zeedruif in de avondzon

Met oostenwind liggen ze soms met grote aantallen op het strand.

Een vleesetend ribkwalletje dat zich ook nog eens uitstekend kan verplaatsen door middel van trilhaartjes op de ribbels.

Van een afstand nauwelijks aandacht vragend, van dichtbij zijn ze echter prachtig om te zien.

Zeker als de ondergaande zon haar laatste licht door het gestrande kwalletje straalt.


Homo sapiens

Het water is net gezakt en het natte zand lag er weer voor eventjes maagdelijk bij.

Gladgestreken door het zich terugtrekkende zilte water.

Beetje zompig van de vloed en nog makkelijk plooibaar vochtig.

De mens zou de mens niet zijn als hij dit zo onberoerd zou laten.

Vaak onbewust drukken we onze stempel op de dingen waar we geen grip op lijken te hebben.

Merken, stempelen, rooien, vlak strijken en afbakenen…, daar zijn we goed in.

Op de foto zien we een beeld van wat een half uur eerder nog onberoerd was.

2x canis lupus familiaris en 4x homo sapiens hadden al snel hun sporen achtergelaten….


Havik

Inmiddels geen zeldzame vogel meer in onze streken, je kunt ze regelmatig waarnemen en er zijn in deze regio meerdere nesten. Toch valt het niet mee ze te fotograferen. Heeft met het gedrag en de jachttechniek van de vogel te maken.

Van oudsher een bosvogel die gewend is te werken vanuit de dekking. Als een sluipmoordenaar slaat hij toe, tussen de bomen valt hij onverwachts aan. Achtervolgt desnoods zijn prooi op de grond tot onder de struiken.

Maar soms heb je geluk en zit er eentje te rusten in een nog kale boom in de avond zon. Niet toevallig in de buurt van een nest dat al jaren door deze Havik bezet wordt.

Gelukje dat je deze vogel zo treft, over twee weken zullen de bladeren teveel in de weg gaan zitten. Het gaat hier vrijwel zeker om een vrouwtje gezien het formaat. Vrouwtjes hebben minimaal de grootte van een buizerd, de mannetjes zijn een slag kleiner. De mannetjes hebben een blauwgrijze rug, bij de vrouwtjes neigt dit meer naar bruin. Ogen geven ook een indicatie van het geslacht, meer oranje dan geel bij de man en bij de vrouw net andersom. Maar zo kunnen we nog wel even doorgaan.

Let ook op de witte oogstreep waaraan de Havik te herkennen is in het veld, maar ook in de lucht.

Er zijn natuurlijk betere foto’s te vinden van het beest. Ga naar een dierentuin of vogelkijkhut met vaste voedertijden en je kan betere opnames maken. Hier bij deze toevalstreffer moet je door de takken heen werken en heb je te maken met nog al wat storende zaken. Maar toch, het heeft ook de bekoring van een koude grond groente tegenover die uit de kas. De eerste heeft schoonheidsfoutjes en littekens van de ruige natuur, maar meer smaak en karakter dan zijn gepolijste familielid van achter glas. Daar troost ik me dan maar mee.


Op pad met Ad & Ad

Om 05.30 uur zou onze jaarlijks terugkerende “vroege vogel excursie” starten op de P-plaats van de Kwade Hoek.

Ondanks het vroege uur en het nog nachtelijk duister waren alle vrijwilligers van onze stichting ruim voor die tijd aanwezig.

Beetje schuchter soms en sommigen nog maar net met hun geest in de vroege werkelijkheid, maar we konden op tijd vertrekken.

Klokslag 05.30 begon de eerste roodborst te zingen en al spoedig volgden de merel, de nachtegaal, de zanglijster, tjiftjaf en de winterkoning.

Binnen een kwartier was het een kakofonie van vogelzang en waarschuwende roepjes in de ochtendschemer.

Al snel werd het lichter en konden we de vogels gaan onderscheiden.

Diverse soorten ganzen passeerden in de lucht ons pad en de bonte piet deed zijn naam, al roepend eer aan.

In de binnenduinen verraste de roerdomp ons met zijn bijzonder geluid en konden we diverse bekende en minder bekende vogelsoorten aan onze lijst toevoegen.

Bijvoorbeeld, de kneu, de roodborsttapuit, de graspieper, de boomleeuwerik, de grasmus, de tapuit, de braamsluiper, de rietzanger, de groenling, fitis, zwartkop, heggemus, fazant, kiekendief, veldleeuwerik allerlei soorten meeuwen, nog 2 roerdompen, blauwe reiger, lepelaars, een dodaars, wat eenden soorten en 3 reeën.

Op de terugweg werden we warm verwelkomt door de opkomende zon.

Nadat we nog wat soorten steltlopers en roofvogels konden toevoegen aan de daglijst kwamen we rond half negen weer op ons startpunt aan.

Het was een leuke, leerzame en gezellige wandeling.

Volgend jaar weer!


Nogmaals de Slobeend

Aparte snavel, hier goed te zien. Het bovenste deel valt ruim over de ondersnavel. Hierdoor kan de eend het water om hem heen opslobberen. Soms nadat eerst met veel bewegingen waterdiertjes van de bodem naar de oppervlakte worden gestuwd. Achter in de bek wordt het water weer naar buiten geperst waarbij door de aanwezigen lamellen op de snavel (zie foto) de kleine buit achterblijft en als voedsel verder naar binnen wordt gewerkt. Een mechanisme dat doet denken aan de baleinwalvis.


Een blauwborst van Joyce

Rondom maart keren de blauwborsten terug vanuit westelijk Afrika.

In de overgangsgebieden van rietmoerassen naar moerasbos zorgen de blauwborsten tussen april en juli voor nageslacht.

Vroeg in de ochtend, nog koud van de nacht komen ze vanuit het diepe riet om al zingend op te warmen voor de komende dag.

Ze zijn momenteel goed te horen en te zien op de Westplaat.

Joyce


Nog zo’n polderjongen

Slobeend, net zoals de krakeend vnl een polderjongen. Bijna een weidevogel te noemen. In het najaar en de winter echter ook op het brakke en zoute deel van de kust te vinden, Haringviet, Grevelingen. Op afstand nog wel eens te verwarren met de bergeend, en inderdaad dezelfde verfpotjes lijken aangesproken te zijn bij het ontwerp. Groen, wit, bruin, zwart. Typische kop en snavel, aangepast aan het voedsel zoeken dat uit het water wordt geslobberd .