Fraai tentoongesteld

Het lijkt op een symbiose, maar is slechts een grillige speling van wind en water. Een kluwen eikapsels van de Wulk rust tegen een Gewone Otterschelp op het strand.

Wulken leggen hun eitjes bij elkaar in de buurt. De eitjes verkleven tot een sponsachtige massa die meer overlevingskansen biedt in de zee. De eerst uitgekomen wulkjes doen zich tegoed aan de andere eitjes. Na een storm kan je soms bijna voetbalgrote bollen van eikapsels aantreffen op het strand.

Het doublet van de Gewone Otterschelp is door de dunschalige kleppen erg licht en laat zich makkelijk door de wind meevoeren. Hier gaven ze elkaar stevigheid en rust: het eikapsel en de schelp.


strandvlooien

Als je eenmaal gewend bent om beter op te letten kom je altijd wel een een paar leuke dingen tegen.

De vloedlijn blijkt dan vaak toch de meeste verrassingen te herbergen.

Vooral tijdens oostenwind spoelen er vaak zaken aan die zich normaal op de bodem bevinden.

Het oppervlakkige water wordt dan weggeduwd naar zee en dit vacuüm wordt opgevuld met dieper water.

Hierdoor ontstaat er een stroom over de bodem richting het strand.

Dit was de afgelopen dag ook het geval geweest.

Soms neem ik een foto en zoek dan thuis op het gemakje uit wat ik eigenlijk heb aangetroffen.

In dit geval heb ik wel een beetje gesmokkeld.

De helmkrab lag in werkelijkheid een paar meter verder, maar vond ik een interessante toevoeging aan de werkelijkheid.

Te ontdekken valt:

Een strandkrab, gemarmerde zwemkrab, helmkrab, slangster en zeester.

De helmkrab ik ik niet laten liggen 😉


Aalscholver in prachtkleed

Een bijna surrealistisch beeld: een Aalscholver in prachtkleed brengt zijn veren op orde met op de achtergrond de reflectie van de heldere voorjaarszon op de golfjes.

Het hoofd van de Aalscholver wordt wel eens een reptielen kop genoemd. En inderdaad als je er goed naar kijkt waan je je meer op de Galapagos eilanden dan op de Zuid-Hollandse. Fraai om te zien, zeker in zijn meest uitgesproken kleed in de baltstijd. Witte veren aan de kop, groene ogen, gele huid bij de keel waar de veren ontbreken en aparte snavel. En dat bij het bronsgroene lijf waar tot de zomer de witte dijvlek alles zal completeren.

Het aardige is dat Aalscholvers goed te benaderen zijn, niet zozeer in natuurgebieden, maar in havens en bij sluizen. Wel zo gemakkelijk. Deze troffen we aan in de haven van Stellendam, gewoon op de stoep voor de visboer.

Aalscholver
Aalscholver aan de rand van de haven van Stellendam


Wat anders nu: de Gewone Slijmvis

Toegegeven: we zijn met onze site soms wat eenzijdig. We streven ernaar te schrijven over flora en fauna op en rond de waterlijn. In de praktijk voeren berichten over zeezoogdieren en kustvogels echter de boventoon. Af en toe een schelpje of krabbetje, een uitstapje naar een zeepaardje, maar dat zijn uitzonderingen.

Van onze trouwe lezers krijgen we hier wel opmerkingen over, tijd om er iets aan te doen.

Al jaren waren we op zoek naar de Gewone Slijmvis maar kregen geen exemplaar te pakken. Dit kleine visje van zo’n 8-20 centimeter lang leeft bij voorkeur in het ondiepe getijdengebied tussen de rotsen, in Nederland onder aan de pieren. In de stroming onder de basaltblokken voelt het visje zich helemaal thuis. Dat wetende heb je hem echter nog niet zomaar voor de lens.

Ongetwijfeld zal een beetje visser zijn schouders ophalen bij onze “wensvis”. Daarom ons maar gericht op een groepje Aalscholvers die zo vriendelijk waren een aantal duikjes voor ons te wagen.

