Uit de schatkist van Voorne (2): het Rood bosvogeltje

Altijd een zoektocht wat te plaatsen op onze site. Het moet met strand of duinen te maken hebben, aantrekkelijk zijn vanwege de kijkcijfers. Zeehondjes, liefst jong, en bruinvissen doen het erg goed. Vogels minder maar hebben wel een vast publiek. Plantjes liggen moeilijker.

Hier hebben we nu te maken met een twijfelgeval. Een zeldzame orchidee, jaren geleden geïmporteerd en aangeplant in de Heemtuin nabij Tenellaplas. Dit laatste wordt ook fijntjes door diverse sites op internet aangegeven. Voorheen kwam deze orchidee voor in Limburg en op een enkele plaats elders in ons land. Tegenwoordig is ze in Nederland niet meer te vinden behalve dan aangeplant in de Heemtuin van Voorne.

Moeten we deze orchidee nu weren van onze site? Cancellen omdat de plant niet inheems is? Gevalletje roofkunst? We kiezen voor schoonheid en plaatsen toch een foto. Tenslotte reizen jaarlijks veel orchideeën liefhebbers naar Voorne speciaal voor het Rood bosvogeltje. Onthoud het en bezoek volgend jaar juni zelf de Heemtuin nabij de Tenellaplas. Dit jaar stonden er zeven, de enige in Nederland.


scholekster voedt emelt aan jong

Jaar van de Scholekster, pechdag voor de Emelt

Het gaat niet zo goed met de Scholekster, trots van kust en weiland. Voor de Vogelbescherming reden om dit jaar uit te roepen tot het jaar van de Scholekster. Het geeft aandacht voor de soort en stimuleert beschermingsmaatregelen.

In het veld krijg je nog niet zo veel signalen van de mindere gang van zaken. De vogel is niet zeldzaam en vrijwel door het hele land te zien. Ze broeden tegenwoordig zelfs op daken van huizen en fabrieken.

De achteruitgang wordt gecamoufleerd door de hoge ouderdom die ze kunnen bereiken (meer dan 40 jaar). Verder is Nederland, met name de Wadden en de Delta, een belangrijk overwinteringsgebied voor noordelijke exemplaren. Het zal dus wel even duren voordat wij ze niet meer zien. Maar uit nesttellingen blijkt een neergaande trend.

Op Schiermonnikoog, een populaire bestemming onder Scholeksters, ontmoette ik deze ouder die een jong aan het voeden was met een larve opgedoken uit het weiland. Vermoedelijk een Emelt, larve van de langpootmug. De Emelt doet zich tegoed aan gras en kan forse schade aanrichten aan weidegebieden. Scholekster blij, boer blij. Echter een pechdag voor de Emelt in het jaar van de Scholekster.


De Zeearend: het verhaal achter de foto

Wil je op een feestje aandacht krijgen voor de natuur begin dan niet over een zeldzaam musje of een onbekend kevertje maar pak meteen de Zeearend bij de kop. Er is veel aan deze vogel dat tot de verbeelding spreekt. Groot, majestueus, machtig, tot voor kort zeldzaam en niet broedend in Nederland. Maar de tijden zijn veranderd. Het aantal broedparen is sinds het eerste in 2006 toegenomen tot zo’n 30. En deze lijn zet zich voort.

In onze omgeving zijn we goed bedeeld met deze roofvogel als je de Biesbos en de Slikken van De Heen meerekent. Het meest dichtbij en het makkelijkst waar te nemen is het paar op de Slikken van Flakkee, waar je op kleine afstand met vrij zichtveld hun wel en wee kunt volgen.

Is dit beest nu mijn favoriete vogel? Zeker niet, er zijn mooiere soorten denkbaar. Maar toegegeven, indrukwekkend blijft hij wel.

Het aardige van de verspreiding van de Zeearend: het is niet te danken aan een introductieprogramma, maar de soort heeft het zelf gedaan. Het ging zo voorspoedig met de populaties in Denemarken en Noord-Duitsland dat een uitbreiding van het areaal noodzakelijk werd. Het voedselrijke Nederland was ondanks de bevolkingsdichtheid een logische annexatie. Geen kunstmatig geïmporteerde Bever, geen herintroductieprogramma van de Otter. Net zoals de Wolf: op eigen kracht.

