Archives september 2020

Lederschildpad in Oosterschelde

Gisteren ontdekt en daarna in de gaten gehouden door Rijkswaterstaat en de politie.

Een heuse lederschildpad van bijna 2,5 meter!

Hoewel een echte kosmopoliet is het en zeer zeldzame waarneming in ons gebied.

Het dier legt zijn eieren op de stranden van de Afrikaanse kust en Suriname, maar wordt in alle wereldzeeën aangetroffen.

Het is een van de grootste reptielen ter wereld, kan wel tot 900 kg wegen en heeft als enige reptiel de mogelijkheid om het lichaam zelf warm houden. Het oliehoudend bindweefsel op de rug zorgt daarnaast voor een extra isolatie. Vandaar dat het dier zelfs in de poolstreken kan overleven.

De lederschildpad leeft voornamelijk van kwallen en op de foto (van RWS) zie je dat hij er een aan het eten is. De vorm van de bek en het spijsverteringskanaal zijn dan ook aangepast aan het eten van weekdieren.

De grootte, het ontbreken van hoornplaten op het schild en de 7 kielen op de rug zijn kenmerkend voor deze soort.

Ondanks een bijna genezen hoofdwond lijkt het dier gezond en vindt het hopelijk de weg terug via de Oosterscheldekering.


Help! …of toch niet?

Als je er een tegenkomt…, een zeehond, luierend op het strand.

Of gewoon te moe of te ziek/gewond om weg te vluchten, wat doe je dan?

Het eerste dat je je moet beseffen is dat het wilde dieren zijn, die flink kunnen bijten.

Daarnaast brengt een bedreiging voor hen al snel veel stress met zich mee.

BLIJF DUS ALTIJD OP AFSTAND!

Dit dier bleek erg moe en kreeg maar geen rust door de vele nieuwsgierige omstanders (en honden).

De zeehond is dus uiteindelijk verplaatst door 2 Zeehondenwachters naar een ongestoorde omgeving, waar toen ook deze foto is genomen.

Een “zeehondenwachter” is de enige die dergelijke situaties kan en mag inschatten, altijd in overleg met een opvangcentrum. Aan hen dus ook de taak om de zeehonden te benaderen en ze, indien nodig te vangen.

Houdt dus afstand, stoor ze niet en geniet van deze prachtige dieren.


Linksdraaiende wulk

Heel af en toe wordt er eentje gevonden: een linksdraaiende wulk. Een bijzonderheid! We vinden ze vaak op het strand, de lege schelpen van de wulk, een fraai slakkenhuis van zo’n 10 centimeter hoog. Niet bijzonder maar als je een vrijwel onbeschadigde ziet raap je deze op en neem je hem mee. Normaal is de draaiing van het slakkenhuis van de wulk rechtsom, een enkel maal komt het voor dat de draaiing linksom is. Afwijking van de natuur, een genetische mutatie. Onlangs kwam in een artikel over het mooie eiland Schiermonnikoog de strandjutter Thijs de Boer, bekend van zijn museum Paal 14, aan het woord en noemde de linksdraaiende wulk als 1 van zijn meest bijzondere vondsten. In zijn leven als verzamelaar heeft hij er drie gevonden. Geïnspireerd hierdoor ben ik in mijn schelpenbak gedoken en vond bovenstaande wulk: linksdraaiend!!! De wikkeling gaat linksom en is ook de te herkennen aan de plaats van de opening wanneer je de schelp rechtop tegenover je zet: zit de opening links van het midden dan heb je een linksdraaiende te pakken.

Berustte mijn verhaaltje hierboven maar op waarheid. Met een eenvoudig “knopje” in de fotosoftware op de computer spiegel je de opname. Bovenstaande opname is getruct, het gaat hierom een gewone rechtsdraaiende. Maar…… mocht U er eentje vinden, dan houden we ons zeer aanbevolen voor ons pop-up museum!


Zwaaien of graaien naar eten?

Constant zwaaien en dan ook nog onderwater… je moet er niet aan denken, maar dit is een dagtaak van de zeepok. 

Wist je dat de zeepok een kleine kreeftachtige is, die als larve vrij rondzwemt? Zeepokken, je hebt ze allemaal wel eens gezien, althans… de huisjes waar ze in wonen. Je ziet ze op harde ondergronden zoals rotsen, boeien, schelpen en krabben. Het zijn de witte kalkskeletjes, die lijken op een klein vulkaantje. Ze zijn opgebouwd uit verschillende kalkplaatjes met aan de top klepjes die open en dicht kunnen. Achter die klepjes in het huisje ligt de zeepok heerlijk op z’n ruggetje, zodat de zeepok gemakkelijk z’n vangpoten naar boven kan uitsteken om te ‘zwaaien & graaien’ naar hun voedsel in het water; plankton.