Na een paar sprongetjes was het raak: onder aan de blokkendam van de Maasmond werd een duik beloond met onze eerste levende Gewone Slijmvis. Keurig voor de foto in een onaangename pose. De bijna volledig in prachtkleed uitgedoste Aalscholver deed wat we van hem hadden kunnen verwachten: hij at het visje op. Geen sportvisser die zijn trofee netjes teruggezet.


Nog een alkensoort

Alsof het zo heeft moeten zijn, “meant to be” om het maar eens populair te zeggen. “Voorbestemd” in beschaafd Nederlands.

Gisteren schreven we een stukje over de Alk, de pinguïn van het noordelijk halfrond. Het verschil met zijn neefje de Zeekoet werd zijdelings benoemd. De snavel is het meest kenmerkende onderscheid.

En hoewel beide vogels levend niet zo makkelijk te zien zijn hier aan de kust, dook vandaag onverwachts in de zoeker van de camera deze levende Zeekoet op. Hij dook onder en liet zich daarna niet meer zien. Bleef vermoedelijk aan het zicht onttrokken door de steile oeververdediging. Slechts 1 opname van matige kwaliteit maar de koet was duidelijk gestuurd om ons pad te kruisen, dus wie zijn wij om de opname niet te gebruiken.

Duidelijk zichtbaar is de scherpe snavel, anders dan de korte, dikke stompe snavel van de Alk.

Tot de Alken behoort ook de Papegaaiduiker met weer een ander type snavel. We zouden ook deze graag laten zien. Afgelopen donderdag lag er een kadaver op het strand. Helaas ontdaan van zijn hoofd. Vermoedelijk werk van een verzamelaar. Zo heeft ieder wel een hobby of afwijking.

De platte, korte, stompe snavel van de Alk. De witte lijn op de snavel is kenmerkend voor een volwassen exemplaar


Pinguin van het noorden

Pinguin van het noorden, bijnaam van de Reuzenalk, uitgestorven in 1844. Een grote vogel van zo’n 75 cm en 5 kg zwaar. Met zijn kleine vleugels en grote gewicht niet in staat om te vliegen, maar een goede zwemmer en duiker. Zijn logheid op het land, grote gewicht en onmogelijkheid om te vliegen maakte hem tot een makkelijke prooi voor menselijke jagers langs de kust en dat is hem noodlottig geworden. In 1844 werden de laatste eieren geraapt en het laatste paartje gedood.

De vergelijking met een pinguïn moge duidelijk zijn wanneer je de oude plaatjes van de reuzenalk ziet en zijn gedrag in aanmerking neemt.

Onze hedendaagse Alk, is vele malen kleiner en kan goed vliegen. Maar qua uiterlijk nog sterk verwant. En met het verhaaltje van zijn uitgestorven familieverwant in gedachten denk ik altijd aan een pinguïn bij het zien van een alk.

En dat is overigens nog niet zo gewoon. Meestal midden op de Noordzee en maar zelden aan de kust. Jaarlijkse winteraantallen aan de kust zijn minder dan 25O stuks. Een fractie van het aantal van de verwante Zeekoet die op afstand sterk op hem lijkt. Grote verschil: Alk heeft een kenmerkende knobbelsnavel en de Zeekoet een scherpe.

Meer kans heb je om een dode te treffen aangespoeld op het strand. Zoals deze, nog vers uit de zee. Met het oog nog halfopen in de branding. Slachtoffer van de storm of vogelgriep of beide? Of gewoon gestorven van ouderdom? Het laat zich raden. Maar de gedachte aan een pinguïn kwam weer boven, vanmiddag op het strand van de Maasvlakte.

Als eerbetoon aan dit exemplaar en aan het tragisch uitgestorven familielid plaatsen we deze foto. Denk er eens aan als U een alk tegen komt. Onze pinguïn, gewoon hier te zien.


De Paarse Strandlopers op de Brouwersdam

Elke winter een attractie om te zien: Paarse Strandlopers. Niet bedreigd of zeldzaam maar voor ons land wel bijzonder.