Onlangs op vakantie in Schotland kwamen deze gedachten naar boven. Schotland, bekend om zijn Steenarend (Golden eagle), kent ook een grote populatie Zeearenden (White-tailed eagle). Maar ondanks dat rust, ruimte en voedsel daar voldoende aanwezig zijn is deze niet natuurlijk tot stand gekomen. Het is het resultaat van een sinds 1975 lopend introductieprogramma waarbij exemplaren uit Noorwegen geïmporteerd zijn. Pas na een tiental jaren waren er de eerste broedgevallen die uiteindelijk tot een uitbreidende populatie hebben geleid. Nu is het een algemene soort die zich ook langzamerhand naar Engeland verspreidt.

Wat is er nu leuker op een vakantie in Schotland dan meegaan op excursie per boot langs de kust met zijn vele inhammen? In de folder werden dolfijnen, walvissen, zeehonden en papegaaiduikers beloofd. Ook de Zeearend stond op het menu. Kortom, waar voor je geld.

Met een klein groepje werden we op een vissersboot langs de kust gevaren. Aan boord voornamelijk vogelaars, althans aan de uitrusting met indrukwekkende telelenzen te zien. Voorbereid op het perfecte shot. Een vermoedelijk professionele fotograaf met een nauwelijks te tillen kachelpijp aan glas spande de kroon en werd ook met ontzag aangekeken door de mede passagiers.

Na wat eenvoudig eendenwerk en de nodige Jannen-van-gent naderden we een steile berg waar aan de top zich een arendsnest zou bevinden. Hetgeen ook natuurlijk ook zo was, de plaatselijke VVV had zijn veldwerk goed gedaan. Met enig zoekwerk werden twee Zeearenden gelokaliseerd in de takken van een boom, rustig uitkijkend over het water. Op een afstand waarvoor ik thuis niet in actie zou komen: te ver. Er zat alleen een “bewijsfotootje” in.

Na enige tijd kwam de schipper, een ruw uitziende zeebonk, uit zijn kajuit, trok met een nors gezicht een paar handschoenen aan en pakte vervolgens een grote injectiespuit met naald waar je vermoedelijk een neushoorn mee plat zou kunnen spuiten. Even waande ik me in de openingsscène van een horror film, maar het bleek mee te vallen. Een kist werd geopend, een dode makreel er uitgehaald en geïnjecteerd met de lucht uit de verder lege spuit. Vervolgens werd de opgezwollen vis over boord gegooid. De ervaren fotografen aan boord zaten allemaal klaar met de camera in de aanslag wetende wat er aan zat te komen. De professional op de beste plek boven op de kajuit met het telekanon, klaar voor het moment suprême.

Wachten op de arenden die dit ritueel rustig zaten te aanschouwen. Wat is nog natuur? Na verloop van tijd kwamen ze in beweging , cirkelden wat rond maar sloegen niet toe. De vis bleek lek en was inmiddels gezonken. Een tweede vis ging het water in, maar na 10 minuten dobberen kwam er nog geen actie. Mogelijk doordat het inmiddels te onrustig was geworden met een tweede scheepje in de buurt. De schipper oordeelde dat het lang genoeg had geduurd. Hij had tenslotte een tijdschema, en haalde met een emmertje de vis weer binnen, liet hem leeglopen en borg hem op. Vis is niet goedkoop en de middag excursie moest nog komen. Op naar het volgende attractie: de zeehonden.

Teleurgestelde koppies, zo ook bij mij. Verwisselde mijn lens op de kamera voor een kleinere, korte zoomlens voor de zeehonden. De hoop verder opgevend om een “real life catch” vast te leggen. Bij het wegdraaien van de boot kwam echter plots een van de arenden in actie. Binnen een mum van tijd vloog hij op de boot af. Geen drijvende vis voor ons om op scherpste stellen maar voor de vogel blijkbaar wel. Van onder het schip vandaan was de gezonken vis weer naar de oppervlakte komen drijven en werd met de machtige klauwen gepakt. De snelheid en de korte afstand maakten een goede opname voor de lange afstandslenzen onmogelijk. Merkbaar aan het gedrag van de medepassagiers die allen op hun schermpjes keken en daar een stuk staart , een klauw of wat water van heel dichtbij zagen maar geen vogel. Geluk voor mij: met de korte lens was het raak. Het resultaat laat ik hierbij met trots zien. Toegegeven, het had nog beter gekund. Maar het was meer dan waar ik van durfde dromen.

