Opvallend……

Al op grote afstand was het duidelijk dat op de blokken aan de voet van de Haringvlietdam een Grote zilverreiger zat te rusten. Lopend vanaf Rockanje naar het zuiden kreeg ik hem al snel in de smiezen. Het wit stak opvallend goed af tegen het diepgroene zeewier. Deze vogel had niet geïnvesteerd in een goede schutkleur en was niet bang om zich in de kijker te spelen. Fraaie vogel die het opvallend goed doet in ons land sinds het millennium en inmiddels bijna net zo algemeen is als de Blauwe reiger.

Automatisch even de kijker er op gezet en tot mijn verbazing was hij niet alleen: een dozijn Blauwe reigers vergezelden hem. Deze vielen met hun zwart/blauwe kleed in het donkere weer vrijwel volledig weg tegen de achtergrond van het wier en de blauwgrijze basaltblokken. Zelfde type vogel, vrijwel zelfde voedingspatroon. Hier beide aanwezig voor het verschalken van visjes en krabben. Rara.

Deze compositie van groen, grijs en blauw wordt versterkt door het contrasterende wit met als extra accent de oranje/gele snavel, kenmerkend voor de Grote zilverreiger na de paartijd. In die periode is de snavel zwart.


Tamme tapuit

Het lijkt er wel eens op dat iedere vogelsoort zijn eigen veiligheidszone kent. Sommige laten zich heel makkelijk benaderen, zoals bijvoorbeeld drieteenstrandlopertjes. Andere houden meer afstand, zoals de meeste roofvogels. Met tapuiten heb ik de vervelende ervaring dat ze opvliegen op moment dat ze bijna binnen het bereik van mijn telelens zijn. Bijna, maar net niet “lekker”. Het gevolg is dat je de opname thuis nog teveel moet uitvergroten en dat kost kwaliteit. En iedere keer in het veld trap ik er weer in: nog 5 meter en dan heb ik je. Dus niet, steevast kom ik in de “intimiteitszone” van het vogeltje en het is gevlogen.

Maar vandaag niet: deze tapuit was heel relaxed en accepteerde 10 meter meer (of minder), net vanuit welk perspectief je het wilt bekijken. Aardige opnames van een mooi vogeltje in winterkleed zittend in de duindoorn. Je kunt ze nu weer veelvuldig zien. In Nederland broeden ze beperkt, in het voor- en najaar is ons land echter gezegend met tal van doortrekkers.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Egel op het strand

Ja, dit is een jonge egel en nee, hij ligt niet op het zand. Maar voor wie de situatie ter plaatse van restaurant “Aan Zee” kent weet dat strand, slikken en gorzen hier in elkaar overlopen. Op het gedeelte tegen de duintjes aan waar het strand volledig begroeid is en we eigenlijk van een gors spreken (het stroomt slechts bij springvloed en storm onder) kwam ik dit egeltje tegen. Ogenschijnlijk gezond maar in zijn gedrag weinig alert. Hij rolde zich met moeite op toen ik hem wilde inspecteren op teken op zijn buik. Het gaat momenteel niet zo goed met de egels door ziekten en afname van hun ideale biotopen. Egels kunnen ook veel last hebben van teken die soms met twintig tegelijk op hun buik aanwezig kunnen zijn. Het verwijderen van deze beestjes kan al een snelle verbetering geven. Hier trof ik ze echter niet aan. Het beestje in de schaduw onder een struik bij een klein plasje water gezet. Aan het einde van mijn wandeling nog even gekeken, maar het egeltje was “gevlogen”. Prima!

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Onze buren.

Vanaf het strand in Rockanje zijn het met het blote oog slechts stipjes op de Hinderplaat.

Maar met een verrekijker of telescoop kun je ze herkennen…, onze buren.

Het zijn er rond de 300 en vooral de gewone zeehonden hebben hier hun leefgebied.

De kegelrobben of grijze zeehonden zijn wat minder honkvast en willen nog wel eens verhuizen.

De zeehonden liggen vaak te rusten op de Hinderplaat en de verdeling tussen de beide soorten is ongeveer gelijk.

Het is Henny Rigters gelukt om een foto te maken met een telelens, waardoor nu ook de mensen zonder verrekijker een blik kunnen werpen….

Dank voor deze inkijk bij onze buren, Henny.


Verrassende ontmoeting

Je laat niets vermoedend jouw hond uit op het strand en lopend op het pad over de Voornse Slikken kom je onverwachts een kudde schapen tegen. Het is dus weer zover, de komende weken graast Schaapskudde Westvoorne weer op de gorzen van onze kust. De planning is tot eind deze maand aldaar en daarna nog ca twee weken in de buurt van de Tenellaplas. Toen ik ze tegenkwam was het weer na een paar stevige buien aan het opklaren, boven de zee brak het wolkendek. De schaapsherder had die dag weinig aanloop, veel wind en regen en keek uit naar de komende dagen met droger weer. Voor de ca 150 dieren ook een aangenaam vooruitzicht voor zover zij daar mee bezig zijn.

