Als je langs de vloedlijn loopt zie je ze soms liggen: kleine hoopjes, vaak uit elkaar gevallen, stukjes schelp.
Het zijn de braakballen van meeuwen, die het strand als rustplaats hebben gebruikt.
Langs onze kust zien we regelmatig kokmeeuwen, zwartkopmeeuwen, stormmeeuwen, kleine- en grote mantelmeeuwen en zilvermeeuwen.
Zij leven vaak van schelpdieren, maar ook van andere eetbare aanspoelsels.
Wat hun maag niet kan verteren wordt als een bal weer uitgekotst.
Dit noemen we braakballen.
Behalve meeuwen en uilen, produceren diverse andere soorten vogels ook regelmatig van dit soort onverteerbare ballen.
Onder andere de ijsvogel, de roodborst, kraaiachtigen en diverse soorten roofvogels.
Het betreft dan vaak onverteerbare stukjes bot, haren, dekschildjes, takjes of graten..
Op de foto zijn diverse braakballen te zien van de kleine mantelmeeuw, die op de Maasvlakte broedt en zich te goed hebben gedaan aan de aanwezige schelpdieren.