitszone” van het vogeltje en het is gevlogen.

Maar vandaag niet: deze tapuit was heel relaxed en accepteerde 10 meter meer (of minder), net vanuit welk perspectief je het wilt bekijken. Aardige opnames van een mooi vogeltje in winterkleed zittend in de duindoorn. Je kunt ze nu weer veelvuldig zien. In Nederland broeden ze beperkt, in het voor- en najaar is ons land echter gezegend met tal van doortrekkers.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Egel op het strand

Ja, dit is een jonge egel en nee, hij ligt niet op het zand. Maar voor wie de situatie ter plaatse van restaurant “Aan Zee” kent weet dat strand, slikken en gorzen hier in elkaar overlopen. Op het gedeelte tegen de duintjes aan waar het strand volledig begroeid is en we eigenlijk van een gors spreken (het stroomt slechts bij springvloed en storm onder) kwam ik dit egeltje tegen. Ogenschijnlijk gezond maar in zijn gedrag weinig alert. Hij rolde zich met moeite op toen ik hem wilde inspecteren op teken op zijn buik. Het gaat momenteel niet zo goed met de egels door ziekten en afname van hun ideale biotopen. Egels kunnen ook veel last hebben van teken die soms met twintig tegelijk op hun buik aanwezig kunnen zijn. Het verwijderen van deze beestjes kan al een snelle verbetering geven. Hier trof ik ze echter niet aan. Het beestje in de schaduw onder een struik bij een klein plasje water gezet. Aan het einde van mijn wandeling nog even gekeken, maar het egeltje was “gevlogen”. Prima!

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Verscholen in het riet

Normaal laat de rietzanger zich goed zien en horen. Luid zingend bovenin een struik of op een rietstengel. Zo niet afgelopen zondag. Er dreigde een bui lost te barsten en in aanloop daarvan was een stevige wind opgestoken. Mogelijk was dat de reden dat deze zanger bijna onvindbaar was. Hij zat lager aangehecht aan een stengel en werd door het riet onttrokken aan het oog. De uitslag midden op de stengel is minder groot dan aan de top en ook een rietzanger kan de deining te gortig worden. In ieder geval, ik hoorde hem luid en duidelijk maar zag hem niet. Dat was niet te verteren. Na het maken van een paar kruispeilingen kreeg ik hem in het vizier, een aantal meters verderop in het riet zo’n 40 centimeter onder de pluim. Met moeite, het gezicht werd belemmerd door stevig wuivende stengels en halmen die in het ritme van de vlagen meebewogen. Maar dat nadeel bleek ook zijn voordeel te hebben, van tijd tot tijd vielen er ook gaten. Na enige tijd lukte het me de cadans van de vlagen in te schatten en de momenten de pakken waarin, handmatig, op het vogeltje kon worden scherpgesteld. Afdrukken en maar hopen. Het leverde dit intieme plaatje op dat een kijkje geeft in de wereld van de rietzanger bij storm en slecht weer.


Heggenmus

Nog zo’n beestje dat “mus” in zijn naam heeft maar geen directe familie is van de huismus of grasmus. Om het maar eens overzichtelijk te maken. Wat hij wel gemeen heeft is het bruin-grijze veren kleed. Misschien is dat ook wel de verklaring. Met “mus” zouden vroeger veel voorkomende bruine vogeltjes aangeduid zijn. Zo algemeen als de vlieg ( musca is het Latijnse woord voor vlieg).

Nu is de heggenmus grijs-bruin en komt zeker algemeen voor. Je ziet ze niet zo vaak vliegen,des te meer scharrelen in de tuin onder de struiken. Door hun grauwe kleed niet opvallend voor de oppervlakkige kijker, maar ze beschikken over een helder deuntje dat in het voorjaar overal te horen is. Het hele jaar rond aanwezig met zo’n 400.000 exemplaren. In de winter zakken er een aantal door naar zuidelijker streken maar dat wordt dan weer aangevuld met exemplaren uit Scandinavie.

Wat hij ook gemeen heeft met de Grasmus dat hij zich bij het zingen duidelijk laat zien in de top van de struiken. Dus ook hier geldt: zie je deze vriend dan hoor je hem. Let op de subtiele, fraaie tekening van de grijze borstveren!!! En ook deze was gewoon te zien op de gorzen aan onze kust.


De rietzanger

Een vogeltje dat je in het voorjaar in de moerasachtige delen van ons land zeker tegen komt is de Rietzanger. Zie je riet dan hoor of zie je de rietzanger. Het beestje laat zich makkelijk zien en horen. Vanaf medio april terug uit Afrika om hier met zo’n 30.000 broedparen voor de instandhouding van de soort te zorgen.

Luidruchtig aanwezig in het riet of tijdens een zangvlucht. In het riet hoog in de rietstengel net onder de pluim gezeten, is hij vrij makkelijk waar te nemen. Fotograferen is wat anders. Het blijft klein materiaal, kleiner dan een roodborst, waarop het moeilijk scherp stellen is. Rietpluimen hebben de neiging altijd te bewegen, zeker wanneer ze topzwaar zijn door het extra gewicht van de zanger (10-15 gram slechts, maar toch) en het scherpstellen wordt altijd bemoeilijkt door wuivende stengels die door het beeld bewegen en het scherpstelpunt doen verschuiven. En als die moeilijkheden zijn overwonnen en je nog wat aan de compositie wilt doen kan de vogel weer verdwenen zijn. Zo ben je snel een paar uurtjes zoet. Vogels fotograferen, zware last……


Slikken van Voorne

Een graspieper zit op de uitkijk op de grens van het wandelpad en het beschermde deel van de Slikken van Voorne. In deze oksel tussen de Maasvlakte en het strand van Voorne, tegen de Brielse Gatdam aan, is een rijk natuurgebied ontstaan. Door de beschutting van de Maasvlakte blijft het slib hier hangen en ontstaat steeds meer ruimte voor de vorming van slikken. Nog steeds komt het water tot dichtbij de duintjes van de Brielse Gatdam, bij stormvloed er zelfs tegen aan.

Mooi gebied met een enorme diversiteit aan vogels. In de bosschages van het duin de zangvogels, in de verte de strandvogels en daartussen in alles wat van ruigten houdt. Gisteren haalden we de nachtegaal aan die hier zich hier zo thuisvoelt in het struweel, vandaag de graspieper die 20 meter verder op zijn tent op slaat in de ruigte tussen duin en slik.

Kleine, onopvallende vogel, formaat koolmees. Wordt nog wel eens verwisseld met de iets forsere veldleeuwerik die van de zelfde omgeving houdt. Laat zich goed zien, talrijk zeker in deze periode waarbij broedvogels en doortrekkers aanwezig zijn.