De Schaapskudde Westvoorne is de uit de hand gelopen hobby van schaapsherder Carlette die inmiddels haar beroep hiervan heeft gemaakt. Voor leuke informatie over het wel en wee van haar schapen en haar honden mogen we haar Website en met name Facebook pagina van harte aanbevelen.


Goudkust

In oktober en november kun je ze regelmatig tegenkomen of over zien vliegen.

Grote groepen goudplevieren die uit de noordelijke broedgebieden wegtrekken op weg naar een overwinterplek.

Bij een zachte winter overwinteren er duizenden in ons land en ze zijn dan vaak te vinden op de vochtige en zilte weiden achter de duinen waar ze in grote groepen staan te rusten..

Zo af en toe zie je ze tijdens de trek op het strand en deze keer had Henny Rigters het geluk om er een paar tegen te komen langs de waterlijn op het strand van Westvoorne.

Fijn dat Henny zijn foto’s met ons wilde delen en we ze mochten gebruiken op onze website.

Deze vogels zijn al in hun bescheiden winterkleed en waren op zoek naar voedsel.

As je hun rug bekijkt begrijp je hoe ze aan hun naam komen.

Hun zomerkleed is een stuk uitdagender en versterkt de “gouden” glans

Als je rond deze tijd een groep vogels over liegen met witte ondervleugels en je hoort een melacholische fluittoon zou het best kunnen dat je een groep goedplevieren ziet overtrekken.

Dank voor de mooie foto’s, Henny!


Onverteerbaar en uitgekotst.

Dat meeuwen ook braakballen uitkotsen hebbe we al eerder laten zien.

De onverteerbare delen van het voedsel dat ze hebben opgepikt raken ze weer kwijt door ze achteraf uit te spugen.

Je vindt deze resten vaak als een bal op het strand.

Erg stevig zijn ze niet, want bij de minste aanraking vallen ze vaak al uit elkaar.

In dit geval blijken de resten te bestaan uit een krab die met schaal en scharen is opgegeten.

Bij deze manier van eten verwerken hoef je niet te schillen, te pellen of te peuteren.

Eigenlijk best handig als je een beetje haast hebt.


Lamsoren

Naast en tussen het roodkleurende zeekraal staat de zeeaster nu volop te bloeien.

Op de Westplaat in Oostvoorne en op de Kwade Hoek zijn hele velden nu licht roze getint.

Een kleurige boel op het grauwe slik, hier word je makkelijk vrolijk van.

De zeeaster gedijt het beste in een licht zout milieu, waar zeewater wordt vermengt met zoetwater.

Als je het blad wat beter bekijkt, begrijp je dat men deze plant in Zeeland “lamsoren” noemt.

De jonge bladeren zij eetbaar en werden vroeger dan ook vaak gegeten.

Hier noemen we de plant zulte of zeeaster.

Ik zou zeggen maak eens een wandeling langs deze vrolijke planten en geniet van de prachtige bloemen.


Herfstkleuren op de Westplaat.

Zeekraal groeit op schorren en kwelders langs zoute getijdewateren in Zeeland, op Goeree, op Voorne en het Waddengebied, en meer landinwaarts op sterk verzilte plaatsen. Het is de meest zouttolerante plant langs onze kust. De plant kan tot 30 cm hoog worden en heeft een vertakte stengel. Zeekraal is een eenjarige plant en bloeit van juli tot oktober. In de herfst verkleurt zeekraal vaak helderrood tot donkerrood.

Heerlijk als groente…, maar niet meer in de herfst.


Proviand langs de trekroute.

Sommige duindoornstruiken staan bol van de oranje bessen.

Het zijn de vrouwelijke struiken die deze licht zure vruchtjes dragen.

Vooral lijsterachtigen en spreeuwen zijn dol op deze lekkernij.

Een gelukkig toeval voor deze vogels, die de kust als trekroute gebruiken.

Of is het niet helemaal een kwestie van geluk?

De vogels hebben natuurlijk al eerder gegeten en poepen deze “pakketjes” gevuld met zaad, uit boven hun trekroute.

Omdat dit zaad al “pakketjes voedsel” bij zich heeft, heeft het een grotere kans om weer uit te groeien tot een nieuwe bessenstruik.

Zo zorgen de vogels eigenlijk een beetje voor hun eigen toekomstige proviand.