In Nederland kan je de mooiste roofvogelfoto’s maken: gewoon vanuit een kijkhut waar met vaste voedertijden wilde roofvogels zo geconditioneerd zijn dat het juiste moment met de juiste belichting is te programmeren. De vogel is wild, de opname vaak briljant maar toch… Heb overwogen om dit verhaal niet te vertellen en het romantisch aan te dikken. Over moeilijke omstandigheden, dagenlang wachten tot het juiste moment etc. Met dit demystificeer je alle natuurfilms en foto’s. Een scherpe close-up komt van de voedertafel, een life-catch is in scene gezet. Zelfs de natuurfilms van David Attenborough vertrouw je niet meer. Maar ik had weinig keus, moest een stukje produceren en de deadline naderde….


Uit de schatkist van Voorne: de Zandhagedis

De kust en de duinen van Voorne zijn rijkelijk bedeeld met flora en fauna. Dit heeft te maken met de ligging, maar ook met het beheer. De kust ligt op de trekroute en is een aantrekkelijke stop- en verblijfplaats voor vogels. De duinen worden niet bemalen en zijn onderhevig aan wisselende waterstanden hetgeen een diversiteit aan planten met zich meebrengt.

We grabbelen even in de schatkist van de natuur van Voorne en vinden de Zandhagedis. Nu even geen trots verhaaltje: landelijk gezien is het beestje niet zeldzaam alleen op Voorne is het een bijzonderheid. Hoewel de omstandigheden een grote populatie doen vermoeden (in het verleden was dat ook zo), spreken we nu lokaal over een zeldzaamheid.

Zo zeldzaam dat ik, toch frequent aanwezig in de duinen en op het strand, onlangs mijn eerste ontmoeting mocht beleven. Warm weer, volle zon, uitgedroogd wandelpad op de slikken van Voorne, daar zat de Zandhagedis. Liep niet weg, liet een minuten durende confrontatie toe. Waar was mijn camera, waar was mijn macrolens?

Dan maar het mobieltje. Tenslotte is de enige goede camera degene die je bij je hebt. Mijn eerste Zandhagedis! Elders in Nederland schudt men meewarig het hoofd: waar maak je je druk om.


Nogmaals de Dwergstern

Een bommenwerper achtervolgd door de straaljager. Ongetwijfeld heeft de eerste meer kracht, maar de wendbaarheid en snelheid van de tweede zijn op dit korte stuk bepalend. De Dwergstern wint. Bijna, maar niet altijd. Het is onwaarschijnlijk dat het nest met drie eieren tot drie volwassen vogels zal leiden. Maar toch wonderbaarlijk dat, ingeklemd tussen het drukke badstrand tweehonderd meter noordelijk en de bivakkerende meeuwen honderd meter zuidelijk, het lukt om een kolonie succesvol te laten groeien. Overigens: twee jaar geleden spoelden hier door een combinatie van ZW 7 en springvloed 14 nesten weg….Er zijn dus nog meer bedreigingen. (foto Joyce Oudwater)


De felle Dwergstern

Fel en stoer vogeltje, zo omschreef Joyce in het vorige bericht de Dwergstern. De veel grotere Zilvermeeuw brengt hem niet van zijn stuk. Vertrouwend op zijn grote wendbaarheid verjaagt hij meeuwen die zijn nest benaderen. Door te pikken in hun staart en vleugels.

De kracht van koloniebroeders zit in samenwerking en massaliteit van de groep. Een aanval op 1 betekent een tegenaanval van allen. Dat, tesamen met hun grote wendbaarheid geeft een goede verdediging. Een solitair nest heeft weinig slagingskans. We hebben een koppel Kraaien zien samenwerken: de eerste leidde het broedpaar af, de ander roofde de eieren. Met een kolonie van tientallen broedparen lukt dit echt niet. (foto Joyce Oudwater)


De acrobatische Dwergstern

foto’s en tekst Joyce Oudwater

Een klein (lengte van 21 tot 25 cm), sierlijk, en onverschrokken zeevogeltje. De Dwergstern, een vlieg kunstenaar.Ze zijn zo snel en maken loopings, kurketrekkers, vliegen ondersteboven en zelfs het voetenwerk wordt niet vergeten. De mooie en sierlijke puntige vleugels en gevorkte staart maken dit mogelijk.

