Archives oktober 2024

Mooi broedjaar 2024 voor de Zeearend

Tijd voor positief nieuws. Het gaat goed met de Zeearend in ons land. Onlangs zijn door de werkgroep Zeearend Nederland de getallen van 2024 gepubliceerd en daaruit blijkt dat er 45 jongen zijn uitgevlogen waarmee wederom het aantal van het voorafgaande jaar is overtroffen (onze regio: Biesbosch 4, Grevelingen 1, Spuimonding 2, Hellegatsplein 2).

Inclusief ouderparen, de nog niet broedende jongeren en de overloop uit Duitsland zou de populatie wel eens richting 200 kunnen gaan.

Voor een volledig verslag: www.werkgroepzeearend.nl


Drieteenmeeuw: een Nederlandse broedvogel

Het lukte niet deze week een paar Drieteenmeeuwen vast te leggen bij de ingang van de Nieuwe Waterweg, zwevend boven het kielzog van een zeeschip. Ze worden er vaak waargenomen maar bijna altijd te ver weg om er maar iets aardigs van te maken.

Normaal gesproken zwerven ze op zee en komen alleen aan land om te broeden op steile kliffen. Ze moeten het niet hebben van hun loopvermogen. Korte poten en het ontbreken van een achterteen maken lopen minder vertrouwd. Gewoon van een steile rots direct op de vleugels zet ze meer in hun kracht. In het najaar en de winter zijn ze vaak waar te nemen voor onze kusten maar nooit op het land. In landen met steile rotskusten zoals Engeland, Schotland, Noorwegen, kunnen ze veilig hun ei kwijt om na het broeden weer naar zee te vertrekken.

Hoezo dan Nederlandse broedvogel? Welnu: een beperkt aantal heeft de platforms op zee ontdekt en die als broedplaats geannexeerd. Moderne vervanger van de gewenste steile rots op het Nederlandse deel van de Noordzee en de aantallen tellen mee als Nederlands broedresultaat. Ziedaar: broedvogel in Nederland waarvan vrijwel niemand het nest zal zien.

Is deze foto dan gemaakt bij een platvorm op zee?? We zouden er een spannend verhaal bij kunnen verzinnen. Deze foto is “gewoon” gemaakt in Noorwegen aan de onderzijde van een brug over een fjord. Genoeg steile rotsen daar, maar deze mooie plek konden de meeuwen niet laten schieten. Gelukkig voor mij want de steile kliffen waren niet te bereiken.


Steenloper gesnapt

Steenloper gesnapt tijdens de trek rustend op de zeewering. Nog in het fraaie zomerkleed dat we eigenlijk alleen kennen van de doortrekkers, afkomstig uit arctisch Canada en Rusland. De kleuren volledig afgestemd op het palet van de stenige en ruig begroeide toendra’s.

Er overwintert een bescheiden aantal van 6000-9000 exemplaren in ons land, maar dan getooid in het meer ingetogen, ook nog fraaie, winterkleed. Ze lijken algemeen voor te komen, maar dat beeld is positief vertekend doordat het Deltagebied een “hotspot” is en deze vogels erg benaderbaar zijn.


Scholekster lust ze rauw

Dat Scholeksters graag een schaaldiertje snoepen mag algemeen bekend zijn. De Engelse naam van de Scholekster is niet voor niets “Oystercatcher”. En dat ze vaak mosselen eten is niet verwonderlijk gezien het grote aanbod aan onze kust.

Ook voor mensen is de rauwe mossel een lekkernij. Echter opvallend weinig door Nederlanders zo gegeten in tegenstelling tot onze zuiderburen. Daar wordt de rauwe mossel met smaak verorberd. Ondanks de aanduiding “armeluisoester” een lekkernij voor heel de maatschappij.

Kenners weten: minstens zo lekker als een oester maar met meer textuur. Dat zal deze Scholekster verder weinig uitmaken: ze liggen er in overvloed en barsten van de “lekkere” calorieën.


De perfecte sur place van de Torenvalk

Deze torenvalk vliegt met de snelheid van de (tegen)wind met als resultaat een perfecte sur place. De vleugels zorgen voor de juiste snelheid, de staart fungeert als roer. Iedere veer draagt bij aan deze balanceer kunst. De kop blijft bewegingsloos met de ogen speurend naar de beoogde prooi: een muis.

Meerdere roofvogels gebruiken deze techniek maar de Torenvalk lijkt de absolute meester.


Het gestrande oog

Het staarde me nieuwsgierig aan….

Deze oogbal was net aangespoeld en huilde nog een zilte traan.

Het melkkleurig vlies belemmerde de inkijk en wellicht ook de mogelijkheid om zelf te kunnen zien.

Welk dier was dit orgaan kwijtgeraakt of was het een oogbal met een zelfstandig bestaan?

Een kenner ziet natuurlijk onmiddellijk de naakte werkelijkheid.

Het gaat hierbij om een kwal: een kleine zeepaddestoel.


De taak van de zeehondenwachter

“Zeehonden moet je met rust laten en mag je zeker niet verstoren”.

Dit zal een zeehondenwachter je vertellen als je te dichtbij een gestrand dier staat.

Hoe paradoxaal is het dat je vervolgens die zelfde zeehondenwachter het dier voorzichtig ziet benaderen.

De zeehondenwachter is de enige die zich direct met de zeehond mag bemoeien, ze mag aanraken (met handschoenen) en zelfs mag vangen en evt. vervoeren.

Hij/zij maakt foto’s en probeert vaak om ook een filmpje te maken van de gestrande zeehond.

Een zeehondenwachter beoordeelt de situatie en de conditie van het dier en gebruikt het gemaakte beeld materiaal om te overleggen met het opvangcentrum.

Niet alle dieren die stranden hebben immers hulp nodig!

Naast eerste hulp bieden is voorlichting en educatie een belangrijke taak van een zeehondenwachter.

Hoe meer men weet over deze wilde dieren, hoe meer het publiek met respect met de zeehond omgaat.

Hoe mooi is het dat ze af en toe nog op onze stranden liggen te rusten!