Een krab…, twee krabben.., nog meer krabben!

Soms tref je massale strandingen aan op de vloedlijn.

Bekend zijn de talloze kwallen bij oosten wind.

Ook de grote hoeveelheden mosdiertjes van afgelopen jaar zijn een mooi voorbeeld.

Enkele malen per jaar zien we een groot aantal zeesterren na en flinke storm op het strand liggen.

Een waar feestmaal voor de meeuwen!

Vorige week lagen er plotseling honderden grote en kleine dode krabben tussen de mosdiertjes,

Een echte oorzaak kan ik niet bedenken, maar het verzamelen zit in mijn bloed, dus zakken vol gedroogde krabben zijn mee naar huis gegaan.


De ellende van vogelgriep.

Bijna dagelijks worden we gebeld over zieke vogels op het strand.

Ook vanmorgen werd er weer een zieke meeuw gemeld voor de uitgebrande strandtent.

De verzwakte kokmeeuw bleek er volgens omstanders al meer dan een dag te liggen.

Op zich al bijzonder op een dergelijk druk bezocht stukje strand.

Helaas wezen alle symptomen op vogelgriep en is herstel hiervan uitgesloten.

Om uitbreiding van de vogelgriep te voorkomen en om het dier verder ellende te besparen heb ik het dier

uit zijn lijden moeten verlossen.

Absoluut geen plezierig karwei, maar ja…, dierenleed moet voorkomen worden als het mogelijk is.


Een vos aangespoeld..

De laatste weken wordt er op de Maasvlakte fanatiek op gejaagd,

Ze zouden de populatie kleine mantelmeeuwen bijna hebben uitgeroeid!

Afgezien van het feit dat dit niet juist is, vind ik het ingrijpen door mensen op een dergelijke grove wijze, verwerpelijk.

De afgelopen jaren zijn braak liggende stukken terrein door slepen en maaien vrij gemaakt van nesten van de meeuwen en andere vogels.

Hierdoor is het aantal nest mogelijkheden voor de kleine mantelmeeuw al jaren flink afgenomen.

Alle struiken en bomen zijn ondertussen verwijderd en lage begroeiing systematisch weggemaaid.

Van een natuurlijk evenwicht is geen sprake en dat zal er ook niet komen zolang we alles blijven gladstrijken.

Als de vossen zijn verdwenen zal er ongetwijfeld een nieuwe soort ongeremd gaan toenemen.

Waar eindigt dit?

Natuurlijk begrijp ik dat veiligheid een belangrijke factor is, maar een compromis zou toch moeten kunnen?

Naast gewin is verwondering ook een belangrijke factor om je als mens gelukkig te kunnen voelen.

Deze vos hoeft in elk geval niet meer te worden opgejaagd.

Nog maar net overleden lag dit dier op de vloedlijn van het Maasvlakte strand.

Verdronken.., aangeschoten..?

Gelukkig heeft de reddingsbrigade het dier voor ons veilig gesteld en aan ons gegeven.

We zouden hem graag willen laten opzetten.

Nu nog iemand vinden die ons hiermee financieel zou willen helpen.


Incognito..

Omdat de media hen de laatste tijd aardig heeft belicht, hebben de 2 jutters besloten om in het vervolg onherkenbaar te gaan jutten.

In de late avond, tegen het donker en het liefst in de mist.

Alternatief is heel vroeg in de ochtend en dan op tijd weer naar huis.

Dit bevalt ons uitstekend en de opbrengst neemt allen maar toe.

Op de foto zie je het resultaat van een uurtje banjeren langs de hoogwaterlijn.


Een verdacht tafereel.

“Ik zie enkele meeuwen die tussen de blokken van de waterkering aan iets “wits” zitten te pikken”.

“Normaal liggen hier vaak 2 zeehonden te rusten”.

“Zou er een tussen de blokken vast zijn komen te zitten?”

