3 x is scheepsrecht

Door de nieuwe afspraken over de manier van handelen bij strandingen van zeehonden laten we in de meeste gevallen de gestrande zeehonden eerst 24 uur met rust.

Publiek wordt gevraagd om afstand te houden, info wordt gegeven aan omstanders en het dier wordt vanaf dat moment door zeehondenwachters in de gaten gehouden.

Meestal wordt er ook een onschuldige kleurstof gebruikt om het gestrande dier op de rug te merken.

Dit vergemakkelijkt de herkenning tijdens de observatie periode.

Het kleurmerk is na enkele weken vaak weer verdwenen en de dieren hebben er geen enkele last van.

Uitzonderingen zijn natuurlijk die dieren die ernstig verwond of verstrikt in netten en of visdraad worden aangetroffen.

Hier is snel ingrijpen vaak van levensbelang. We willen absoluut geen dierenleed!

Op bovenstaande foto is te zien hoe zeehondenwachter Marjolein de kist afsluit waarin we net een verzwakt zeehondje hadden neergelegd.

Dit dier was nu voor de 3e maal gestrand in 2 dagen tijd en ondertussen was de conditie flink verslechterd.

Na 48 uur observatie is toen, na overleg met het medisch personeel van het opvangcentrum besloten om het dier te vangen en voor onderzoek naar de opvang te brengen.

Beschermingsmateriaal uitgetrokken, kist goed afsluiten en voorzichtig rijden maar….


Bouwpakket uit een eitje.

Een krab komt uit een ei.

Moeder draagt de eitjes onder haar buik onder een klep en beschermt zo haar “kroost”. Na het uitkomen van de eitjes begint de krab het leven als een onbeduidende larve. Pas na enige tijd meet de krab het definitieve maatpak aan. Vervaarlijke scharen, poten die ontworpen zijn om zich in te graven, te zwemmen, zijwaarts te lopen én de ogen op steeltjes.

Dit is hoe een krab het leven begint, maar op de foto zien we hoe het op het strand is beëindigd.

Een zilvemeeuw werd door ons gerstoord tijdens gulzige sloopwerkzaamheden. Luid protesterend vloog de meeuw op en liet de onderdelen als een puzzel achter.

Het kostte ons daarna weinig moeite om de stukjes van de legpuzzel bij elkaar te passen en het drama te reconstrueren.


Noem het maar gewoon…

De Gewone Zeeappel. Nou, zo gewoon vind ik ’em niet.
We hebben het over een ongewervelde dier met een prachtig symetrisch kalkskelet bomvol stevige stekels. Met de hele kleine spiertjes beweegt het dier al zijn stekels, een prima wapen tegen vijanden. En dat is hard nodig als je een delicatesse bent voor zeehonden en vissen.

Dit dier is lid van de stam Stekelhuidigen: ongewervelde dieren die voorkomen in de zee. Zoals de symmetrische zeesterren, zee-egels, zeekomkommers en zeelelies. Deze ‘stekelhuid’ wordt zo’n 5 tot 10 jaar oud en heeft een doorsnede van 4 – 5 cm. Meestal zijn de stekels groen van kleur met paarse uiteinden. Ze leven op max. 100 meter diepte tussen kieren en spleten van stenen en mossel- en oesterbanken, maar ook tussen de wieren en zeegrasvelden.

Met hele kleine zuigvoetjes, kan hij zich verplaatsen én zelfs kleine voorwerpen oppakken. Wonderlijk hoor… die zuigvoetjes, steken door 5 dubbele rijen gaatjes in het skelet. Ze kunnen bewegen doordat de zeeappel water door zijn buizensysteem pomp, een soort hydraulisch systeem dus!

De mondopening vind je aan de platte onderkant, hier bevind zich een compleet skeletje van kalkstukjes en spieren, waarmee de zeeappel z’n voedsel kauwt. Dit skeletje heet ‘’Lantaarn van Aristoteles’. Er staat vanalles op het menu van onze zeeappel: zeewier, mosdiertjes, sponzen, wormen, schelpdieren en kleine kreeftachtigen.

Ze komen vrij algemeen voor in onze Noordzee… tóch best gewoontjes dus. 😉 Het ene jaar is het een ‘goed jaar’, terwijl we een jaar later weer stukken minder zeeappels worden waargenomen. 

En elke keer als ik weer zo’n prachtig, rond kalkskeletje vind op het strand vind ik dat ‘gewoon bijzonder’!


Zandkasteeltje aangespoeld

Wie heeft het niet gedaan… een zandkasteel bouwen op het strand. Onwijs leuk om te doen, maar ‘t is nog een hele klus!
Het Goudkammetje leeft in een zelfgebouwd ‘zandkasteel’ en als je goed zoekt, vind je er eentje op het strand.

Goudkammetjes zijn borstelwormen, die in het zand voor de kust leven. Het zelfgemaakte zandkasteel is een conisch toelopende koker, waar de zandkorreltjes met de grootste precisie op elkaar zijn geplakt. Geen bouwwerk, maar een kunstwerk! Het kokertje van middelgrote zandkorrels is maximaal 8 centimeter lang en heeft een wanddikte van slechts 1 zandkorrel.

Het is toch bijzonder dat een worm zo’n prachtig ‘zandkasteel’ kan bouwen en zich hiermee beschermt en verstopt tegelijk. Deze 5 centimeter lange worm, dankt zijn naam aan de goudgekleurde graafborstels aan zijn kop, waarmee het dier minuscule diertjes en algen uit het water zeeft. Dit is prachtig te zien op de linkerfoto. Met de kop naar beneden graaft het goudkammetje zich tot 10 cm diep de zeebodem in.

Een betere camouflage dan dit zandkasteel bestaat er niet voor het kwetsbare goudkammetje, die zich zo goed schuil kan houden voor vissen, krabben en wadvogels.

Vooral met oostenwind komen deze zandkokertjes of delen ervan door de onderstroom mee in de aanspoelsels van de laagwaterlijn. Dus: ga eens door de knieën, op zoek naar zo’n héél klein zandkasteeltje. 

Foto 1: © Hans Hillewaert, Foto 2 & 3: © Strand in Zicht