Deze vogeltjes, formaat Drieteenstrandloper, broeden in Groenland, IJsland, Spitsbergen en Rusland. De populatie uit Spitsbergen en Rusland, ca 130.000 exemplaren groot, overwintert aan de noordwest kust van Europa waarvan dan een klein deel in Nederland, jaarlijks zo’n 400 exemplaren (info Sovon). En als je ze dan te zien krijgt is dat leuk. Maar vastleggen op een foto valt nog niet mee.

Ze zijn te vinden op de rotsen van ons land: de pieren en oeververdediging aan de kust. Ze houden zich op bij de waterlijn, tussen de met wier begroeide blokken en in kleine plasjes. Niet de meest zonnige plekken en met hun donkere kleed mis je ze snel. 

Het aardige is dat er maar een beperkt aantal “hot spots” zijn in Nederland en dat ze erg plaats trouw zijn. Met een beetje zoeken zie je ze altijd wel op de Brouwersdam net boven de spuisluis, de blokkendam bij de ingang van de Waterweg bij Hoek van Holland, Westkapelle, Neeltje Jans, Pier van IJmuiden. Schaars maar ook weer makkelijk te vinden. En over die plaats trouw: het is bekend dat 1 overwinteraar al 9 jaar lang te zien is op de Brouwersdam, herkenbaar aan een blauwe ring. Ooit geringd op Spitsbergen. Daar echter nooit terug gezien, maar dat moeten we in het perspectief zien van het aantal broeders aldaar. (info Theo Briggeman die al jaren deze vogels volgt en hier over ook contact heeft met het Noorse ringstation).

En waarom heet een voornamelijk bruine vogel paars??  In het zomerkleed (dat wij dus niet te zien krijgen) ligt er een paarse gloed over zijn verenkleed, aldus het boekje.

Deze maand hadden we geluk, goed in het zicht en in de volle zon zat een groepje te foerageren. Buitenkansje!

paarse strandloper


Branding

Een jonge Gewone Zeehond kijkt naar de brekende golven en wacht het juiste moment af om het water in te duiken. Dit ca 9 maanden oude dier zal er niet om malen. Koud en onstuimig weer deert hem niet. Om iets van zijn ervaring te delen is de foto gemaakt op zijn ooghoogte.


Ogenschijnlijk gezond, maar…..

Tussen een groep jonge zilvermeeuwen hield zich dit exemplaar op dat een niet normaal gedrag vertoonde. Ogenschijnlijk gezond, was er iets afwijkende in de manier van doen dat zich maar bleef herhalen. Voortdurend werd de kop rondgedraaid, gevolgd door draaibewegingen van de hals. Iets wat mensen wel eens doen als ze een stijve nek willen losmaken. Ook was er bij nadere waarneming duidelijk een bobbel in de nek te zien.

Al met al symptomen van de slopende vogelgriep. Na een aantal dagen zijn de dieren zo verzwakt dat ze eraan bezwijken, zelfs dood uit de lucht kunnen vallen. Tragisch gezicht.


Vrolijk intermezzo

In deze periode met storm en regen vormde afgelopen zaterdag een oase van rust en licht. Hoewel niet windstil en behoorlijk fris was het een mooie zonnige winterdag. Aan de kust kwam ik deze vrouwelijke Middelste Zaagbek tegen al zwemmend en duikend op zoek naar voedsel.

Normaal gesproken richt je je bij vogels al snel op de mannelijke exemplaren gezien het vaak sprekender kleed en ik moet bekennen dat ik me daar ook schuldig aan maak. Wat dat betreft zou ik een veilige medewerker zijn bij een zangvogel talentenjacht. Maar in dit geval werd mijn blik getrokken door het parmantige koppie met de kuif en de rode iris. Als het beestje onder water is verdwenen is het altijd afwachten waar het weer boven komt, in dit geval echter keurig in mijn zoeker beeld linksonder. Afdrukken en op de site plaatsen, verder niets meer aan doen.