Archives 2020

Oudjaarsdag

Op de verdorde resten van 2020 kijkt een vink verwachtingsvol uit naar het nieuwe jaar……

2020 staat in ons geheugen gegrift. We zullen het herinneren als het dramajaar van de corona. Het jaar van grote zorgen en beperkingen.

Ondanks dit hebben we toch nog kunnen doen wat we zo graag willen: dieren in nood helpen en mensen enthousiast maken voor de natuur van onze kust, het leven rond de vloedlijn. Met ons pop-up museum zijn we meer dan 35 keer uitgerukt. We hebben 15 gastlessen gegeven op scholen en voor bedrijven, rapportages gemaakt, zijn aan het woord geweest op radio, tv en in de krant, betrokken bij projecten als “strandbroeders” en schoonmaakacties en hebben 240 berichtjes geplaatst op deze site. Dit alles vanuit de motivatie onze eigen verwondering te delen. We hebben aan onze kust tientallen kadavers geborgen, 70 verzwakte/gewonde zeehonden eerste hulp verleend en diverse gewonde vogels opgevangen.

Net als de vink kijken we verwachtingsvol uit naar 2021. Laten we hopen op een jaar waarin het virus wordt beteugeld maar ook waarin wordt doorgepakt met het klimaatbeleid, want zonder een gezonde natuur kunnen we niet. Een heel mooi 2021 toegewenst! Op naar een mooie toekomst!

De vrijwilligers van Strand in Zicht

Thessa, Judith, Henriette, Charlene, Marjolein, Martin, Jimi, Ad & Ad


Grauwe gans

Zoek het woord “grauw” op in het woordenboek en je wordt er niet vrolijk van. Betekenissen als “askleurig” of “vaal” geven niet veel energie. Ook een uitleg als zelfstandig naamwoord (“canaille, gepeupel”) brengt je niet in andere sferen.

Als je dan als gans getooid wordt met de naam ” Grauwe” sta je al op 1-0 achterstand. Toch jammer, kijk deze 5 exemplaren er eens op aan: goed geproportioneerde en subtiel getekende vogels. Met hun ingetogen kleuren en het strakke patroon een verrijking van het landschap. Het repeterende karakter van een groep ganzen vormt een schitterende stoffering van onze polders. Het is er nu de tijd voor om ze bekijken met de grote aantallen overwinteraars ( zo’n 500.000). Zo gewoon dat we er haast niet van opkijken, maar vergeet niet ze ook op detail te bezien.

De grauwe gans maakt al eeuwen deel uit van ons landschap, tot begin 1900 ook als broedvogel. Daarna tientallen jaren alleen als overwinteraar. Vanaf 1970 zijn ze langzamerhand weer terug gekomen als broedvogel en doen het goed, met aantallen die nu geschat worden op ca 100.000 paren. Heel veel grauw is dan ook weer fraai.


Kerstkindje verplaatst.

2e Kerstdag werd er op het strand van de Maasvlakte een zeehonden pup aangetroffen.

https://waarneming.nl/observation/204699840/

Het diertje was al verhaard, minstens een maand oud en moet dus al voor zichzelf zorgen.

In dit geval leek het dier moe van alle inspanningen die nu eenmaal bij het opgroeien horen.

Soms liggen deze jonge grijze zeehonden uren te slapen op het strand en lijken ze zich niets aan te trekken van nieuwsgierige wandelaars.

Loslopende honden vormen echter vaak een bedreiging en niet zelden loopt een dergelijke ontmoeting uit op een conflict.

De vermoeide zeehonden pups krijgen dan geen rust en bovendien zijn bijtincidenten niet uitgesloten.

Ook hier was dit het geval.

Zeehondenwachters hebben dan ook, na overleg besloten om de pup te verplaatsen naar een rustiger omgeving.

Nu kan het dier ongestoord verder slapen en makkelijker in de gaten worden gehouden.

Kerstkind verplaatst dus.


Een apart kerstverhaal

Maasvlakte, guur winterweer, zuidwester windkracht 6. Wandeling met familie op het strand. Nog maar even onderweg en een van onze gasten bukt en raapt een zeepaardje op. Zeldzaam! Loop er zelf al lang naar te zoeken en dan wordt je afgetroefd door iemand die hier onbekend is en bij toeval een vondst doet die op mijn shortlist staat. Laten we het maar op beginnersgeluk houden.

Na de eerste opwinding beginnen we goed te kijken en zien dat het om een kortsnuit zeepaardje gaat. Er bestaan 49 soorten zeepaardjes waarvan er twee in de Noordzee voorkomen, de noordelijkste zee voor zeepaardjes. En dat zijn het langsnuit- en het kortsnuitzeepaardje. De laatste wordt het minst aangetroffen. Het blijft een bijzondere vondst. Nu wil het toeval dat in maart dit jaar Thessa de Boer ook een kortsnuitje, verdroogd, vond op de Maasvlakte en er ook een stukje aan wijdde op deze site (4 maart). Zo zie je maar hoe we bezig zijn op het strand. Terug naar ons zeepaardje. Bij nadere inspectie bleek het nog te leven. Zeepaardjes leven op de bodem van de zee tussen het wier waar ze zich met hun staartje aan vasthouden. In mijn hand krulde het staartje direct rond mijn vingers. Wat te doen??? We hebben het beestje teruggezet in de zee. Kleine kans op overleving maar op het strand zou het ten prooi vallen aan de meeuwen of verdrogen.