Dit tafereel werd door een bewakingscamera geregistreerd en die stond op behoorlijke afstand.

Ook dit soort wat vage meldingen worden serieus genomen.

De melder is vaak ongerust en en maakt zich dan zorgen om de situatie.

Het zou niet de eerste keer zijn dat een zeehondje in een benarde situatie is beland.

Uit de foto blijkt al wat we hebben aangetroffen.

Triest voor de paling, maar eerste hulp kwam hier duidelijk te laat.


Kokkelen

Wat staan die kleine mantelmeeuwen toch te frutselen op de laagwaterlijn?

Pikken, hakken.., schudden..,, om vervolgens iets op te eten.

Bij het naderen van de waterlijn vliegen de meeuwen luid protesterend op.

“Sorry mannen, maar ik ben erg nieuwsgierig geworden!”

Al snel zien we tussen de poot afdrukken van de verstoorde vogels diverse opengemaakte ribbelschelpjes liggen.

Een paar meter verder staat nog een zelfde schelp in het natte en slikkerige zand.

Ze graven dus kokkels op, kraken de schelpen en smullen daarna van de onbeschermde en zachte inhoud.

Nu begrijp ik waarom er hier zoveel verse schelphelften liggen van de kokkel.

In leven een hartvormige en geribbelde gesloten vesting met daarin een kwetsbaar schelpdier.

Na consumptie slechts 2 halve, licht beige of witte schelpen op de vloedlijn.


Een bekende grijsaard op de vloedlijn.

Deze grijze lobbes is inmiddels een bekende onder de zeehondenwachters.

De al bejaarde kegerob is ooit verstrikt geweest en heeft daardoor een litteken rondom de nek.

Daarbij heeft het strand vaak zijn voorkeur om een tijdje bij te komen van het jagen op zijn maaltje vis.

Hij heeft inmiddels een naam: Bulder en is makkelijk te herkennen door het litteken en een opvallend hoge rug.

Dit imposante dier van 2,5 meter is inmiddels al vaak gemeld omdat men bij een stranding denkt dat hij iets om de nek heeft.

De laatste weken verbleef Bulder op het strand van Noordwijk, op Walcheren en later op Schouwen.

Afgelopen zaterdag zijn we gaan kijken op het strand van de Maasvlakte na een melding van de reddingsbrigade.

Ook hier betrof het onze bekende grijsaard.

Gisteren ochtend werd er weer een grote zeehond gemeld op het strand van Ouddorp.

Na contact met de melder zijn we direct gaan kijken.

In de buurt van de vuurtoren lag Bulder bij de waterlijn, lekker te slapen.

Bij benadering bleek hij nog zeer alert en een licht gegrom maakte duidelijk dat hij niet gestoord wenste te worden.

Groot gelijk!

Omdat het ons grootste roofdier is en ze lelijk kunnen uithalen bij benadering hebben we besloten om zijn tijdelijke territorium ruim af te bakenen en een waarschuwing op het zand achter te laten.

Deze verf is absoluut milieu vriendelijk en wordt gebruikt in de bosbouw.

Bij een latere controle bleek Bulder inmiddels weer in zee.

Ben benieuwd waar hij de komende dagen zal opduiken.


Foetus kegelrob

Deze hele kleine kegelrob werd gevonden door vrijwilligers van de Strandbroeders.

Een foetus in ontwikkeling, nog in het vruchtvlies, maar wel al bijna volmaakt.

We schatten het zeehondje op 3,5maanden oud het had nog 5 maanden moeten groeien in de buik van de moeder.

Waarom het is afgestoten, zullen we waarschijnlijk nooit weten.

Feit is dat het ongeschonden op de vloedlijn lag en na de melding door ons is opgehaald om het te kunnen prepareren.

We beseffen dat het zien van een dergelijk kwetsbaar jong dier emoties kan oproepen.

Toch is het tegelijk een klein wondertje wat we ook graag willen delen.