Deurtje open, deurtje dicht
Bij vloed komen de zeepokken onder water en worden de ‘deurtjes’ bovenop het kalkpantser geopend, waardoor de ‘veervormige grijppootjes’ zwaaiend naar buiten komen. Met graaiende bewegingen halen ze hun voedsel uit het zeewater, dat bestaat uit plankton. Als je bedenkt dat er in een druppel zeewater meer dan 25 soorten plankton zitten, dan weet je opeens waarnaar het pokje ‘zwaait’ of eigenlijk: graait! Wanneer het sluitingstijd is voor de pok (bij gevaar of als het eb wordt) sluit hij zijn schuifdeuren. Vooraf neemt de pok wel wat water in om uitdroging te voorkomen. Superslim als je jezelf niet meer kunt verplaatsen, daarnaast beschermt dit kalkpantser de pok ook tegen vijanden zoals: wormen, slakken, zeesterren, sommige vissen en vogels.

Tip: Doe het proefje (onderaan de pagina) eens en probeer terug te zwaaien naar de pok. 

Bijzondere voortplanting
Wat ook lastig is als je je niet kunt verplaatsen is het voortplanten zou je denken. Nou, daar weten de pokken wel raad mee! De voortplanting vind in de winter plaats, onder de kalkpansertjes zijn de eitjes te vinden. Er zijn geen afzonderlijke mannelijke en vrouwelijke zeepokken zijn, ze zijn dus tweeslachtig (Hermafrodiet), ze zijn dus man en vrouw tegelijk. De penis van een zeepok wordt in de paartijd zo lang, tot 7 maal de lengte van het dier zelf, zodat naastgelegen dieren bevrucht kunnen worden.

Een andere manier van voortplanten is dat een zeepok zijn zaad in het water laat wegstromen. Andere zeepokken die verder weg liggen kunnen deze zaadcellen dan binnenhalen met hun grijppootjes en zichzelf bevruchten. En zo is de cyclus weer rond!

Van larve tot zeepok
• De zeepok kan wel 8 jaar oud worden begint zijn leven als larve en zwemt vrij door het water 
• In het volgende stadium krijgt de larve een schelpje en zuigorgaantjes en gaat een plekje zoeken om zich aan vast te hechten
• Daarna wordt ook het kalkpantser gevormd waarin het diertje op zijn rug ligt, een totale metamorfose én: eindelijk volwassen. Op sommige plaatsen zijn hele kolonies te vinden.
• Zeepokken worden tussen de 5 en 10 mm groot.

Liften
Ondanks dat de zeepok een vaste woon en verblijfsplaats heeft, zijn er toch veel die nog hele afstanden maken. Ze liften met andere zeedieren mee: op schelpdieren zoals mosselen en kokkels, maar ook op bijvoorbeeld op walvisachtigen.  Op het schild van krabben zitten ze écht 1e rang, krabben zijn namelijk slordige eters en knoeien enorm. Een zeepok grijpt dus bij de krab niet gauw mis. 

PROEFJE: Open zelf de deuren van de pok en zwaai terug!
Wil je zelf de vangarmpjes van de pok bekijken, dan kan dit heel gemakkelijk zonder dat je het beestje kwaad doet.

Wat heb je nodig:
• Zoek een aangespoeld krabbenschild, schelp of steen met zeepokken 
Let op: de pokken moeten dicht zijn (open pokken op droge schelp/steen zijn leeg) 
• een glas of jampotje waar een schelp of krabschild in past
• eventueel een vergrootglas (met het blote ook goed te zien)
• (zee)water 
• beetje geduld

Werkwijze
• Vul je glas met (zee)water
• Ga op zoek in de aanspoelsels. De meeste kans heb je bij de vloedlijn (dit noem je het vloedmerk)
• gevonden schelp of krabschild laat je zinken in het glazen potje met water
• Onder water zullen de zeepokken de klepjes openen en de veervormige grijppootjes naar buiten steken en naar je zwaaien.

Daarna zet je de pokken natuurlijk weer terug het water in.


Waarschuwing!

Dit zeehondje is vanmorgen aangespoeld op het strand van Rockanje.

Als je goed kijkt naar de foto zie je een aantal sporen van een hond, die blijkbaar aan het kadaver heeft kunnen snuffelen.

Het dode dier lijkt behoorlijk “schoon”, maar vergis je niet.

Een dergelijk kadaver kan diverse ziekteverwekkers bij zich hebben die overdraagbaar zijn naar mens en dier.

Daarom is het zaak dat een dergelijk kadaver direct wordt gemeld bij het opvangcentrum en door zeehondenwachters wordt geborgen op een verantwoorde en veilige manier.

Dus voor alle duidelijkheid: “Niet aankomen en je hond aan de lijn!”


Rust.., rustig.., zacht.

Aangespoeld en achtergebleven op het strand van de Kwade Hoek. Al enige tijd geleden is het leven vergaan en staakte het bestaan. Nu imposant en nadrukkelijk de vloedlijn markerend.

In eerste instantie leek een determinatie lastig. De vacht was bijna verdwenen en de kop vervormd, maar een zorgvuldiger blik vertelde meer.

Na omrollen bleek nog een klein stukje vacht aanwezig en het vlekkenpatroon leek kenmerkend voor een gewone zeehond. Het nog gave gebit gaf echter een definitief uitsluitsel.

Met zekerheid een gewone zeehond en gezien de lengte en andere kenmerken, een volwassen exemplaar van het mannelijk geslacht.

Rust zacht!