Misschien minder spectaculair dan de vondst van een potvis. Ook zal je er op verjaardagen niet lang de aandacht mee vasthouden, maar voor een stukje op de site op kerstmorgen toch wel aardig. Prettig kerstfeest!


Kerstbout

Bij het vogels kijken in de inlage achter de Plompe Toren op Schouwen stuitte ik op deze twee hazen die zaten weggedoken in het gras, oren plat om zo min mogelijk op te vallen. Hazen zijn goed geĆ«quipeerd om dreigingen waar te nemen. Het gehoor en de reuk zijn sterk ontwikkeld, daarnaast hebben ze door de plaatsing van hun ogen een gezichtsveld van vrijwel 360 graden. Ongetwijfeld hadden ze me in de gaten, maar blijkbaar was de sloot tussen ons een afdoende obstakel om zich veilig te wanen. Na enige tijd werd hun houding actiever en gingen ze verder met gras eten. Het gaat niet zo goed met de hazen in Nederland, inmiddels een “rode lijst” soort. Varieert nogal per streek. Maar goed dat ze alert zijn, kerst nadert tenslotte en een toekomst als bout is niet uit te sluiten. Geen aantrekkelijk vooruitzicht, temeer daar in januari de rammeltijd begint, hun “most wonderful time of the year”. Die willen ze niet missen. Wikipedia geeft een leuke beschrijving hiervan die we kunnen aanraden voor een regenachtige middag in de vakantie. Zo bent U goed voorbereid om de hazen te volgen begin 2021.


Goudplevieren

Ruim 200 goudplevieren in het drassige landschap van de Prunjepolder op Schouwen. Hun gouden kleur licht op in het schrale winterzonnetje. Er bivakkeren nu duizenden in dit vogelparadijs. Nederland is een belangrijk overwinteringsgebied voor deze soort. In het najaar wordt het aantal van deze in meer noordelijke landen broedende vogels geschat op 200.000. Wanneer de winter zacht is, blijven er ca 100.000 exemplaren “hangen”. De rest trekt door naar warmer oorden.

En nu dan een kleine uitdaging voor deze donkere dagen: tel in 40 seconden het exacte aantal plevieren op deze foto, zonder gebruik te maken van hulpmiddelen. Het zal U niet lukken. Ervaar wat een roofvogel overkomt wanneer hij een poging onderneemt 1 individu in een groep te slaan. Kleur en patroon van het verenkleed en het grote aantal maken concentratie moeilijk.


Verwaaide torenvalk

Het zonnetje liet zich deze zondag een paar uurtjes zien, maar om twee uur was het wel afgelopen. De grauwe wolken namen de overhand en de wind wakkerde aan. Op de verlaten Oosterschelde dijk nabij de Plompe Toren zat een torenvalk op een lantarenpaal om zich heen te kijken. De opgestoken wind waaide door zijn verenkleed.


Vers van de pers

Hans de Willigen, een trouwe volger van onze site, stuurde deze foto van een onlangs geboren witje op het strand van Vlieland. De navelstreng nog zichtbaar. Tijdens een strandwandeling kwam hij meerdere pups tegen die daar in afwachting waren van terugkeer van hun moeder. Het gebied tussen Vlieland en Terschelling is het meest populaire deel van het Waddengebied voor de grijze zeehond.

Het aantal grijze zeehonden in het Nederlandse Waddengebied wordt geschat op ca 5700. De populatie groeit door voortplanting, maar ook door migratie vanuit Engeland en Schotland. Voor 1980 was de grijze zeehond nog een zeldzame verschijning in Nederland. In ons Deltagebied waar de grijze zeehond sinds de eeuwwisseling weer voorkomt leven momenteel ca 1700 grijze zeehonden (info site Wageningen University&Research).


Oplettende dame.

Gisteravond kreeg ik een berichtje van Sabine.

Ze had van de zeehonden in de spuisluis, op de Brouwersdam staan genieten en wat foto’s gemaakt.

Eenmaal thuis was het haar opgevallen dat een van de volwassen kegelrobben wondjes had op de snuit en op de rug.

Voor de zekerheid stuurde ze mij de foto met de vraag of dit verontrustend was.

Mooi toch hoe sommige mensen hun hart laten spreken bij het zien van mogelijk dierenleed.

De jonge grijze zeehonden worden nu geboren en de paar tijd komt er aan.

Reden genoeg voor schermutselingen of iets te heftige vrijpartijen.

Lichte en oppervlakkige beschadigingen komen dan vaak voor, maar in het zilte water geneest deze gebruiksschade meestal snel.

Ook in dit geval zien we wat kleine en oppervlakkige schade.

Geen enkele reden tot ongerustheid.

Dank voor je foto en je oplettendheid, Sabine Mechielsen!


Jonge aalscholvers

Twee jonge aalscholvers, vermoedelijk bezig aan hun eerste winter gezien het kleed, laten de veren drogen in de typische houding waardoor ze al op grote afstand te herkennen zijn. Het duurt drie jaar voordat het donkere kleed van een volwassen vogel wordt bereikt. Het laten drogen van de veren is noodzakelijk omdat aalscholvers over een minder dikke waterafstotende vetlaag beschikken. Typisch als men bedenkt dat dit een duikvogel bij uitstek is. De reden hiervan zou kunnen zijn dat door een dunnere isolerende vetlaag op de veren deze bij een duik meer water absorberen. De opwaartse druk neemt daardoor af hetgeen een diepe en langdurende duik mogelijk maakt. Consequentie is wel dat deze vogels meer tijd moeten besteden aan het drogen van het verenpakket.