Het hele diertje is te zien in ons museum en tijdens een Pop up met onze avonturenaanhanger.


De Stalkaars, de Kuifvlinderrups en veel stront

Normaal gesproken sluiten onze stukjes aan bij de actualiteit. Dagvers lukt niet altijd maar het streven is binnen een paar dagen van opname naar lezer.

Onlangs zijn er een aantal op de plank blijven liggen die we U toch nog willen meegeven voordat de nazomer de overhand neemt.

Vandaag een berichtje over een zeldzame rups die we in juni, juli aantroffen: de Kuifvlinderrups. In Nederland alleen te vinden in de duinen en op de Veluwe waar hij zich tegoed doet aan het blad van zijn waardplant, de Toorts.

Er zijn verschillende Toortsen. In de duinen van Voorne treffen vnl de Zwarte toorts, Stalkaars en Koningskaars aan en vermoedelijk gaat het hier om de Stalkaars. Gekenmerkt door viltige, harige bladeren die zonder steel ontspruiten aan de stengel. Door hun harige bekleding en aanhechting geleiden ze het regenwater naar de wortel waardoor de plant op droge, zanderige ondergrond het goed weet te doen.

Op deze Stalkaars zat een rups van de Kuifvlinder zich vol te vreten aan de vezelrijke bladeren. Met als gevolg een productie aan uitwerpselen. Een lopende band van blad naar poep. Door de genoemde eigenschappen van het blad bleven alle keutels in de oksel liggen.

Normaal verraadt de rups zijn aanwezigheid door de uitwerpselen onder de plant. Je zoekt de waardplant en kijkt of er aan de voet uitwerpselen liggen. Trucje ging hier niet op, maar de grote gaten in de bladeren trokken voldoende de aandacht.

Nu de rups. Voorfase van de Kuifvlinder die als zeldzaam bekend staat. Mooie rups die echter alweer onder de grond zit. Na het voorjaar en begin zomer is de cyclus van eitje naar rups voltooid en graaft de rups zich in in het zand om daar te verpoppen en volgend jaar als vlinder weer op zoek te gaan naar zijn waardplant om eieren te leggen. Enthousiast zoeken heeft dus nu geen zin meer.

Kuifvlinderrups op de stengel van zijn waardplant, de Stalkaars

Drieteenstrandloper tussen de mosdiertjes

Op het verkeerde been gezet door deze Drieteenstrandloper. Stel je voor, je loopt bij de afgezette broedgebieden op het strand te kijken naar de strandbroeders Bontbekplevier en Dwergstern. Een inspectierondje dat je de laatste maanden meerdere keren per week hebt gemaakt. Bijna op de meter nauwkeurig weet je wat je kan verwachten, uit eigen waarnemingen en tussentijdse berichten van mede vogelwachters.

In je hoofd heb je de mogelijkheden beperkt tot Dwergstern, Bontbekplevier, Visdief, Grote stern en wat meeuwensoorten. Het overige heb je uit het werkgeheugen gehaald omdat de ervaring leert dat je die soorten niet daar waarneemt.

Ineens kom je dan bij de waterlijn tussen de aangespoelde overblijfselen van talloze mosdiertjes een vogeltje tegen en je kan niet thuis brengen. Je denkt aan alles behalve het juiste.

Het beestje liet zich gemakkelijk fotograferen met de telelens en die opname bood later thuis uitkomst.

Op een afbeelding van de lopende vogel waren het aantal tenen per poot te zien: drie stuks, met een duidelijk ontbrekende achterteen. Drieteenstrandloper dus.

Gelukkig staat in vrijwel elke goede vogelgids vermeld dat de het zomerkleed van de Drieteen nogal kan variƫren. Daarnaast hoort hij in deze periode in Groenland of op IJsland te bivakkeren. Slechts een klein aantal blijft hier zomers hangen. Excuses genoeg voor een black out maar toch mooi op het verkeerde been gezet.