Maar kom je in de buurt van het nest dan gaat het pas echt los. Razendsnel en met veel geluid wordt het opgenomen tegen de grootste vijand. De Dwergstern is eigenlijk een hele grote stoere vogel, in een klein sierlijk lijf.

De Dwergstern is sinds de jaren 6o een zeldzame broedvogel die in kleine kolonies broedt op rustige delen van het strand. Het huidige aantal wordt geschat op 1000 tot 1025 broedparen in Nederland.

Het nest wordt gemaakt in een ondiep kuiltje in het zand en hierin worden twee of drie klein goed gecamoufleerde eieren gelegd, die zeer begrijpelijk vaak over het hoofd worden gezien.Door de uitvoering van de Deltawerken, de uitbreiding van de Rotterdamse haven/Maasvlakte zijn veel broedplaatsen ongeschikt geworden of volledig verdwenen.

Mede dankzij de werkgroep Strandbroeders van de Vogelbescherming die zich op het Maasvlakte strand inzet om deze Dwergstern te beschermen, broedt er een kleine kolonie op het Maasvlakte strand.

Door het afzetten van het broedgebied wordt voorkomen dat de eitjes over het hoofd gezien worden en kunnen de Dwergsterns de kleintjes grootbrengen ondanks een druk strand.


De blanke pit van de Jan-van-gent

Ruwe bolster, een Jan-van gent niet vreemd. De vogel staat bekend om zijn agressie in gevechten met andere mannetjes, soms met een gebroken vleugel of nek tot gevolg. Ook in contact met mensen is het oppassen geblazen. Zijn reputatie van felle uitvallen met de snavel zijn bekend bij vogelopvangcentra (altijd een beschermende bril dragen). Ook bij het opvangen van een vleugellam exemplaar op het strand is een vrijwilliger van Strand in Zicht tot bloedens toe “op de vingers getikt” door onze Jan.

Maar zie je ze tijdens de balts en bij het nestelen dan komt de blanke pit naar voren die ook in Jan aanwezig is. Ze staan bekend om hun levenslange trouw. Met deze beelden beëindigen we onze impressie van vogels die we in Nederland helaas alleen buiten de broedperiode te zien krijgen. Maar een troost, even met de boot oversteken en je kunt ze eenvoudig vinden in Engeland en Schotland.

Het toeval wil dat vandaag twee van onze meest actieve vrijwilligers in het huwelijk treden! Aan hen dragen we deze intieme beelden op! Jongelui, maak er een gedenkwaardige dag van!!!


De modieuze sneakers van de Jan-van-Gent

De Jan-van-gent is een indrukwekkende vogel. Grootte, vorm en kleur blijven boeien. En als je hem dan groot in beeld hebt worden details zichtbaar die op afstand verborgen blijven.

Neem nu de kleur van de poten. Gifgroene tenen die opvallend contrasteren met de zwarte vliezen. Subtiel detail in de afwerking. Maar zoiets moet evolutionair wel een reden hebben.

Zoeken op internet en in de boekjes levert niets op. Wat zou het kunnen zijn? Mogelijk is het een signaal voor andere JvG’s om niet in elkaars poten te bijten bij een (vaak massale) diepe duik waar alles wat maar op een visje lijkt wordt opgepikt. Maar ik geef mijn mening direct voor een betere.


Gras etende Jan-van-gent

Even sta je raar te kijken: een gras etende Jan-van-gent. Voor de spijsvertering, reiniging van het darmstelsel? Maar het wordt snel duidelijk. De vogels vliegen af-en-aan van het uiterste polletje gras aan de rand van de rots naar hun beoogde nestplaats op de richel. Het is materiaal dat gebruikt wordt om een bescheiden nest te maken.

Jan-van-genten leggen 1 ei per seizoen. Eventueel een tweede als de eerste sneuvelt. De jongen verlaten na drie maanden het nest met een gewicht van 3-4 kilo. Geeft een ruime periode om ze te volgen. Daarna is het gebeurd en speelt het leven zich af op zee.